Blader door transcripties » Stadsarchief Amsterdam

archieftoegang 5009, inventarisnummer 2870, pagina 52

283
Heden negen Mei negentienhonderd twaalf
zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam verschenen, ten einde een
huwelijk aan te gaan:
Frans Reitema, kantoorbediende, geboren
te Beverwijk, wonende alhier, oud vier en dertig
jaren, meerderjarige zoon van Cornelis Dou
we Reitema en Maria van der Kaa, beiden
zonder beroep en wonende alhier en
Marretje ter Beek zonder beroep, geboren
en wonende alhier, oud vier en dertig jaren
meerderjarige dochter van Cornelis ter Beek
en Maria Langerhorst, beiden overleden—
De beide afkondigingen tot dit huwelijk zijn onverhinderd geschied, alhier den een
en twintigsten en acht en twintigsten April-
laatstleden
Ik heb bruidegom en bruid afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en
getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat
verbonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden, heb ik, in naam
der wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.
Als getuigen waren tegenwoordig: Cornelis Douwe Reitema
vader des echtgenoots zonder beroep, oud drie
en zeventig jaren, Carl Johan Jozef Reitema
broeder des echtgenoots tramwagenbestuurde
oud zeven en dertig jaren, Cornelis ter Beek
slager, oud twee en veertig jaren en Cornelis
Elbert ter Beek slager, oud negen en dertig
jaren, beiden broeder der echtgenoote, allen
wonende alhier
No. 284
vijftigste en laatst
Heden negen ebei negentienhonderd twaal
zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam verschenen, ten einde een
huwelijk aan te gaan:
Johannes Lucas van der Boom kan
toorbediende, geboren en wonende alhier
oud zes en twintig jaren, meerderjarige
zoon van Willem van der Boom overle
den en Maria Prinsen, zonder beroep, wo
nende alhier, en
Cornelia Willemina Hendrika Pietersz
zonder beroep, geboren en wonende alhier
oud een en twintig jaren meerderjarige doch
ter van Jacobus Pietersz suppoost wonende
alhier en Willemina Hendrika Imer„
overleden. De vader der bruid verklaarde voor mij
tegenwoordig, toe te stemmen in dezen echt. De moe
der des bruidegoms heeft, blijkens hierbij overgelegde
authentieke akte in dezen echt toegestemd
De beide afkondigingen tot dit huwelijk zijn onverhinderd geschied, alhier den acht
en twintigsten April laatstleden en den vijf
den dezer
Ik heb bruidegom en bruid afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en
getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat
verbonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden, heb ik, in naam
der wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.
Als getuigen waren tegenwoordig: Jacob Cornelis van der
Boom broeder des echtgenoots, agent eener
levensverzekeringsmaatschappij, oud dertig
jaren Bernardus Aalbert Pietersz, broeder
der echtgenoote bouwkundig teekenaar
oud zes en twintig jaren, beiden wonende al
hier Arend van der Boom, oom des echtge
noots, aannemer van bouwwerken oud
negen en zestig jaren wonende te '’s Gravenzande en
Hendrik Willem Levendag, zonder beroep, oud een
en zestig jaren, wonende alhier
Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen.
Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen.
GD. Rectemel
He Reitema
AWetern
M. ter Beek
C. te Beek
Na
GTerech
JohrL va Boom
J Cvd Boom
AHieterszBAjetern
ieumelenJr
J Pieteuss
A vd Boom
H W Levendag