Blader door transcripties » Stadsarchief Amsterdam

archieftoegang 5009, inventarisnummer 5668, pagina 15

No. 121 Bij vonnisderAfrron ditssements Rechtbank te Amsterdam, van zes April negentien honderd drie en der tig is uitgesproken de ontbinding door echtscheiding van het in nevens staande akte vermelde huwelijk. Ingeschreven in het register van Huwellijken en Echt. scheidingen, nummer een a„ folio twee en twintig verso te Amsterdam, heden veertien. Juninegentien, honderd drie en dertig: vansoert Heden tien Maart negentienhonderd zes en twintig zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam verschenen, ten einde een huwelijk aan te gaan: Johannes Cornelis Pietersma, kellner, geboren en wonende alhier oud twee entwintig jaren, meerder „jarige zoon van Dirk Pietersma, oud twee en viftig jaren, monteur, en Johanna Agnes Dabzoek, oud zevenen veertig jaren zonder beroep, beiden vo nende alhier, en Wilhelmina Petronella Jurgen zonder beroep, geboren en wonend alhier, oud negentien jaren, min derjarige dochter van Johannes Jurgens, steenhouwer, en Catharina Petronella Scheepers, oud zesenveertig jaren, - zonder beroep, beiden wonen de alhier. De ouders des bruidegom en de moeder der bruid verklaarden voor mij tegenwoordig, toe te stemmen in dezen echt. De vader der bruid heeft blykens hierbij overgelegde authentieke akte, indezen echt toegestemd. De afkondiging tot dit huwelijk is onverhinderd geschied, alhier den zeven entwintigsten Februari laatstleden. Ik heb bruidegom en bruid afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden, heb ik, in naam der wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden. Als getuigen waren tegenwoordig: Johan Hendrik Stricker werkman, oud twee endertig jaren, en Willem Christiaan Nieuwolt, werkman oud zevenendertig jaren, beiden wonende alhier Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen. No. 122 Heden tien Maart 9 twintig u zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam verschenen, ten einde eenhuwelijk aan te gaan Riekel Bakker, huisschilder, ge boren inde gemeente Meppel, wonende alhier, oud vierendertig jaren, van echtgescheiden echtgenoot van Johan na Keina Janse, meerderjarige zoon van Harmannus Bakker, en Wicchertje Rykeboer, beiden zonder beroep en wonende alhier, en Grietje Brandligt zonder beroep geboren en wonende alhier, oud achten twintig jaren, meerderjarige dochte van Ribert Brandligt, landbouwer en Temmigje Fernhout, zonder be roep, beiden wonende inde gemeente Hoogeveen. De ouders der bruid heb ben, blykens hierbij overgelegde authen tieke akte, indezen echt toegestemd De afkondiging tot dit huwelijk is onverhinderd geschied, alhier rentivon tigsten Februari laatstleden Ik heb bruidegom en bruid afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden, heb ik, in naam der wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden. Als getuigen waren tegenwoordig: Hendrik Otter, zwager de echtgenoots, rywselhandelaar, en Klaas Bakker, broeder des echtgenoots, schoen maker, beiden zeven en veertig jaren oud en wonende alhier. vereenkomst. de wet is voorgelezen. ieturma C P schapers W. S C Burgens. JH Stricker W PetenmaW. Vr. Nieuwt JA Datzoek D Bakkez H: Otter H. Bakker. Gr Brandeigt