Blader door transcripties » Stadsarchief Amsterdam

archieftoegang 5009, inventarisnummer 5668, pagina 21

No. 133
No. 133
In vonnis der
Arrondissenent
Rechtbank te
Haarlem van
negenentwintig,
December negen
tienhonderd
eenendertig is
ontbinding door
uitgesproben de
echtscheiding
van het in neven
staande akte
vermelde hunulyk
ngentreven in het
register van Heu
welijken en Echt
scheidingen mun-
mer een, folio
zeven te Imsterdam
heden vijftien
Januari negen-
tienhonderd
twee en dertig
A.EZek
Heden achttien maart negentienhonderd zes en twintig
zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam verschenen, ten einde een
huwelijk aan te gaan.
Syme Gerrit Hogenbirk handels,
reiziger, geboren en wonende alhier, ong
achtentwintig jaren, meerderjarige
zoon van Gerrit Jan Hogenbirk, oud
vijftig jaren, — diamantslijper, en
atharina Fabré, oud achten veertig ja
ren, zonderberoep, beiden wonende alhier
en Erika Agathe Hedwig Marie
Past, zetwinkelierster, geboren te
sterna inzuitschland, wonende in
de gemeente Haarlem, oud vifentwin
„tig jaren, Duitsche, meerderjarige dochter
„ van Max Eduard Fast, overleden en
Anna Minna Louise Auguste Muller
zonder beroep, wonende te Monschan
inzuitschland. De ouders des bruiden
soms verklaarden, voor mij tegenwoor
dig, toe te stemmen in dezen echt-
De afkondiging tot dit huwelijk is onverhinderd geschied, alhier en in de
gemeente Haarlem, den zevenentwin
tigsten Februari laatstleden
Ik heb bruidegom en bruid afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en
getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat
verbonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden, heb ik, in naam
der wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.
Als getuigen waren tegenwoordig: Magnus Pillmann
handelsagent, oud zestig jaren, en
Jan Hogenbirk, broeder des echtge„
noots, handelseiziger, oud negenen
twintig jaren, beiden wonende alhier
Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen.
No. 134
Heden achttien Maart negentienhonderd zes en twintig
zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam verschenen, ten einde een:
huwelijk aan te gaan
Ibert Jansen, winkelier, geboren en
wonende alhier, oud achtentwintig jaren
meerderjarige zoon van Evert Jansen, en
Maria Helena Koster, beiden overleden, en
Willemina Boonstra, zonder beroep
geboren en wonende alhier, oud twee en
twintig jaren, meerderjarige dochter
van Tjabel Boonstra, oud vierenzestig
jaren, - en Willemina Pieters oud eenen
zestig jaren, - beiden zonderberoep en
wonende alhier. De ouders derbruid ver
klaarden, voor mij tegenwoordig, toe te
stemmen indezen echt
De afkondiging tot dit huwelijk is onverhinderd geschied, alhier den zeeden
dezer maand
Ik heb bruidegom en bruid afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en
getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staa
verbonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden, heb ik, in naam
der wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.
Als getuigen waren tegenwoordig: Hendrik Roonstra, broe
der der echtgenoote, drogist, oud drie en
dertig jaren, en Johan Christiaan Wahlen
zwager des echtgenoots, winkelier ou
vier endertig jaren, beiden wonende
alhier
welke overeenkon
's voorgelezen
Wapnyfillman
T. G. Hogenhat
R H H. M. Past
Jan Rozenberk
AVZahy
G. J Hrgenbuk
C Fabré
BJonsen
H Boonstra
W Bronsta
J. C. SWakt
AWZaken
J Boonstra
W Liesters