Blader door transcripties » Stadsarchief Amsterdam

archieftoegang 5009, inventarisnummer 5668, pagina 8

No. 107
Heden vier Maart
honderd zes en twintig
zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam verschenen, ten einde een
huwelijk aan te gaan.
August Petrus van Veen, werkman.
geboren en wonende alhier, oud eenen
twintig jaren, meerderjarige zoon van
August Petrus van Veen, oud negen
en veertig jaren, werkman, en Catha
rina Ruys, oud zesen veertig jaren
zonder beroep, beiden wonende alhier, en
Christina Rosina Bakker, zonder
beroep, geboren en wonende alhier, oud
eenentwintig jaren, meerderjarige
dochter van Cornelis Philiprus Bakker
oud achtenveertig jaren, werkman, en
Christina Rocna Brandon, oud drie
en veertig jaren, - zonder beroep, beiden
wonende alhier. Berder ouders verklard
den, voor mij tegenwoordig, toe te stem
men in dezen echt
De afkondiging tot dit huwelijk is onverhinderd geschied, alhier rentwin
tigsten Februari laatstleden.
Ik heb bruidegom en bruid afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en
getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat
verbonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden, heb ik, in naam
der wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.
Als getuigen waren tegenwoordig: Jan Lodewijk Ferdinand
Harlaar, zwager der echtgenoote, kok„
oud zevenentwintig jaren, en Pieter Dirk
van Veen, broeder des echtgenoots, zonder
beroep, oud vier entwintig jaren, bei
den wonende alhier.
Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen.
No. 108
Heden vier Maart
zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam verschenen, ten einde een
huwelijk aan te gaan
Jan Wilhelm van Raalte,meubel
Smaker, geboren inde gemeente Helder, wo
nende alhier, oud dertig jaren, meerder
jarige zoon van Jan van Raalte, en
Margaretha Wilhelmina Eggen, beiden
zonder beroep, en wonende alhier, en
Pietertje Sostma, zonder beroep, ge
boren enwonende alhier, oud negenen
twintig jaren, meerderjarige dochter
van Pieter Postma, overleden, en
Pietertje Bruyn, oud zevenenzestig
jaren, zonder beroep, wonende alhier
De moeder der bruid, verklaarde, voor
mij tegenwoordig, toe te stemmen in
dezen echt
De afkondiging tot dit huwelijk is onverhinderd geschied, alhier dentidin
tigsten Februari laatstieden.
Ik heb bruidegom en bruid afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en
getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat
verbonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden, heb ik, in naam
der wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.
Als getuigen waren tegenwoordig: Jitze Iostma, broeder der
echtgenoote, loopknecht, oud eenen
dertig jaren, en Jan Lodewijk Iosseram
zwager der echtgenoote boekdrukker
oud twee endertig jaren, beiden wonen
de alhier
Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen
C Pn Bakken
A.F. v. Jeen
ER Brandor
C. H Bukker
J L S Hailaar
A P. v. Veen
OHtugaro senen
P.D. van Veen
C Buijs
J M v Raalte
J Oortma
S CPostma
J. L. Gorseram

Phuepd
Puen o