Blader door transcripties » Stadsarchief Amsterdam

archieftoegang 5009, inventarisnummer 2819, pagina 10

negentienhonderd gft zin voor wij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam verschenen, ten einde der huwelijk aan te gaan: Cornelis Antonius Terlinden, steenhouwer, geboren en wonende alhier, oud zesentwintig jaren, meerderjarige zoon van Leonardus Engelbertus Terlinden en Helena Margare tha Wagener, beiden zonder beroep en wonende te Nijmegen en Catharina Theresia Kloppers, zonder beroep, geboren te Helder, wonende alhier oud dertig jaren, meerderjarige dochter van Paulus Pieter Jacobus Keloppers,zonder beroep wonende te Helder en Maartje Visser, over leden. De ouders des bruidegoms verklaarden voor mij tegenwoordig, toe kstemmen in dezen echt. De beide afkondigingen tot dit huwelijk zijn onverhinderd geschied, alhier den zevenden en veertienden dezer Ik heb bruidegom en Bruid afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en getrouwelijk alle de plichten/ zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn. Nadat deze tragen door hen bevestigend beantwoord werden, heb ik, in naam der wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden. Als getuigen waren/tegenwoordig: voorgelezen. voldgekeurd de doorhaling dezer bladzijde No. 305 Heden zeventien Me negentienhonderd elf zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam verschenen, ten einde een huwelijk aan te gaan: Willem Alexander Röckener bijtelmaker, geboren en wonende alhier, oud vierendertig jaren, meerderjarige zoon van Pieter Rockener in Dorothea Eli sabeth Klagers, beiden overleden en Cornelia Hesseler, zonder beroep, geboren en wonende alhier, oud zevenentwintig jaren meerderjarige dochter van Johan Gerrit Casper Hesseler, overleden en Cornelia Dubie zonder beroep, wonende alhier. De moeder der bruid verklaarde voor mij tegenwoordig, toe te stemmen in dezen echt. De beide afkondigingen tot dit huwelijk zijn onverhinderd geschied, alhier den zevenden en veertienden dezer Ik heb bruidegom en bruid afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden, heb ik, in naar der wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden. Als getuigen waren tegenwoordig: Otts Hendrrik Röekener menbelmaker, oud vijfendertig jaren, Johannes Ge rardus Hermanus Hesseler, broeder der echtgenoote kruidenier, oud drieendertig jaren, Johan Thans werkman, oud negenentwintig jaren en Marinus Overing, goudsmid, oud zesentwintig jaren, beiden zwager der echtgenoote, allen wonende alhier zijn de de eerste getuige broeder des echtgenoot Goedgekeurd de doorhaling dezer bladzijde wegens abusiere beschrijving De Ambtenaar van den Burgerlijken Stand: J aarvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen. W. A. Röekener. O. H Röckener Jessel C. Hesseler. f Whans 6 Dubies M. Overing