Blader door transcripties » Tresoar

archieftoegang 26, inventarisnummer 1013, pagina 14

ste schrijvers het regt, van eerste verhooging hebben.
Tot strijkgeld zal worden gegeven hetgeen bij ieder perceel zal
worden uitgedrukt en tot verhooggeld van elken gulden tien cent.
waaneer twee of meer perceelen even hoog schrijven of bieden
zullen zij elkanderen bij verhooging van vorig bod moeten afschrij„
ven of mijnen.
De huurders zullen verpligt zijn de huurprijzen te betalen aan
den tijdelijken boekhouder der voornoemde Gemeente of deszelfs
gemagtigde, in klinkenden en ten tijde der voldoening in deze
provincie gangbare geldmunte en opgeene andere wijze, voor of
uiterlijk op den eersten November van elk jaar, waarvan het eerste
—
zal verschijnen in dezen jare achttien honderd twee en veertig
De huurders zullen als dan telkens, bovende te beloven huurpen-
ningen, aan handen als voormeld, moeten voldoen, tot goedma
king der kosten over deze verhuring vallende, vier ten honderd
van de huurprijzen
De huurders zullen, op daartoe gedane aanvrage, tot genoegen
van de verhuurders in kwaliteit, verpligt zijn, borg te stellen
voor de te biedene huurpenningen en aankleve van dezelve
mitsgaders voor de nakoming van alle de voorwaarden, wel
ke borg of borgen gerekend worden afstand te hebben gedaan van
de voorregten van schuldsplitsing en uitwinning en alzoo dadelijk
aansprakelijk zijn, bij aldien de huurders in gebreke blijven hun
verschuldigde te voldoen, zonder dat de verhuurders in kwaliteit
de huurders eerst in regten om betaling behoeven te vorvolgen;
zullende de Diakenen door niemand als borgen mogen worden
gevraagd.
Twee of meer personen te zamen huurders wordende, zullen
gezamenlijk en ook ieder hunner hoofdelijk en in het bijzonder
voor het geheel, verbonden zijn, onder afstand van het voorregt
van schuldverdeeling.
De perceelen worden verhuurd met zoodanige lusten, lasten,
actien, servituten, regten en geregtigheden als van ouds, zoodanig
als zij zijn, zonder dat voor de juiste uitgestrektheid of belending
wordt ingestaan; zullende de verhuurders in kwaliteit tot geene an
dere vrijwaring gehouden zijn, dan alleen voor het vredig bezit.
De verponding en verdere lasten met en benevens het bearbeiden
der landen, gedurende de huurjaren, blijven voor rekening van de
Verhuurders in kwaliteit.
De huurders zullen de drie eerste perceelen jaarlijks twee malen
mogen maaijen en daarin geene beesten mogen weiden, dan met
toestemming van de verhuurders in kwaliteit en het laatste per„
ceel, ter hunne keuze, of jaarlijks eenmaal maaijer en aan
weiden en overigens de landen, gelijk brave heurders verpligt
zijn gebruiken.
De huurders zullen in alle gevalle het gehuurde, wat het
laatste jaar huur aanbelangt, niet langer mogen beweiden, dan
tot den eersten November, ten zij met schriftelijke toestemming
van de Verhuurders in kwaliteit
Na voorlezing van al het vorenstaande, hebben wijde gegadig
den verzocht de perceelen te beschrijven en te verhoogen, nadat
nog was bepaald, dat ook het vierde perceel twee maal moet wor=
den gemaaid en niet mag worden beweid, en dat het rijdersgeld,
waarmede het eerste en tweede perceel is bevoorregt, ten voordee„
le komt van de huurders. En is het
Eerste perceel, beschreven door Ysbrand Johannes de Haan,
landbouwer onder Akkrum, die het strijkgeld ad drie gulden ge=
trokken heeft met de som van zeven en zeventig gulden vijf en twintig
- - - ƒ. 77. 25
cents
- . -
door dezelve verhoogd met twee gulden vijf en zeventig cent „ 2:75
Gebleven op en aan hem verhuurd voor tachtig guldenjaar. 80. 00
Het tweede perceel is beschreven door Sjoerd Riazes Kuiper voor-
noemd, die het strijkgeld ad twee gulden getrokken heeft met de som
van een en zestig gulden
ƒ
61. 00
-
Verhoogd door Homme Fokkes de Jong, boer te Haskerdijken met
twee gulden zegge Nes, met twee gulden.
2. 00
Gebleven, op en aan hem verhuurd voor drie en zestig guldens jaars ƒ 63. 00
Het derde perceel is beschreven door Willem Jiskes Koopmans voor.
noemd, die het strijkgeld ad drie gulden getrokken heeft met de som
ƒ.
81. 25
van een en tachtig gulden vijf en twintig cent
opgeroepen en niet verhoogd, verklaarde genoemde koopmans
zulks te doen voor Jelmer Klazes de Groot, boerte Nes, die hierbij
tegenwoordig zulks erkende, alwaarom het aan hem in huur is toege„
wezen voor een en tachtig gulden vijf en twintig cents jaars
Het vierde perceel is beschreven door Hijlke Bonnes Hijlkema boer
onder Nes, die het strijkgeld ad twee gulden getrokken heeft met deso„
ƒ 48. 50
van acht en veertig gulden vijftig cent
verhoogd door Roelof Oedzes Dantuma kastelein te Nes met een gulden 1.00
Geble.
t
273.75
12