Blader door transcripties » Stadsarchief Amsterdam

archieftoegang 5009, inventarisnummer 1103, pagina 131

Op heden den Vijfden Mei des Jaars Achttienhonderd Dertig desmorgens ten tien uren, zijn vóór ons Ondergeteekende, als Lid van den Raad dezer Stad, daartoe ingevolge de Besluiten van Z. M. van 14 Febr. 1823, No. 59 en van 11 Jan. 1828, No. 108, gedelegeerd, verschenen, ten einde een Huwelijk aan te gaan, Johannes Peter Peining. Dienstbode, Geboren te Marrik Arronde Tiel, wonende Achier, Oud Drie en Dertig Jaren, Meerderjarige zoon van Johannes Bily pus Peering, overleden, en Adriana Johanna Thuijssman een beroep, wonende te Maarik. - ter Eene; En Henderika Blokhuijs. Dienstbode, Geboren en wonende Actien, lnd Drie en Dertig Jaren Geatd Westerkerk 4 Dec.r 1796) Meerderjarige Dochter van Harmanus Blokhuijs en Anda Banbara Fesemeijer beiden overleden.— ter andere zyde. De voorafgaande Acten, welke, nevens het zesde Hoofdstuk van het Huwelijk, volgens de Wet van 25 Ventose van het Jaar Elf, voorgelezen zijn, bestaan, ten eersten: in een Extract uit het Register der Afkondigingen, behoorlijk zonder verhindering erer geschied ten Vyfentwintig April en twee dezer ten 2dende Doopcedullen der verloofden ten 3den de Doodcedul des vaders van den bruidegom ten den Notancel konsent zijner Moeder. ten Edende DoodCezullen der Ouders van de bruid die ons met de ondergemelde getuigen onder aanbod van eede verklaarde den door, of schoon onbekendheid derplaats van overlijden of laatste woonplaats harer Geoolben aars. waarna wij hun, bij name en afzonderlijk, hebben -afgevraagd: of zij elkander aannamen als Man en Vrouw; het welk door hun, zeder in het bijzonder, met ja beantwoord zijnde, hebben wijn naain der Wet uitspraak gedaan: dat zij door het Hluwelijk zijn vereenigd;, alls ingevolge het derde Hoofdstuk der Wet van 20 Ventose, van het Jaar Ek, en in tegenwoordigheid van Willem de Lagh, geemplogierde van het gndicaat Cend Zeven entwintig, Fredrik Rossberger kleerenmaker aend NegenenZestig, Hendrik Peterte Regtdoorzes kastelein, oud Vyf en Veertig, en Jasper Anbrodews Engering, kantoorbediende, oud Zes en Dertig Jaren. — Allen wonende Actier Geoolben aars. waarna wij hun bij name en afzonderlijk hebb vraagd: ofel ter aennamer ale N en Vrouw; het welk door hun, zeder in het bijzonder, met ja beantwoord zijnde, hebben wijn naaim der Wet uitspraak gedaan: dat zij door het Huwelijk zijn vereenigd; ales ingevolge het dend. Hoofdstuk der Wet van 20 Ventose, van het Jaar Ek, en in tegenwoordigheid van Willem de Lagh, geemplogierde van het gndicaat Cend Zeven entwintig, Fredrik Rossberger kleerenmaker aend NegenenZestig, Hendrik Peterte Regtdoorzes kastelein, oud Vyf en Veertig, en Jasper Anbrodews Engering, kantoorbediende, oud Zes en Dertig Jaren. — Allen wonende Actier Zijnde deze Acte door ons vervaardigd en voorgelezen aan de Comparanten, welke met ons hebben geteekend. J P Dinning van Winter R Blokhug W: delaar F: Kosstergor H: P: Reetdoorzee C. A. Engeving 128. Op heden den Vijfden Mei des Jaars Achttienhonderd Dertig, 18 des morgens ten tien uren, zijn voor ons Ondergeteekende, als Lid van den Raad dezer Jia Stad, daartoe ingevolge de Besluiten van Z. M. van 14 Febr. 1823, No. 59 en van 11 Jan. 1828, No. 108, gedelegeerd, verschenen, ten einde een Huwelijk aan te gaan, Martinus van Hemert, Zilversmidsknecht, Geboren en wonende Acteer, oud Acht en Twintig Jaren (ged:t Noorder kerk 21 febr.i 1802/ Meerderjarige zoon van Klaas van Hemert overleden es en Maria Gybe, geen beroep, wonende Alhier ter Eene. En Merrigien Magdalena Vossebelt. Dienstoode, Geboren te kampen Arrondt zwolle, wonende Acheer Aud Dertig Jaren, Meerderjarige Dochter van Jan Vossebelt overledenes en Hendrika Meijers, Naarster, wonende te Kampen. — ter andere zyde. En konsen tienden hanne Moeders personeel in dezen Echt De voorafgaande Acten, welke, nevens het zesde Hoofdstuk van het Huwelijk, volgers de Wet van 25 Ventose van het Jaar Elf, voorgelezen zijn, bestaan, ten eersten: in een Extract uit het Register der Afkondigingen, behoorlijk zonder verhindering Achiergeschied den Vyfentwintig April le en twee dezer. ten roende Doopcedullen der verloofden ten 3derde Doodcedullen hunnen Vaders. waarna wij hun, bij name en afzonderlijk, hebben afgevraagd: of zij elkander aannamen als Man en Vrouw; het welk door hun, ieder in het bijzonder, met ja beantwoord zijnde, hebben wij in naam der Wet uitspraak gedaan: dat zij door het Huwelijk zijn vereenigd; alles ingevolge het derde Hoofdstuk der Wet van 20 Ventose van het Jaar Elf, en in tegenwoordigheid van Jacob Helweg, Zilversmid, oud Drie en Destig Christoffel Daniel Heinecke, Idem, Oud Dertig Adrianus Steerbrugge, Idem, Ond Acht en twintig en in Paulus Teodorus Oostermeijer Idem, Oud Drie en Dertig Jaren. — AAllen wonende Achier. Zijnde deze Acte door ons vervaardigd en voorgelezen aan de Comparanten, welke met ons hebben geteekend verklarende de Moeder des Echtgenoots niet te kunnen schrijven 8 M van Humers van Wonter M M Vosserbald C P Husneker Mjzens De Steenbrugge P 1: Hwen P:T: Oostermeyerh