Blader door transcripties » Stadsarchief Amsterdam

archieftoegang 5009, inventarisnummer 6667, pagina 10

No. 15
Heden rie en twintig Clhril negentienhonderd een en veertig
verschenen voor mij, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand van Amsterdam, ten einde
een huwelijk aan te gaan:
de Radij, Nicolaas Hermanus
zonder beroep, geboren en wonende te
Rotterdam, oud twintig jaar, minder„
jarige zoon van de Laaij, Hermanus
Theodorus, oud vijf en veertig jaar
schoenmaker, wonende te Rotterdam en.
Bleekendaal, Maria Johanna overleden, en
van der Heijden, Alida, zonder
beroep, geboren en wonende alhier, oud
twintig jaar, minderjarige dochter van
van der Heijden, Petrus, oud twee en
zestig jaar, en: van de Sol, Aaltje,
oud drie en vijftig jaar, beiden
zonder beroep en wonende alhier, Di
vader des bruidegoms en de ouders
der bruid verklaarden mij toestem„
ming tot dit huwelijk te geven.
Bruidegom en bruid verklaarden, de eerste met toe„
stemming der tweede, bij deze te erkennen een
kind genaamd: van dersleijden, maria Anthonia,
alhier geboren op negen April dezes jaars,
De afkondiging tot dit huwelijk is onverhinderd geschied, alhieren te Rotterdam,
Bruidegom en bruid verklaarden mij, elkander aan te nemen tot echtgenooten en
getrouwelijk alle plichten te zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken
staat zijn verbonden.
Daarop heb ik, in naam der wet, verklaard, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn
verbonden.
Als getuigen waren tegenwoordig: van der Heijden,
Theodorus, broeder der bruidglazen,
wasscher, oud twee en twintig jaar
en de Lange, Louis Gerrit, Schauffen
oud dertig jaar, beiden wonende alhier
Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen
No. 16
1„bij authentieke atte
Renvooi goedgekeurd.
J.A. Meijer
AM Hagman
J. v Zuylen Keeken
MoosJe
Smaatenn
Echtscheiding
uitgesproken bij
vennis der-
Rechtbank te
Amsterdam van
26 Juni 1952,
ingeschreven te
Amsterdam, heden,
4 Maart 1953.
Helvellena

Heden drie en twintig April negentienhonderd een en veertig
verschenen voor mij, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand van Amsterdam, ten einde
een huwelijk aan te gaan:
Meijer, Fredericus Hermanus,
kunstschilder, geboren te Uden, wonende
alhier, oud drie en twintig jaar, meerders
jarige zoon van Meijer, Fredericus,
pension
houder en: Meijer, Jantina,
Jzonder beroep, beiden

wonende alhier, en
Hagman, Anna Margaretha,
zonder beroep, geboren alhier, wonende
te Driebergen Rijsenburg, oud twintig
jaar, minderjarige dochter van
Hagman, Johan Heinrich Rudolf,
stuurman en: / Zwart, Lobrechta, zonder
beroep, beiden wonende te Driebergen
Rijsenburg. De ouders des bruidegoms
verklaarden mij toestemming tot dit
huwelijk te geven De ouders der bruid
hebben toestemming verleend bij authen
tieke akte
De afkondiging tot dit huwelijk is onverhinderd geschied, alhier en te
Driebergen Rijsenburg
Bruidegom en bruid verklaarden mij, elkander aan te nemen tot echtgenooten en
getrouwelijk alle plichten te zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken
staat zijn verbonden.
Daarop heb ik, in naam der wet, verklaard, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn
verbonden.
Als getuigen waren tegenwoordig: Rreeken, JJeanne¬
zonder beroep, oud twintig jaar,
gehuwd, en: van Zuijlen Meindert,
monteur, oud vijf en twintig jaar,
beiden wonende alhier.
Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen.
N.H. Liai
A. vd Pol.
A v. S. Heijden
Jhvd Heyde
LG Johng
JTh de Raar
PMaaluwe
Gr Jrijker
Mamugter
A A. Meijer
AM Hagman
Maatscee
J. v. Zuylen Vreeken