Blader door transcripties » Drents Archief

archieftoegang 0114.19, inventarisnummer 3, pagina 20

Rossingh, landbouwster wonende te Zuidlaren, we-
duwe van Jan Baving en En den heer Jan Rossingh
landbouwer te Zuidlaven woonachtig
den heer Johannes Oezienus Gratania Perveener, wonende
le Hemwluinen Uit eigen hoofde en als volgens zyne verklaring mondelin
gemachtigde van den heer Hendrik Leerpius Gratana oud-Postdirecteur,
wonende te Assen
Ingevolge gedane bekendmaking Overgegaan tot de openbare
verkwing van eenige perceelen bovenveen ter vergraving gelegen te
Nieuwbbiinen, gemeente Borger, in het Martuezenveen en te En
Loermond, gemeente Odoorn en van eenige woningen aldaar zooals
hierna zal worden opgegeven
Op de navolgende 'tvoorwaarden en bepalingen
Artikel een. De verkwarg van de veenpalten geschiedt voor den
tijd van ten jaar in te gaan dadelijk en van de woningen
ingaande den eersten Mei eerstkomende en eindigende den
laatsten April achttienhonderd vier en negentig terwyl,de daar
aan verhonden schuren zullen eindigen den eersten April be
worent zullende de huurders van de huizen moeten gedoogen
dat voor de turfgravers van de schuren wordt gebruike ge
maakt naar veengebruik
Artikel twee- De putien zullen door de huurders voor de
graving worden geboukt, elke peit op eene breedte van drie
meter te meten op de bovenste klen
Artikel drie: Bij de vergraving zal de huurder iederen
dag zoo ververgraven, nabonken zoowel enhele pukken als sper
Engen en klemslooten, ter diepte van vijf en negentig centimeter
en ter breedte van een meter vijf en twintig centimeter en door
alle mogelijke middelen het inzakken voorkomen, zullende de
huurder voor iedere inzakking of inscheuring door niet dadelijke
Mabonlang of niet genoegzame glooging bij de vergraving ver
vorzaalt tot boete boven de huursom moeten betalen tien
gulden, zullende door deskundigen worden uitgemaakt of
dehuurder zulles geheel of gedeeltelijk zoude hebben kunnen
voorkomen, bij ingebreke bljving is hij de boeke schuldig
Waar in de kar gesonht moet worden moet al het bonken ge
reed zijn voor de graving begent en de bonkaarde op het hooge
gebracht worden en de splettingen minstens vijf en twintig
meter van de kantegaal over het veld gebracht worden 1o
de ruggeraal en de gaten en laagten gevuld en goed gekleind in
de klemslooten en vrandputken achter de vroeger opgebrachte
onhaarde en de laagten aanvullen.
Artikel Vier: Den opzichte van de veenvergraving bij
wijze van baggelen, wordt nog speciaal bepaald, dat de
huurders eene breedte van een meder twee decimeter meer dan daar
voor voor de afgraving is bepaald, tot aan het zwarte
veen zullen afbonken en in het lage brengen, voor zij begin
nen te graven welke gezegde breedte van een meter twee
decmeter als nabontesel zal bljven zitten
Artikel vijf. Huurdert van Splittingen, Klemslooten en
randputten zyn verplicht het veen tot het gand te vergraven
en moeten zich verbinden geen bonkaarde of veen op de
aanstaande wijk te werpen, zoodat minstens een afstand
van twaalf meter aan de beide zijden der opgaande hoofdraar
tusschen de beide plaatsen vrj blijft. Al het veen of bonkaarde
in de leide bovengenoemde gevallen aanwezig wordt op primo
Au-
1
Augustus op kosten der huurders weg geruimd- die kosten
worden bij de betaling der huurpenningen in rekening
gebracht
Huurders mogen splittingen en klemslooten niet be
stoppen.
Artikel zes: Overal waar bij de uitdrukking een
pier niets bizonders is vermeld, wordt bedoeld een jut van
zien voek of drie meter tien een timeter
Artikel zeven door iedere Centimeter meerdere breedte
die de kuunder wordt bevonden te doen vergraven dan
waartoe hij gerechtigd is zal worden betaald eene boete van
tien gulden, gerekend over eene lengte van vijf meter tet
kens noo de put over eene grootere lenate is vergraven
gedeelten voor geheel gerekend
Artikel Acht: Bij verschil over de vraag of de huurder
meer dan de aan hem toegedane te reedte heeft vergraver
en over andere handelingen van den huurder waarop boe
te of schadevergoeding of beide gevraagd wordt, zullen
de verhuurdert op hun woord worden geloofd, gesterld door
eene bloste verklaring van eenen tweeden tergoeder naam
en laam bekend Raand persoon, al is die persoon ook in
dienst van verhuurders
Artikel negen. Banneer de twif van vroegere jaren de
huurders hondert in het graven, zullen de verhuurders het recht
hebben die turf als de hunne te beschouwen en ze te vervoeren
naar believen
Durf die vóor den eersten November achttienhonderd vier
en negentig niet opgeruimd is wordt met dien datum het
eigendom van verhuurderd - zonder eenige vergoeding
Artikel tien: Zonder toestemming van verhuurders na
ten de huurders geen tuif mogen zetten op plaatsen waar een
wijk zal worden gegraven
Artikel elf De huurders zullen verplicht zijn te zorgen
dat de grappels vóór den eersten Augustus naar behooren schoor
rijn-zonder dammen of andere kindernissen, bij gebreke
hiervan zal voor iedere put eene boete van vijf gulden ver
Schuldigd zijn die boven en bij den huurprijs zaal moeten
worden behaald. Dat schoonmaken van gruppels moet
Op nieuw geschieden bij het veen bestoppen op eene boete
van vijf en twintig cent voor iedere grappel die alsdan
mier behoorlijk schoon gemaakt is
Artikel twaalf.—
bet bovenveen wordt verhuurd
zoo goed en kwaad, als hetzelve is om te worden vergraven naar
Veengebruik, hetzelve komt dadelijk na den toeslag voor
rekening en risies van den huurder en wordt gerekend door
den toeslag te zijn geleverd, geen grond wordt bij deze afge
staan aan voor nooverre tot reveld benoodigd is
Loodra ondergrond van veen ontbloot is, treden de eige
Maren in het bezit van dien grond, indien re tot het aan
gegeven doel niet meer bemcttigd behoeft te worden
Artikel dertien. De op te gevene maat zal ten be
hoeve van verhuurders geen grond op leveren tot eenige
ver
n