Notariële akte op

Geregistreerden

• Adrianus Norbert van Gils, wonende te Baarle-Nassau, vice-burgemeester van beroep, Betrokkene is ook executeur testamentair.
  De heren Mr. Jacobus Bredius, rechtsgeleerde te Woerden en de heer Adrianus Norbert van Gils, vice-burgemeester, wonende te Baarle Nassau, zijn ingevolge testament d.d. 18 januari 1917, executeurs testamentair in de nalatenschap van wijlen de heer Pierre Albert, gewoond hebbende in Baarle Nassau en overleden op 23 januari 1817.
  Tevens aanwezig zijn de heren Cornelis Adriaan Hendrickx, burgemeester en notaris te Baarle Nassau, als voogd van de minderjarige Carolus Albert de la Bruhèze, enige genoemde erfgenaam en van Adriaan Norbert van Gils voornoemd als toeziend voogd op basis van een proces verbaal d.d. 10 februari 1819 bij de Vrederechter van het kanton Ginneken.
  Tot bewaring van de rechten van partijen vindt een inventarisatie plaats van alle roerende goederen die tot de nalatenschap behoren.
  De goederen worden begroot door Jan Baptist Bouwmans, schilder te Baarle Nassau.
  Allereerst is sprake van een aantal waardepapieren die in de akte nader worden omschreven. Voorts worden sieraden, geldspecieën en kleding omschreven. De geldspecieën en sieraden worden begroot op f. 178,30. In de twee taxatie komen opnieuw inboedel, sieraden en gebruiksgoederen aan de orde die worden getaxeerd op f. 1193,80. Voorts blijkt er nog sprake van allerlei goederen die zich elders bevinden en die worden wel in de akte nader omschreven doch hiervan kan geen waarde worden vermeld.
  Getuigen zijn Walterus van Dijck en Antonie Janssen, particulieren, woonachtig in Baarle Nassau.
• Pierre Albert, Betrokkene is de overleden erflater.
  De heren Mr. Jacobus Bredius, rechtsgeleerde te Woerden en de heer Adrianus Norbert van Gils, vice-burgemeester, wonende te Baarle Nassau, zijn ingevolge testament d.d. 18 januari 1917, executeurs testamentair in de nalatenschap van wijlen de heer Pierre Albert, gewoond hebbende in Baarle Nassau en overleden op 23 januari 1817.
  Tevens aanwezig zijn de heren Cornelis Adriaan Hendrickx, burgemeester en notaris te Baarle Nassau, als voogd van de minderjarige Carolus Albert de la Bruhèze, enige genoemde erfgenaam en van Adriaan Norbert van Gils voornoemd als toeziend voogd op basis van een proces verbaal d.d. 10 februari 1819 bij de Vrederechter van het kanton Ginneken.
  Tot bewaring van de rechten van partijen vindt een inventarisatie plaats van alle roerende goederen die tot de nalatenschap behoren.
  De goederen worden begroot door Jan Baptist Bouwmans, schilder te Baarle Nassau.
  Allereerst is sprake van een aantal waardepapieren die in de akte nader worden omschreven. Voorts worden sieraden, geldspecieën en kleding omschreven. De geldspecieën en sieraden worden begroot op f. 178,30. In de twee taxatie komen opnieuw inboedel, sieraden en gebruiksgoederen aan de orde die worden getaxeerd op f. 1193,80. Voorts blijkt er nog sprake van allerlei goederen die zich elders bevinden en die worden wel in de akte nader omschreven doch hiervan kan geen waarde worden vermeld.
  Getuigen zijn Walterus van Dijck en Antonie Janssen, particulieren, woonachtig in Baarle Nassau.
• Jacobus Bredius, wonende te Woerden, rechtsgeleerde, mr. van beroep, De heren Mr. Jacobus Bredius, rechtsgeleerde te Woerden en de heer Adrianus Norbert van Gils, vice-burgemeester, wonende te Baarle Nassau, zijn ingevolge testament d.d. 18 januari 1917, executeurs testamentair in de nalatenschap van wijlen de heer Pierre Albert, gewoond hebbende in Baarle Nassau en overleden op 23 januari 1817.
  Tevens aanwezig zijn de heren Cornelis Adriaan Hendrickx, burgemeester en notaris te Baarle Nassau, als voogd van de minderjarige Carolus Albert de la Bruhèze, enige genoemde erfgenaam en van Adriaan Norbert van Gils voornoemd als toeziend voogd op basis van een proces verbaal d.d. 10 februari 1819 bij de Vrederechter van het kanton Ginneken.
  Tot bewaring van de rechten van partijen vindt een inventarisatie plaats van alle roerende goederen die tot de nalatenschap behoren.
  De goederen worden begroot door Jan Baptist Bouwmans, schilder te Baarle Nassau.
  Allereerst is sprake van een aantal waardepapieren die in de akte nader worden omschreven. Voorts worden sieraden, geldspecieën en kleding omschreven. De geldspecieën en sieraden worden begroot op f. 178,30. In de twee taxatie komen opnieuw inboedel, sieraden en gebruiksgoederen aan de orde die worden getaxeerd op f. 1193,80. Voorts blijkt er nog sprake van allerlei goederen die zich elders bevinden en die worden wel in de akte nader omschreven doch hiervan kan geen waarde worden vermeld.
  Getuigen zijn Walterus van Dijck en Antonie Janssen, particulieren, woonachtig in Baarle Nassau.
• Cornelis Albert de la Bruhèze, wonende te Baarle-Nassau, Betrokkene is de minderjarige erfgenaam.
  De heren Mr. Jacobus Bredius, rechtsgeleerde te Woerden en de heer Adrianus Norbert van Gils, vice-burgemeester, wonende te Baarle Nassau, zijn ingevolge testament d.d. 18 januari 1917, executeurs testamentair in de nalatenschap van wijlen de heer Pierre Albert, gewoond hebbende in Baarle Nassau en overleden op 23 januari 1817.
  Tevens aanwezig zijn de heren Cornelis Adriaan Hendrickx, burgemeester en notaris te Baarle Nassau, als voogd van de minderjarige Carolus Albert de la Bruhèze, enige genoemde erfgenaam en van Adriaan Norbert van Gils voornoemd als toeziend voogd op basis van een proces verbaal d.d. 10 februari 1819 bij de Vrederechter van het kanton Ginneken.
  Tot bewaring van de rechten van partijen vindt een inventarisatie plaats van alle roerende goederen die tot de nalatenschap behoren.
  De goederen worden begroot door Jan Baptist Bouwmans, schilder te Baarle Nassau.
  Allereerst is sprake van een aantal waardepapieren die in de akte nader worden omschreven. Voorts worden sieraden, geldspecieën en kleding omschreven. De geldspecieën en sieraden worden begroot op f. 178,30. In de twee taxatie komen opnieuw inboedel, sieraden en gebruiksgoederen aan de orde die worden getaxeerd op f. 1193,80. Voorts blijkt er nog sprake van allerlei goederen die zich elders bevinden en die worden wel in de akte nader omschreven doch hiervan kan geen waarde worden vermeld.
  Getuigen zijn Walterus van Dijck en Antonie Janssen, particulieren, woonachtig in Baarle Nassau.
• Jan Baptist Boumans, wonende te Baarle-Nassau, schilder van beroep, Betrokkene is de benoemde taxateur.
  De heren Mr. Jacobus Bredius, rechtsgeleerde te Woerden en de heer Adrianus Norbert van Gils, vice-burgemeester, wonende te Baarle Nassau, zijn ingevolge testament d.d. 18 januari 1917, executeurs testamentair in de nalatenschap van wijlen de heer Pierre Albert, gewoond hebbende in Baarle Nassau en overleden op 23 januari 1817.
  Tevens aanwezig zijn de heren Cornelis Adriaan Hendrickx, burgemeester en notaris te Baarle Nassau, als voogd van de minderjarige Carolus Albert de la Bruhèze, enige genoemde erfgenaam en van Adriaan Norbert van Gils voornoemd als toeziend voogd op basis van een proces verbaal d.d. 10 februari 1819 bij de Vrederechter van het kanton Ginneken.
  Tot bewaring van de rechten van partijen vindt een inventarisatie plaats van alle roerende goederen die tot de nalatenschap behoren.
  De goederen worden begroot door Jan Baptist Boumans, schilder te Baarle Nassau.
  Allereerst is sprake van een aantal waardepapieren die in de akte nader worden omschreven. Voorts worden sieraden, geldspecieën en kleding omschreven. De geldspecieën en sieraden worden begroot op f. 178,30. In de twee taxatie komen opnieuw inboedel, sieraden en gebruiksgoederen aan de orde die worden getaxeerd op f. 1193,80. Voorts blijkt er nog sprake van allerlei goederen die zich elders bevinden en die worden wel in de akte nader omschreven doch hiervan kan geen waarde worden vermeld.
  Getuigen zijn Walterus van Dijck en Antonie Janssen, particulieren, woonachtig in Baarle Nassau.
• Walterus van Dijck, wonende te Baarle-Nassau, particulier van beroep, Betrokkene is getuige.
  De heren Mr. Jacobus Bredius, rechtsgeleerde te Woerden en de heer Adrianus Norbert van Gils, vice-burgemeester, wonende te Baarle Nassau, zijn ingevolge testament d.d. 18 januari 1917, executeurs testamentair in de nalatenschap van wijlen de heer Pierre Albert, gewoond hebbende in Baarle Nassau en overleden op 23 januari 1817.
  Tevens aanwezig zijn de heren Cornelis Adriaan Hendrickx, burgemeester en notaris te Baarle Nassau, als voogd van de minderjarige Carolus Albert de la Bruhèze, enige genoemde erfgenaam en van Adriaan Norbert van Gils voornoemd als toeziend voogd op basis van een proces verbaal d.d. 10 februari 1819 bij de Vrederechter van het kanton Ginneken.
  Tot bewaring van de rechten van partijen vindt een inventarisatie plaats van alle roerende goederen die tot de nalatenschap behoren.
  De goederen worden begroot door Jan Baptist Boumans, schilder te Baarle Nassau.
  Allereerst is sprake van een aantal waardepapieren die in de akte nader worden omschreven. Voorts worden sieraden, geldspecieën en kleding omschreven. De geldspecieën en sieraden worden begroot op f. 178,30. In de twee taxatie komen opnieuw inboedel, sieraden en gebruiksgoederen aan de orde die worden getaxeerd op f. 1193,80. Voorts blijkt er nog sprake van allerlei goederen die zich elders bevinden en die worden wel in de akte nader omschreven doch hiervan kan geen waarde worden vermeld.
  Getuigen zijn Walterus van Dijck en Antonie Janssen, particulieren, woonachtig in Baarle Nassau.
• Antonie Janssen, wonende te Baarle-Nassau, particulier van beroep, Betrokkene is getuige.
  De heren Mr. Jacobus Bredius, rechtsgeleerde te Woerden en de heer Adrianus Norbert van Gils, vice-burgemeester, wonende te Baarle Nassau, zijn ingevolge testament d.d. 18 januari 1917, executeurs testamentair in de nalatenschap van wijlen de heer Pierre Albert, gewoond hebbende in Baarle Nassau en overleden op 23 januari 1817.
  Tevens aanwezig zijn de heren Cornelis Adriaan Hendrickx, burgemeester en notaris te Baarle Nassau, als voogd van de minderjarige Carolus Albert de la Bruhèze, enige genoemde erfgenaam en van Adriaan Norbert van Gils voornoemd als toeziend voogd op basis van een proces verbaal d.d. 10 februari 1819 bij de Vrederechter van het kanton Ginneken.
  Tot bewaring van de rechten van partijen vindt een inventarisatie plaats van alle roerende goederen die tot de nalatenschap behoren.
  De goederen worden begroot door Jan Baptist Boumans, schilder te Baarle Nassau.
  De goederen worden te voorschijn gebracht door voornoemde Albert Norbert van Gils en Sophia Adriana van Vechelen, wed. Ente te Baarle Nassau.
  Allereerst is sprake van een aantal waardepapieren die in de akte nader worden omschreven. Voorts worden sieraden, geldspecieën en kleding omschreven. De geldspecieën en sieraden worden begroot op f. 178,30. In de twee taxatie komen opnieuw inboedel, sieraden en gebruiksgoederen aan de orde die worden getaxeerd op f. 1193,80. Voorts blijkt er nog sprake van allerlei goederen die zich elders bevinden en die worden wel in de akte nader omschreven doch hiervan kan geen waarde worden vermeld.
  Getuigen zijn Walterus van Dijck en Antonie Janssen, particulieren, woonachtig in Baarle Nassau.
• Sophia Adriana van Vechelen, wonende te Baarle-Nassau, bewaarder van beroep, Betrokkene wordt genoemd als gestelde bewaarder (zie onder).
  De heren Mr. Jacobus Bredius, rechtsgeleerde te Woerden en de heer Adrianus Norbert van Gils, vice-burgemeester, wonende te Baarle Nassau, zijn ingevolge testament d.d. 18 januari 1917, executeurs testamentair in de nalatenschap van wijlen de heer Pierre Albert, gewoond hebbende in Baarle Nassau en overleden op 23 januari 1817.
  Tevens aanwezig zijn de heren Cornelis Adriaan Hendrickx, burgemeester en notaris te Baarle Nassau, als voogd van de minderjarige Carolus Albert de la Bruhèze, enige genoemde erfgenaam en van Adriaan Norbert van Gils voornoemd als toeziend voogd op basis van een proces verbaal d.d. 10 februari 1819 bij de Vrederechter van het kanton Ginneken.
  Tot bewaring van de rechten van partijen vindt een inventarisatie plaats van alle roerende goederen die tot de nalatenschap behoren.
  De goederen worden begroot door Jan Baptist Boumans, schilder te Baarle Nassau.
  De goederen worden te voorschijn gebracht door voornoemde Albert Norbert van Gils en Sophia Adriana van Vechelen, wed. Ente te Baarle Nassau.
  Allereerst is sprake van een aantal waardepapieren die in de akte nader worden omschreven. Voorts worden sieraden, geldspecieën en kleding omschreven. De geldspecieën en sieraden worden begroot op f. 178,30. In de twee taxatie komen opnieuw inboedel, sieraden en gebruiksgoederen aan de orde die worden getaxeerd op f. 1193,80. Voorts blijkt er nog sprake van allerlei goederen die zich elders bevinden en die worden wel in de akte nader omschreven doch hiervan kan geen waarde worden vermeld.
  Getuigen zijn Walterus van Dijck en Antonie Janssen, particulieren, woonachtig in Baarle Nassau.
• Cornelis Adriaan Hendrickx, wonende te Baarle-Nassau, burgemeester van Baarle Nassau van beroep, Betrokkene is voogd over de betreffende minderjarige (zie onder).
  De heren Mr. Jacobus Bredius, rechtsgeleerde te Woerden en de heer Adrianus Norbert van Gils, vice-burgemeester, wonende te Baarle Nassau, zijn ingevolge testament d.d. 18 januari 1917, executeurs testamentair in de nalatenschap van wijlen de heer Pierre Albert, gewoond hebbende in Baarle Nassau en overleden op 23 januari 1817.
  Tevens aanwezig zijn de heren Cornelis Adriaan Hendrickx, burgemeester en notaris te Baarle Nassau, als voogd van de minderjarige Carolus Albert de la Bruhèze, enige genoemde erfgenaam en van Adriaan Norbert van Gils voornoemd als toeziend voogd op basis van een proces verbaal d.d. 10 februari 1819 bij de Vrederechter van het kanton Ginneken.
  Tot bewaring van de rechten van partijen vindt een inventarisatie plaats van alle roerende goederen die tot de nalatenschap behoren.
  De goederen worden begroot door Jan Baptist Bouwmans, schilder te Baarle Nassau.
  Allereerst is sprake van een aantal waardepapieren die in de akte nader worden omschreven. Voorts worden sieraden, geldspecieën en kleding omschreven. De geldspecieën en sieraden worden begroot op f. 178,30. In de twee taxatie komen opnieuw inboedel, sieraden en gebruiksgoederen aan de orde die worden getaxeerd op f. 1193,80. Voorts blijkt er nog sprake van allerlei goederen die zich elders bevinden en die worden wel in de akte nader omschreven doch hiervan kan geen waarde worden vermeld.
  Getuigen zijn Walterus van Dijck en Antonie Janssen, particulieren, woonachtig in Baarle Nassau.

Opmerking

Notaris: L. Beens

Bronvermelding

Stadsarchief Breda te Breda, Notariële archieven
Notariële archieven Ginneken en Bavel 1811-1841, Bron: repertoire, Deel: 4892, Peri..., Ginneken en Bavel, inventaris­num­mer 4892, 9 maart 1819, L. Beens, Repertoire, 1819, aktenummer 16, folio 2

Deze gegevens zijn voor het laatst op 28 januari 2014 door de bronhouder bijgewerkt en voor het eerst gepubliceerd op Open Archieven op 5 juli 2016. Herkomst informatie: A2Acollection oai-pmh_20240719_17836_00017836.xml van BRD.

De bovenstaande gegevens zijn gebruikt om gerelateerde informatie te zoeken, de resultaten: