Blader door transcripties » Gelders Archief

archieftoegang 0168, inventarisnummer 3904, pagina 6

¶ Bart
dize bijvoeging
Endidoorhaling
van een woord
En den Negenden
regel opdene
bladzijde goed
Gekeurd
G B H B
B B D
Ram
R A H
Nots
kostenenrechten op de verbbening en verdeeling der
nalatenschap vollende, waarvan vooralmog het bedrag
niet kan worden opgegeven, weshalve die alhier ge
bracht worden voor memorie.
Nadat men tothiertoe was gevorderd verklaarde
de comparant Guirt Bakker dat zijne broeders Reinier
en Bart ook ieder een huwelijks uitzet haddenge.
noten van zeshonderd gulden. De Comparant
Hendrik Bakker erkende oel éen uitzet, waarvan
hij het bedrag niet meer opgeven kon, te hebben ge
had maar dat later aan zyn vader was tenugge
geven uit eene erfenis zijner vrouw, waarvan hij op
gaf bovendien nog zestien honderd gulden aan zijnen
vader in bewaring gegeven te hebben, die hem nooit
waren terg gegeven, wverhalve die, naar zijne mee
ning onder de schulden der nalatenschap moes
ten worden opgenomen. De beide andere Comparanten
verklaarden van die afbetaling en inbewaargeving
niets te wezen. De Comparant Hendrik Banker
gaf daarbij te kennen dat hem van het aan
zijn vader gegeven uitzet niet alleenniets bekend
oves, maar dat zijne moeder hem ook uitdruk
kelijk had verzeven, daarvan geheel onkundig
te wezen.
De Comparanten Geurt en Hendrik Bakaer
Zegge Bart en Hendrik Bakker, beweerden vervol
gens dat hun mededeelgenoot Geurt Bakker
aan zijnen vader, buitende reeds voormelde dui
zend nog duizend gulden schuldig gebleven was,
waarvan de rente door den erflater genoten
was door het gebruik van eenigen grond van
den schuldenaar. De Comparant Hendrik Bak
ter zeide dat de erflater in het vorig jaar Zicht
zijnde, hem zulks had gezegd; de Comparant
Bart Bakker gaf op hetzelfde, omstreeks
dienzelfden tyd vernomen te hebben van
des erflaters huishoudster Evertje Kleijer. Daar
Geurt Bakker bepaald bleef ontkennen
ict Onders schuldig te wezen dan voormelde
duizend gulden metrente en voorschreven inbreng
en mitsdien de werkzaamheden derscheiding
niet verder konden worden voortgezet, zijn
deze geschoort, tot dat de benoegde richtes
over de geschilpanten uitspraak zal hebben gedaan,
tot welk einde van de beoeringen van partijen
door mij notaris eenafgonderlijk procesverbaal
zal worden opgemaakt.
waarvan akte, verzocht, verleend, aandesom
paranten voorgelezen en verleden te mijnen kanto
re binnen nijkerk, ten jare en dage, in het hoofd
dezer vermeld, in tegenwoordigheid der genoemde
getuigen, die met de Comparanten en mij nota
rij dize minute, ommiddelijk nade voorlezing,
hebben onderteekend.
G Bakker
B: Bakker
H Bakker
—
D. Prinsttr R= de Bruin
K A. I. Coluibrander
Notaris
Geregistreerd te Nykerk den dertienden
october 1800 drieenzeventig deel 51 folio 67
recto vak 6, zes renvooyen, bies bladen - ont
vangen voor regt ƒ 0.80, voor 38 opcenten ƒ0. 30½ tera
men een gulden tien en een halve cent
De ontvanger
ƒ1.102
Kooster.