Blader door transcripties » Gelders Archief

archieftoegang 0168, inventarisnummer 3904, pagina 14

Artikeltwee.
De kleeveren, het lijfstoebehooren en het gemaakte goud
en vilverwerk tot persoonlijk gebruik en versiering
van de aanstaande echtgenooten behoorende, op de ont„
binding der gemeenschap van winst en verlies aanwe„
zig, zullen echter daartoe niet behooren, maar
gerekend worden te zijn in de plaats gekomen van
de gelijksvortige voorwerpen door ieder hunner
ten huwelijk aangebragt en alzoo bij de ontbin.
ding der gemeenschap vóór hare verdeeling
worden terug genomen door of van wege dengene
hunner tot wiens lijfdragt, persoonlijk ge„
bruik of versiering dat een en ander blijkbaar
bestemd woas of zal gediend hebben.
Artikel drie.
De aanstaande echtgenooten geven elkander,
en alzoo de eerststervende aan den langstlevende
honnen, het vruchtgebruik, zijn of haar leven lang gedurende,
van des eerststervenden geheele nalatenschap, met
vrijstelling van de verpligting tot ze keheidstel„
ling, den vruchtgebruiken bij de wet opgelegd
doch behoudens de toepassing van artikel 965
des Buigerlijken, Wetboeks, wanneer die mogt worden
gevorderd.
Partijen verklaarden dat, buiten de voorwer„
pen in artikel twee vermeld, ten huwelijk werd
aangebragt:
door den bruidegem.
1. Eene vorderjag wegens verdierd lom ten
laste van zijnen onder groot vierhonderd gulden, en
2. Hetaandeel, zijnde een achtste, waartoe hij als mede.
erfgenaam bij versterf geregtigd is in de nalatenschap zijner
moeder Maartje van Heendelaar, welke nalatenschap
nog onverdeeld in bezit is bij zijnen vader Dirk
De doorhaling van
drie woorden en een cijfer
Buiterhuis, en
in den tweeden en derden
regel van boog op deze
3.—
in kontraten
bladzijde goedgekeurd
en door de bruid:
W
B
1.
het aandeel, zijnde een zevende, voaartoe hij als me.
E VF B
de erfgename bij versterf geregtigd is in de nalaten„
P RuB
schap van haren onder Evers van den Brink, welke nalaten„
K A H
schap nog bij hare moeder VEvertje wynen van den Brinks
not=s
onverdeeld wordt begeter
17
end in kontanten eene som van welke zij
De doorhaling van
een cijser en acht en
vóór de huwelijks voltrekking aan haren aanstaanden echtge.
dertig woorden uit
noot zoo overhandigen en waarvoor hem de huwelijks vol„
makende den tien
den tot en met den
trekking zoude aansprakelijk stellen zonden dat voor
vijftien den regel van
boven op deze blad.
die overgand ovit eenig ander bewijs zon kunnen ge„
zijde goedgekeurd
vorderd worden.)
sen aangien van hetgeen aan de comparanten uit
W B
gezegde nalatenschappen te eenigen tijd zoude aan komen,
vd B D
E
verklaarden zij zich te gullen gedragen aan de te zijnen
RaB
L A HC
tijd van die nalatenschappen op te maken akten van be.
noti
R
7
schrijving en Scheiding
Seunisje.
Deze bijvoeging en
Waarvan akte verzocht, verleend, aan de
de oontaling van
comparanten voorgelezen en verleden te mijnen
Een woord in den
achtsten regel van
kantore binnen Nijkerk, ten jare en dage in het
boven op deze bladtjoe
hoofd dezer vermeld, in tegenwoordigheid der genoem„
goedgekenrd
de getuigen, die met de comparanten en mij nota„
W B
in deze minute onmiddelijk na de voorlezing
hebben onderteekend.
E vd B W
W Buitenhuis E: van den Brink
RaB
R AHC.
R=s de Bruin
D. Prinstr
not
K A. I. Colnbrander
Notaris
Geregistreerd te Nykerk den achtsten october 1800 drieenze=
ventig deel 51 folio 46 recto vak 7, twee bladen, drie renvooyen, ont
varsen voor regt wegens huwelyksiontract ƒ 240 en wegens testament
12.„ alwo kezamen voor regt ƒ4.80 met de 38 opcenten adl ƒ1.822 uit
makende zes gulden tweeenzestigene en halve cents De ontvanger
1:0:627 Hooiter