Blader door transcripties » Stadsarchief Amsterdam

archieftoegang 5075, inventarisnummer 2284, pagina 8

E Compareerderec Ghijsbert Lubbertsz van Baare out omtrent 33 Jaren Hoenderkoper ende Cornelis Jacobsz van Swarte sluijs out 32 Jaren knecht opt harderwijcker veer alhier Ende hebben ten versoecke van Cornelis Jansz veer-schipper op ten Harderwijck, onder presentatie van desen solemmelik bevesdigen, verklaart, ende getuijght hoe waar is Datsij getuijgen op den negentien deser lopende maants Martij (wesende een sperdagh hebben metten xegt. ende sijn schip sijn gekomen van Handerwijck ende de nieuwenbrughs boom in ende vervolgens geschoten ende gevaren inde oude sijts teirtuijnen achterhet wachthuijs aant ordiaris veer off steijger, alwaar den requirant sijn volck loste ende vervolgens sijn schip spoelde schoonmaakte ende en dwailde ende ongevaar anderhalf uir aldaar leggende soo hebben sij getuijgen vervolgens gesien dat seker swolsche schipper genaamt Hendrik Thomas van, buijten met sijn schip inquamvaren ende op sij van des xeqe. schip gingh leggen, in meningh om sijn volck in des rets schip te lossen ende over te setten op dat d'selve daar over aan de Heijgen soude lopen, ende alsoo den vqen. sijn schipeerst schoongemaakt, ende sulx on Eem ongelegen quam, soo riep hij d'vooren. Hendrik Thomasz toe dathijt volck in sijn belj. schip met soude lossen al soo hijt geloop over sijn schip niet en begeende n aaar dat hijs sijn volck in desteijgerschuijten die aan sijn boort lagen soude oversetten, twelck d' voorsz. Hendrik Thomasz niet en begeerde te doen maarheeft in weerwe van de Reqt ende sulx genochsaam met gewelt sijn volck in des req ship gelost oock ende d'selve daar over laten loopen, ende alsoo den regt billix sijn genoegen daar over met en habde, soo heeft sekersoldaat die den 28qt. oversin schip niet en begeerde te hebben sijn degen getrocken ende den 3 regst daar mede een sware houw in sijn lincker sijde toegebracht ende gegeven ende sulx hem datter gequest aldus verblaart binnen Amstelre. desen xxxiien Martij ao. xViC. sessenvijftigh. Ter presentie van Jacob Hamel ende Gerrit Bosman als getuijgen hier overgestaan gestelt bij Tmerck J: Hamel Shijsbert Lubbens Boman 3 Jd Wintere gesteltbe CCrnelis Jacobsz gt 8 Compareerderec Jaqnies Marijn weduwenaer van Jarichje Jans sijne overleden huijsvrouw/ ter eenre, Ende Hans Hens beneffens Willem Jansz Bruijnen als vooghder over de minderjarige kinderen ende Erffgenamen vande voorn. Jarichje Jans bij d'eerste Compe. Compareerden al geprocreert, in dier Qualite ter anderesijde. Ende verklaerde sij d'E. mr. Abraham Bekker, ende Paulus Comparanten hoedat tusschen henluijden als voren euiestien ende Busius, als arbiters disferenten waren ontstaan nopende de schiftinge, scheijdinge ende inde nevenstaande deijlinge vande goeder vanden boedel van hem Jaques Marijn compronisse geeligeen ende sijn overleden huijsvrouw, sulx deselve op het overlijden van Ende verklaardes sijn huijsvrouw sijn geweest, ende bij haer metter doot ontruijmt uijtkrachte vande ende nagelaten ende bij gevolgh mede over 'tgeene de voorn. Jaques Clausule inde selve Compronisse geinse Marijn sustineert tot den voorsz. boel te behoren wegen de Legitume reert omme een derd ende trebellianique dien hij pretendeert sijn huijsvrouw in haer anbiter tot haar vader of Moeders nalatenschap gecompeteert te hebben met de te mogen adsijnerens vruchten van dien. ende hem voor de helft aen tegaen, over welcke geadsumeert te hebben mestie ende disterenten sij Comparanten den anderen tot noch toe als sij adsimeren mitsti niet en hadder konnen verstaen, ende geconsidereert dattet verschil desen d'E. mr. Paulus de Line tenste als hestont tusscher vader ende kint den welcken niet en voeghden inde voorsz. Comproni malkanderen met langhwijligh proces moeijels te vallen, soo wast gemelt, actum in dat sijlieder over een geromen ende veraccondeert waren om alle Amsterdam desen xx d'selve Questien met degevolge ende aankleven vandien sonder Julij ao. xviC. sessen Eenige reserve te submitteren ende te verblijven sulx sij Compten. vijftigh Ter presentie van gerrit Bosman, ende doen mits desen inde arbitragie ende uijtsprake vande heeren ende Harman Jansz hopt is Abraham Bekker ende Paulus Hustus Advocaten, omme i als getuijgen hier selve te termmeren sulx sijlieden naer recht, reden, ende overgestaa hillicheijt sullen bevinden te behoren, Met macht om in cas haer Abukam Bicte sulx te rade wierden een derde als super arbiter met gelijke macht ƒ als voren te mogen kiesen en tot haer te assimeren. Belovende sij Canlis Bsem Compten. 'tgeen bij de voorssz. Arbiters sal weiden gedaen te sullen approberen ende naerkomen sonder haer daer tegens te sullen behelpen A: Janken ttoi met eenige middelen van rechten ofte van gratien. Ende op dat met te meerder diligentie voorde voorn. heeren arbiters soude Gerrit Betman mogen werden gebesoigneert ende de voorsz disferenten met korte expeditie getermineert sijn sij Comparanten te vreden ende verobligeren J:de Winter N.P. haer mits desen telckens te Compareren tsij in persoon ofte door volkomen gemachtichde soo wanneer bij de gemelte Arbiters comparitie sal werden toegestaen, ende sij Compten daer toe twee mael vierentwintich nen te voren door een bode offe bij d'arbiters daar toe gequalificeerde sullen sijn geciteert, op peene dat den non Comparant ofte Comparanten voorde eerstemaal sllen verbeuren tien guldens, ende voorde twede en derdenaal van gelijken tien gul. te emploijeren daart de goede mannen sullen ordonneren boven de kosten van de Comtaritie, ende dat daerbeneffens de voorgemelte arbiters gesamentlijk opt aanhouden vande comparerende Partij sullen proiederen tot fmnale uijtsprake ende afdoeninge vande voorsz disterenten, Met gelijke kracht als oft selve in presentie ende 8