Blader door transcripties » Gelders Archief

archieftoegang 0168, inventarisnummer 3906, pagina 3

1338
Op heden, den tienden Mei desjaris
achttienhonderd vijf enzeventig, zijn voor Meester
Rudolph Abraham Ianard Colenbrander,
notaris in het eerste arrondissement den provia
cie Gelderland, Standplaats hebbende te Nijkerk
in tegenwoordigheid van Errrt Meiliak, landbouwer
onder Barneveld en daken Reindert de Bruin, notarisklat, wo
nende te Nijherk als getuigen, onschenen:
Cornelis van Pulten, liadbouwer, ia het
Veer onder Nijberk woonachtig
ende heer Dirk Prias Hendrikszom; Notariskleer
wonende te Nijkerk, alswordelinge last hebben, vol.
gens zijne opgaaf van Louw Huijgen Aris„
Zoon en Hendrikus Huijgen Geritszoon, beidr
„veehouders, in de gemeente Bunschoten woonachtig
Deze comparanten, even als de getuigen, mij
notaris bekend, verklaarden dat de eerstge.
noemde kannen wegens te leen ontvangen
gelden schuldig te zijn:
aan Louw Huijgen Ariszom voornoemd
een hoofdson en duizend gulden
en aan Hendrikas Huijgen Gerritszom voor
noemd eene hoofdsom van zes honderd gul
den
van welke hoofdsommen de schuldenaar had
aangenomen jaarlijks op den verschijndag, den
eersten Tanaarg, wiens verstrijken voldoende
zoude wegen om hemin verzaien te stellen, in
teressen te betalen op den voet van vier en een
halftenhonderd s jaars, in gegaanden eersten
January jongstleden en voortloopende tot
op de terugbetaling der hoofdsommen, die voer
en wees, ten allen dage konde gedaan en gevorderd
worden, mits de opzegging van de eene of an„