Blader door transcripties » Stadsarchief Amsterdam

archieftoegang 5009, inventarisnummer 2867, pagina 9

No. 210
Heden elf taril negentienhonderd twaalf
zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam verschenen, ten einde een
huwelijk aan te gaan:
Johannes Petrus van Fastenhout.
inspecteur der onderpanden van goederenbelee„
ring bij de Nederlandsche Bank, geboren en wo„
nende alhier, oud negen en veertig jaren, weduw„
naar van Annetta Margaretha Anna Bernhard,
meerderjarige zoon van Willem Gerardus van
Pastenhout en Maria Elizabeth Heck, beiden
overleden en
Willemien ter Veen, zonder beroep,
geboren en wonende alhier, oud negen en twintig
jaren, meerderjarige dochter van Frans Eilert,
Jacob ter Veen, kapper en Anna Maria van
Krieken, zonder beroep, beiden wonende alhier,
De ouders der bruid verklaarden, voor mi
tegenwoordig, toe te stemmen in dezen echt.
De beide afkondigingen tot dit huwelijk zijn onverhinderd geschied, alhier den
een en dertigsten Maart laatstleden en
den zevenden dezer.
Ik heb bruidegom en bruid afgevraagd- of zij elkander nemen tot echtgenooten en
getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat
verbonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden, heb ik, in naam
der wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.
Als getuigen waren tegenwoordig: Hendrik Johan Peter Knoop, boek„
handelaar, oud negen en veertig jaren, wonende alhier,
Marinus Carel Braat, koopman, oud zes en veertig,
jaren, wonende te Vlissingen, beiden zager des echt„
genoots; Hendrik Wilhelm Poors, aecountant, oud
negen en twintig jaren en Arnoldus Houtschilt,
koopman, oud twee en veertig jaren, beiden wonende
alhier.
„de wet is v
No. 211
Bij vonnis der Ae
Indissements
Rechtbank te
- Gravenhage
van twintig No„
vember negen
tienhonderd ne
gentien is uitge
proten de vert
binding door
ichts Reiding
an het in neven
taande akte vert
melde huwelijk
Ingeschreven in
het register van
Huibelijken en
Echtscheidingen
nummer eeni
folio negen en veer
tig te Amster„
zam, heden drie
Spril negentien
Zonderd twintig
A:Zek
Heden elf April
negentienhonderd twaalf zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken
2 stand van Amsterdam verschenen, ten einde een huwelijk aan te gaan:
Johannes Lambertus van
Lierop, vleeschhouwer, geboren
en wonende alhier, oud drie en der„
N
„tig jaren, meerderjarige zoon van
Hendrik Franciscus van Lierop, overleden
en Wilhelmina Gerritsen, zonder beroep, wo„
nende alhier en
Geertruida Helena van Wetteren, zon
der beroep, geboren en wonende alhier, oud vijf
en twintig jaren, meerderjarige dochter van
Gerardus Albertus van Wetteren, vleeschhou„
wer en Geertruida Johanna van der Werff„
zonder beroep, beiden wonende alhier.
De ouders der bruid verklaarden, voor mij tegen
woordig, toe te stemmen in dezen echt-
De berde afkondigingen tot dit huwelijk zijn onverhinderd geschied, alhier den een
en dertigsten Maart laatstleden en den ze„
venden dezer
Ik heb bruidegom en bruid afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en
getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat
verbonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden, heb ik, in naam
der wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.
Als getuigen waren tegenwoordig: Johannes Gerardus van Witte,
ren, broeder der echtgenoote, vleeschhouwer, oud zeven
en twintig jaren; Jan Christoffel Engbert Jansen
handelsreiziger, oud zesen twintig jaren, Hendrik
van Lierop, broeder des echtgenoots, vleeschhouwer
oud een en dertig jaren en Jacobus Hendrik Koch
werkman, oud acht en zestig jaren, allen wonende
alhier.
Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen.
van Pastenhaut. H J. P. Rnoop
W. ter Veen Ineraat
Rugr
TJtutten
W.WToois
A. M: van Kreeken Jansn
J L van Liersp JG. Wetter
GH van Wether J. C 26 Jarue
Geb: v Wetteren HaarKunt
dus
GJ: vd Wer JH: Kuch