U heeft gezocht naar pagina's die de tekst "Jacques AUDIER" bevatten, dit geeft 2 zoekresultaten.
Koninglyke Notarissen aldaar Sejourne JI. en Barbaret nader gerenoveert ) gesubstitueert zynde door Jan Jacques
Audier, meede Koopman aldaar, uit kragte der generale Procuratie op den selven Jan JacquesAudier den
[1] ONtfangen een Missive van den Heere Grave van Rechteren, Haar Hoog Mog. extraordnaris Envoyé en Plenipotentiaris aan het Hof van sijne Majesteit den Koning van Spagne, geschreëven op het Escuriaal den 23 der voorleeden maand, HBoudende advertentie. WAAR op geen resolutie is gevallen. [2] ONtfangen een Missive van den Heere Grave van Degenfeld, haar Hoog Mog. extraordinaris Envoyé en Plenipotentiaris aan het Hof van haare Keiserlyke Majesteiten, geschreven te Weenen den 2 deeser loopende maand, houdende advertentie. WAAR op geen resolutie is gevallen [3] ONtfangen een Missive van den Heere Lestevenon van Berkenroode, haar Hoog Mog. Ambassadeur aan het Hof van sijne Majesteit den Koning van Vrankryk, geschreven te Parys den 6 deeser loopende maand, houdende advertentie. WAAR op geen resolutie is gevallen. [4] IS ter Vergaderinge geleesen de Requeste van Pierre la Clotte, Koopman te Bourdeaux, houdende, dat den Suppliant by Acte op den 12 Augusty 1774 voor de Koninglyke Notarillsen Gatelles en Barberit te Bourdeaux voornoemt gepasseert (op den 6 Mey deeses jaars 1778 voor de Koninglyke Notarissen aldaar Sejourne JI. en Barbaret nader gerenoveert ) gesubstitueert zynde door Jan Jacques Audier, meede Koopman aldaar, uit kragte der generale Procuratie op den selven Jan Jacques Audier den 23 July 1774 voor den Koninglyken Notaris Labie en Getuigen te Cahors gepasseert, door Fabien Sebastiaan Imberties, Pierre Imberties , Maria Therese lmberties, daar toe geauthoriseert by haaren Man Joseph Mercier, en Jean Micquel, als Vader en wettige Voogd van Jean Louis Joseph Dominique Micquel en Jeanne Petrouille Micquel, by hem verwekt aan wylen sijne Huisvrouwe Catharina Imberties, te saamen de eenige en universeele Erfgenamen ab intestato van wylen An. toine Imberties, in leeven Koopman op het Eiland St. Eustatius, sig in den jaare 1774 na St. Eustatius voornoemt begeeven had tot het invorderen en liquideeren van den Boedel en Nalaatenfchap van den selven Antoine lmberties, ten behoeve van sijne voornoemde Erfgenamen. Dat den Suppliant vervolgens aldaar aangekoomen zynde, sig wel aanstonds had vervoegt by Jean Preveraud, aldaar woonagtig, met welke de voornoemde Antoine lmberties in sijn leeven in Compagnieschap hadde gehandelt, onder de Firma van Imberties en Preveraud, en aan wien hy de directie van die Compagnie hadde overgelaaten;, en aan hem behoorlyke communicatie van sijn Suppliants qualiteit gegeeven, ten cinde van gemelden Preveraud de noodige Penningen wegens den staat van voorsz Nalatenschap en Compagnieschap te bekomen, en met den selven deswegens te liquideeren, dan dat deselve Preveraud sig daar dan door allerhande tergiversatien onttrokken hadde, en in tegendeel had weeten te bewerken, dat Gouverneur en Raaden des Eilands St. Eustatius voornoemt op den 14 February 1775 Jacques Texier hadden geauthoriseert als Curateur in den Boedel van den voornoemden Antoine lmberties, omme nevens hem Preveraud alle affaires en Transactien der Compagnieschap, gecanteert hebbende op den naam van lmberties en Preveraud, te helpen dirigeeren en liquideeren, en van hunne verrigting aan het Collegie van Gouverneur en Raaden verslag op sijn tyd in te leeverenDat den Suppliant vervolgens by den yoornoemden Preveraud en Texier in hunne respective relatien alle moogelyke moeitens hadde aangewend, ten einde van deselve behoorlyke opening van gemelden Boedel en Societeit, als meede reekening en verantwoording van hunne directie en administratie deswegens te bekomen, dog altoos vrugteloos, door verscheide alsints ongegronde vorderingen van cautie door deselve, alvoorens daar toe te willen koomen, aan hem Suppliant gedaan. Dat den Suppliant wyders sig te meermalen by Requeste hadde geaddresseert aan Gouverneur en Raaden des Eilands St. Eustatius, ten einde aan voornoemde Preveraud en Texier gelast wierd, hem de voorsz opening te geeven en reekening te doen, sonder egter daar op eenige dispositie te kunnen bekomen, niettegenstaande hy Suppliant, Rhoe seer ongehouden, tot soo verre gekoomen was, dat hy geoffereert hadde, om wanneer deselve Preveraud en Texier hem visie gaven van de Boeken, &c. specteerende tot de Societeit, en reekening en verantwoording deeden, te stellen cautie juratoir van geene Effecten der Societeit te sullen toucheeren voor en aleer dat de respective Crediteuren souden zyn voldaan en betaalt; dan met welke cautie sy geen genoegen hadden willen neemen, en selfs niet met de naderhand aan hun door den Suppliant geoffereerde, van Jan Bronkhorst, Commissaris van deesen Staat te Bourdeaux, voor alle aanspraken, welke weegens de Erffenis van meergemelde A. Imberties mogten geschieden; versoekende den Suppliant om reedenen in de voorsz Requeste geallegeert, dat het haar Hoog Mogende goede geliefte zyn moge, Gouverneur en Raaden des Eilands St. Eustatius aan te schryven en te gelasten, aan den Suppliant in alle de procedures in de voorsz Requeste vermeld, welke hy aldaar genoodsaakt is te voeren, korte en prompte expeditie van Justitie te doen geworden, sonder aan sijne Parthyen eenige verdere dilayen of uitstellen te verleenen, en in tegendeel die saaken, voor soo verre deselve niet reeds in staat van wysen mogten zyn, ten spoedigsten te doen instrueeren, en eindelyk de gemelde saaken binnen den tyd van ses maanden na de receptie van die haar Hoog Mog. Aanschryving by definitive Sententie te termineeren, soodanig als deselve in goede Justitie sullen oordeelen te behooren. WAAR op gedelibereert zynde, is goedgevonden en verstaan, dat Copie van de voorsz Requeste gesonden sal worden aan Commandeur en Raaden des Eilands St. Eustatius, en deselve daar neevens aangeschreeven en gelast, soo als gelast worden mits deesen, aan den Suppliant in alle de in de voorsz Requeste gemelde procedures, welke hy aldaar genoodsaakt is te voeren, korte en prompte expeditie van Justitie te doen geworden, sonder aan sijne Parthyen eenige verdere dilayen of uitstellen te verleenen, en in teegendeel die saaken, voor soo verre deselve niet reeds in staat van wysen mogten zyn, ten spoedigsten te doen instrueeren, en eindelyk de gemelde saaken binnen den tyd van ses maanden na de receptie van deese haar Hoog Mog. Aanschryving, by definitive Sententie te termineeren, soodanig als deselve in goede Justitie sullen oordeelen te behooren. [5] IS ter Vergaderinge geleesen de Requeste van Pierre la Clotte, Koopman te Bourdeaux; versoekende om reedenen in de voorsz Requeste geallegeert, haar Hoog Mog. Mandament van Revisie, van seekere Sententie van Gouverneur en Raaden des Kilands St. Eustatius van dato 23 Juny 17775 geweesen in saake in het breeder in de voorsz Requeste ter nedergesteld, voor soo veel des noods, met de clausule van relief, jegens de indebite prosecutie der selver Revisie, en voorts in communi Jorma. WAAR op gedelibereert zynde, is goedgevonden en verstaan, dat ten behoeven van den Suppliant het versogte Mandament van Revisie, voor soo veel des noods, met de clausule van relief jegens de indebite prosecutie der selver Revisie in behoorlyke forma sal worden gedepecheert. [6] BS ter Vergaderinge geleesen de Requeste van Maria Johanna Grootveld, Weduwe wylen J. J. Rouleau, in leeven Raad in den Hove van civile Justitie der Colonie Surinamen, woonende aldaar; versoekende om reedenen in de voorsz Requeste geallegeert , haar Hoog Mog. Mandament van Revisie van seeker Appointement of Dispositie van voornoemde Hove van civile Justitie der Colonie Surinamen in dato 15 April 1777, voor soo verre het selve de Suppliante is concerneerende, met de clausule van relief, jegens de indebite interjectie en prosecutie der voorsz Revisie; als meede van het daar op gevolgde nadere Appointement van gemelde Hove in dato 13 July 1778, voor soo verre het selve als confirmatoir aan voorengemelde Appointement of Dispositie soude kunnen worden geconsidereert, respectivelyk ter saake in het breede in de voorsz Requeste ter neder gesteld, en voorts in communi sorma. WAAR op gedelibereert zynde, is goedgevonden en verstaan, dat ten behoeven van de Suppliante het versogte Mandament van Revisie met de clausule van relief, jegens de indebite interjectie en prosecutie der voorsz Revisie, in behoorlyke forma sal worden gedepecheert.
Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland, archieftoegang 1.01.02, Inventaris van het archief van de Staten-Generaal, (1431) 1576-1796, inventarisnummer 3833, Gedrukte registers van de ordinaris resoluties, 1778
Koninglyke Notarissen aldaar Sejourné junior en Barbaret nader gerenoveert) was gesubstitueert door Jean Jacques
Audier, meede Koopman aldaar, uit kragte der generaale Procuratie op den selve J.
[10] IS ter Vergaderinge geleesen de Requeste van Pierre la Clotte, Burger te St. Eustatius, sig thans in de Provincie van Holland bevindende, houdende, dat de Suppliant, by Acte op den 12 Augusty 1774 voor de Koninglyke Notarissen Gatellet en Parberet te Bourdeaux gepasseert (op den 6 Mey 1778, voor de Koninglyke Notarissen aldaar Sejourné junior en Barbaret nader gerenoveert) was gesubstitueert door Jean Jacques Audier, meede Koopman aldaar, uit kragte der generaale Procuratie op den selve J. J. Audier, den 23 July 1774 voor den Koninglyke Notaris Labie en Getuigen te Cahors gepasseert door Fabien Sebastien Imberties, Pierre lmberties, Marie Therese lmberties, daar toe geauthoriseert by haaren Man Joseph Mercier, en Jan Micquel, als Vader en wettige Voogt van Jean Louis Joseph Dominique Miequel, en Jeannne Patronelle Micquel by hem verwekt aan wylen sijne Huisvrouwe Catharine Inberties, te saamen de eenige en universeele Erfgenaamen ab intestato van wylen Antoine Imberties, in leeven Koopman op het Eiland St. Eustatius. Dat den Suppliant sig in sijne gemelde qualiteit. na St. Eustatius voornoemt hebbende begeeven, tot het invorderen en liquideeren der Nalaatenschap van den voornoemde Angoine Imberties, ten behoeve van sijne Brincipaalen, daar in ontallyke moeyelykheeden en chicanes had moeten ondergaan, soo van de zyde van Jean Preveraud, geweesen Compagnon van voornoemde Imberties, als van die van Jacques Texier, die tot Curator in den Boedel van Antoine lmberties door Gouverneur en Raaden des Eilands St. Eustatius voornoemt was aangesteld, als welke niet vergenoegt met de finaale afreekening, weegens hunne respective bestiering en administratie en liquidatie der saaken van gemelde Nalatenschap, door allerhande chi Canes en srivole uitvlugten, soo veel mogelyk te dilayeeren, hadden kunnen goedvinden, om op de ongegrondste en vergesogtstepraetexten, op de sirma van lmberties en Preveraud, den Suppliant te doen arresteeren -in Persoou, niettegenstaande den Suppliantals toen reeds tot Burger des gemelde Eilands was aangenoomen, en wel met dat succes, dat hoe seer den Suppliant by Sententie van voornoemde Gouverneur en Raaden van den 23 Juny 1777, uit voorschreeve Gyseling en personeel Arrest was ontslaagen, daar by egter, op de pretense teedenen aldaar vermeld, aan den Suppliant sijnen verderen Eisch, jegens voornoemde Preveraud en Texier, ter dier saake aldaar genoomen , was ontsegt, selfs met condemnatie van den Suppliant in de kosten, dan van welke Sententie den Suppliant reeds op sijn deugdelyk te kennen geeven den 11 December 1778 had geobtineert haar Hoog Mog. Mandament van Revisie. Dat gelyk de voornoemde Preveraud en Texier, wyders daar op uit waaren, om door hunne tegiversatien en allerhande chicanes den Suppliant af te schrikken van het voortsetten der door hem, jegens hun te St. Eustatius geëntameerde Actien, immers hem sulks ten uittersten moeyelyk te maken, den Suppliant sig genoodsaakt had gesien by Requeste van haar Hoog Mog. te versoeken op de gronden daar by in het breede gedetailleert, soo als hy ook op dat sijn deugdelyk te kennen geeven, den 11 December 1778 had geobtineert haar Hoog Mog. Aanschryvinge en last aan Gouverneur en Raaden voornoemt, om hem Suppliant in alle de by sijne Requeste gemelde Proceduures, welke hy genoodsaakt was aldaar te voeren, korte en prompte expeditie van Justitie te doen geworden, sonder aan sijne Parthyen eenige verdere dilayen of uitstellen te verleenen, en, in tegendeel die saaken, voor soo veel deselve niet reeds in staat van wysen mogten zyn, ten spoedigsten te doen instrueeren, en eindelyk gemelde saaken, binnen den tyd van ses maanden na de receptie van van haar Hoog Mog. Aanschryving, by definitive Sententie te termineeren, soodanig als deselve in goede Justitie souden oordeelen te behooren. Dat den Suppliant, om het effect te genieten van meergemelde haar Hoog Mog. gunstige Aanschryving, voorneemens soude zyn, sig met de eerste otcasie weeder na St. Eustatius te begeeven, dog bedugt was, in sulken gevalle weeder in sijn Persoon geattacqueert te worden door de voornoemde Preveraud en Texier: versoekende den Suppliant om de gemelde en verdere reedenen in de voorsz Requeste geallegueert, haar Hoog Mogende Brieven van Saufconduit in optima forma. En dat het wyders haar Hoog Mogende goede geliefte zyn moge, alsnog aan Gouverneur en Raaden des Eilands St. Eustatiuas aan te schryven en te gelasten, sig hiet tlleen stiptelyk te gedraagen na haar Hoog Mog. Aanschryving van den i1 December 1778, maar ook aan den Suppliant, in de saaken daar by breeder vermeld, soo wanneer hy sulks mogt komen te versoeken, een Procurzur toe te voegen om hem in die saaken onder behootlyk Salaris te bedichen en te defendeeren; als ook te sorgen, dat aan den Suppliant ter Secretarye aldaar, jegens betaaling der gewoone leges en jura, worden afgeleevert, de nodige en gewoone Actens en expeditie. WAAR op gedelibereert zynde, is goedgevonden en verstaan, dat ten behoeven van den Suppliant de versogte Brieven van Saufconduit in behoorlyke sorma sullen worden gedepecheert. En dat wyders Copie van de voorsz Requeste gesonden sal worden aan Commandeur en Raaden des Eilands St. Fustatius, en deselve daar nevens alsnog aangeschreeven en gelast, soo als gelast worden mits deesen, sig niet alleen stiptelyk te gedraagen na haar Hoog Mog. Aanschryving van den 11 December 1778, maar ook aan den Suppliant in de saaken daar by breeder vermeld, soo wanneer hy sulks mogt koomen te versoeken, cen Procureur toe te voegen, om hem in die saaken onder behoorlyk Salaris te bedienen en te dte fendeeren, als ook te sorgen, dat aan den Suppliant, ter Secretarye aldaar jegens betaaling der gewoone leges en jura, worden afgeleevert de noodige en gewoone Acten en expeditie. [11] IS gehoord het Kapport van de Heeren de Cotq van Haeften, en andere haar Hoog Mog. Gedeputeerden tot de saaken van het Overquartier van Gelderland, hebbende, in gevolge en tot voldoeningevan der selver Resolutie commissoriaal van den 9 October des voorleeden jaars, met en neevens eenige Heeren Gecommitteerden uit den Raad van Staat e, geëxamineert een Missive van de Magistraat der Stad Venlo, geschreeven aldaar den 3 daar te vooren, sendende daar neevens, ter voldoeninge van haar Hoog Mog. Resolutie van den 6 April 1775, sub No. 1., een spreekende Borderelle der Stads Reekening over den jaare 1774, waar uit haar Hoog Mog. souden gelieven te sien, dat de Stads Finantie daar by was te boven gekoomen een somme van agt duisend twee honderd twee en vyftig guldens vyftien stuivers en een half oord. Sub No. 2. een gelykformige spreekende Borderelle der Stads Reekening over den jaare 1775, waar uit consteerde, dat de Stad meer had ontfangen als uitgegeeven de somme van tien duisend ses honderd vier en vyftig guldens drie stuivers en een half oord, sub No. 3. een gelykspreekende Borderelle der Stads Reekening over den jaare 1776, waar uit blykende wns, dat de Stad een baatig slot hadde van seeventien duisend twee honderd twee en veertig guldens sestien stuivers en drie en een half boord, en sub No. 4. het spreekende Borderelle der Stads Reekening van den jaare1777, welkers goede slot bedroeg de somme van twee en twintig duisend ses honderd twintig guldens drie stuivers en een oord, alle Ruremonds Geld; geevende gemelde Magistraat aan haar Hoog Mog. voorts in consideratie, terwyl aan gemelde Magistraat soo veele klagten voorquaamen, over het beswaar en de verhooging op den Landschat, en sy ook ab effectu gewaar wierden, dat die verhooging de Landeryen in prys deed daalen, en wel bysonder in die tyden, dat de Graanen soo goed koop waren, of haar Hoog Mogende in plaatse van de verhooging op den Landschat niet dienstiger en aequitabeler souden oordeelen te introduceeren een kleine verhooging op het groot Gemaal van Rogge en Boekwyt alleen van drie stuivers Brabands per Malder, boven den ordinairen tax van neegen gelyke stuivers, thans in train. En wyders, nopende hunne Gages en Tractementen , sig refereerende tot der selver Missivens de datis 10 Maart 1762, 29 Juny 1764, 2 October 1770 en 26 Augusty 1774, aan haar Hoog Mogende geschreven; versoekende gemelde Magistraat, dat haar Hoog Mog. wederom souden gelieven te verklaaren, dat de Leeden van de Magistraat by vervolg hunne volle Gages en Tractementen sullen blyven genieten, als meede dat alle agterstallen der selve sullen worden by betaald. En nog versoekende, dat het haar Hoog Mog. gelieven moge gemelde Magistraatby het eindigen der Collecte en verpagtinge van de Stads Aceynsen van dit loopende jaar, weederom te authoriseeren en te permitteeren, om de by haar Hoog Mog. Resolutie van den 17 Mey 1771 geintroduceerde en by die van den 6 April 1775 gecontinueerde verhooging op het Mout, Weyt en Wyn, by 'continuatie te mogen heffen, en in plaatse van de verhooginge op den Landschat, hun te accordeeren en te permitteren eene verhooginge te heffen op het groot Gemaal van Rogge en Boekwyt van drie stuivers Brabands per Malder, boven den ordinairen tax van neegen gelyke stuivers, thans in train. WAAR op gedelibereert zynde , is goedgevonden en verstaan, dat aan de Magistraat der Stad Venlo sal worden gerescribeert, dat haar Hoog Mog. uit de voorsz Missive en Bylagen of Borderellen van de Stads Reekeningen over de vier laatste jaaren met genoegen hebben gesien het accres en den actuetlen toestand der Stads Finantien, en speciaal, dat de laaute Stads Reekening over den jaare 1777 heeft uitgeleevert een goed slot ter somme van 7 22620 3- 1 Ruremondse cours, en de apparentie die 'er is, dat door het rendement van de Accysen en lmpoéten over den afgesoopen jaare 1778 by de te doene Reekening over dat jaar meede een goed ssot sal uitkoomen , welk accres en favorable toestand van Stads Finantien haar Hoog Mog. wel meede willen toeschryven , soo aan de verhoogingen van Stads lmposten op het Mout, Weyt, Wyn en de Landschat, die boven den ordinaris tax by haar Hoog Mog. Resolutie van den 17 Mey 1771 zyn geintroduceert, en by haar Hoog Mog. nadere Resolutie van den 6 April 1775 voor vier jaaren, en sulks tot den jaare 1778 gecontinueert geworden, als aan de casueelen ontfang wcegens Hout- en Turfgronden geduurende de voorsz jaaren verkogt ; dat om te kunnen vervallen de kosten weegens benodigde reparatien en vernleuwingen aan Stads Gebouwen, golyk ook om te kunnen doen de verdere onvermydelyke uitgaven, haar Hoog Mog. verwagten, det de Magistraat by continuatie met allen iever en applicatie bedagt sal zyn, om de Stads Finantien in een sorisanten staat te houden, soo door een rigtige invordering van de in train zynde Middelen en door betragtinig van alle mogelyke menage omtrent deselve, als ook dnor het afleggen van Capitalen die ten lasten van de Stad zyn loopende, sonder welke by geene mogelykheid voordeelige sloten van Reekeningen in het vervolg te verwagten nog de Magistraat buiten haare vorige ongeleegentheeden te Houden sal zyn dat wat betreft de afschaffing van de verhooging op de Landschat en de introductie van verhooging op het groot Gemaal van Rogge en Boekwyt, dat haar Hoog Mog. niet kunnen voor alsnog resolveeren tot de afschaffing van de eerstgemelde en de verhooging op de laatstgemelde Specien, en dat haar Hoog Mog. haar daarom authoriseeren om by provisie nog voor vier jaaren, namentlyk over de jaaren 1779, 1780, 1781 en 1782, te blyven heffen de verhooging soo op de Landschat of Verpondinge als die op het Mout, Weyt en Wyn, alles volgens haar Hoog Mog. Resolutien van den 17 Mey 1771 en 6 April 1775, eindelyk dat belangende de Gages en Tractementem van den Burgemeester, Scheepen, Raadsverwanten, Secretarissen, Rentmeester en van den Commandeur der Stad, haar Hoog Mog. weederom voor gelyken tyd van vier jaaren, en sulks over de voorsz jaaren 1779, 1780, 1781 en 1782 permitteeren en toestaan, dat deselve sullen worden betaald op den voet van haar Hoog Mog. meergemelde Resolutie van den 17 Mey 1771, en dat sonder de jaarlyksche korting van een vierde van dien, soo als by haar Hoog Mog. Resolutien van den 20 December 1756 en 24 Juny 1768 was vastgesteld, met dien verstande nogthans, dat in aanmerkinge van de contihuatie van de voorsz verhooginge der Imposten, ook hiemand wie hy sy eenige exemptie of vrydom van Stads lmpositien sal mogen genieten, en voorts met last om tydig in den loop van den jaare 1782, met byvoeginge van spreekende Borderellender Reekeningen over de alsdan afgeloopen vier jaaren en Notitie van Het montant der verpagte Middelen in het laatste jaar den staat der Stads Finantien aan haar Hoog Mcg. voor te draagen, om alsdan wederom in overweeging te neemen, of de constitutie der selve sal permitteren deese concessie langer te continueeren, als sullende buiten speciaal nader goedvinden, ten einde van den jaare 1782 weeder stand grypen haar Hoog Mog. Resolutien van den 20 December 1756 en 24 Juhy 1768, kunnende in de verdere versoeken, voor soo verre die souden tendeeren tot bybetaaling van de gekorte Gages of Tractementen en exemptie van Stads Accysen vooral nog niet worden getreeden, en word in dit opsigt mits deesen gepersisteert by haar Hoog Mogende meergemelde Resolutie van den 17 Mey 1771. En sal Extract van deese haar Hoog Mogende Resolutie worden gesonden aan den Land Rentmeester van Aefferden, om te strekken tot desselfs narigtinge, met last, om, staande over het opneemen der Stads Reekeningen, daar op preciselyk te letten.
Nationaal Archief / Rijksarchief Zuid-Holland, archieftoegang 1.01.02, Inventaris van het archief van de Staten-Generaal, (1431) 1576-1796, inventarisnummer 3834, Gedrukte registers van de ordinaris resoluties, 1779
Zoek uw voorouders en publiceer uw stamboom op Genealogie Online via https://www.genealogieonline.nl/
De transcriptie van het historische document is gemaakt met behulp van AI. Met behulp van AI kan er een samenvatting worden gemaakt in hedendaags Nederlands.
Om gebruik te maken van deze functionaliteit dient u ingelogd te zijn en een abonnement te hebben.