Notariële akte op

Geregistreerden

  • Petronella Janssen, wonende te Teteringen, Intrekking en machtiging afgegeven in opdracht van Petronella Janssen en haar man Antonij de Bruijn, dagloner, beiden wonende te Teteringen, aan Francois Maurice Clement van Steenzel, burgemeester van Gilze en Rijen. Namens hen trekt de burgemeester alle procuraties in die door haar als erfgename op 9 juli 1813 zijn afgegeven, waarin de ontzegeling was vastgelegd van de nalatenschap van haar neef Jean Baptist Janssen, rentenier, overleden te Gilze op 10 mei 1813, betrekking hebbende op Hendrina van de Langerijt, dienstmeid wonende te Prinsenhage, Johanna Janssen, dienstmeid wonende te Bavel en evenzo voor haar zelf als voor haar broer en zussen, Wouter Janssen, schoenlapper wonende te Oosterhout, Maria Janssen en Jacoba Janssen, dienstmeiden wonende te Ginneken en betrekking hebbende op haar man Antonij de Bruijn, voor haar neven en nichten, Jan Adriaansen, actief soldaat, Antonie Adriaansen, dienstbode wonende te Breda en Petronella Adriaansen, dienstmeid wonende te Teteringen. In aanwezigheid van de getuigen Jacobus van Miert, herbergier en Antonie de Graaff, schoenlapper, beiden wonende te Ginneken.
  • Antonij de Bruijn, wonende te Teteringen, dagloner van beroep, Intrekking en machtiging afgegeven in opdracht van Petronella Janssen en haar man Antonij de Bruijn, dagloner, beiden wonende te Teteringen, aan Francois Maurice Clement van Steenzel, burgemeester van Gilze en Rijen. Namens hen trekt de burgemeester alle procuraties in die door haar als erfgename op 9 juli 1813 zijn afgegeven, waarin de ontzegeling was vastgelegd van de nalatenschap van haar neef Jean Baptist Janssen, rentenier, overleden te Gilze op 10 mei 1813, betrekking hebbende op Hendrina van de Langerijt, dienstmeid wonende te Prinsenhage, Johanna Janssen, dienstmeid wonende te Bavel en evenzo voor haar zelf als voor haar broer en zussen, Wouter Janssen, schoenlapper wonende te Oosterhout, Maria Janssen en Jacoba Janssen, dienstmeiden wonende te Ginneken en betrekking hebbende op haar man Antonij de Bruijn, voor haar neven en nichten, Jan Adriaansen, actief soldaat, Antonie Adriaansen, dienstbode wonende te Breda en Petronella Adriaansen, dienstmeid wonende te Teteringen. In aanwezigheid van de getuigen Jacobus van Miert, herbergier en Antonie de Graaff, schoenlapper, beiden wonende te Ginneken.
  • Jean Baptist Janssen, wonende te Gilze, rentenier van beroep, Intrekking en machtiging afgegeven in opdracht van Petronella Janssen en haar man Antonij de Bruijn, dagloner, beiden wonende te Teteringen, aan Francois Maurice Clement van Steenzel, burgemeester van Gilze en Rijen. Namens hen trekt de burgemeester alle procuraties in die door haar als erfgename op 9 juli 1813 zijn afgegeven, waarin de ontzegeling was vastgelegd van de nalatenschap van haar neef Jean Baptist Janssen, rentenier, overleden te Gilze op 10 mei 1813, betrekking hebbende op Hendrina van de Langerijt, dienstmeid wonende te Prinsenhage, Johanna Janssen, dienstmeid wonende te Bavel en evenzo voor haar zelf als voor haar broer en zussen, Wouter Janssen, schoenlapper wonende te Oosterhout, Maria Janssen en Jacoba Janssen, dienstmeiden wonende te Ginneken en betrekking hebbende op haar man Antonij de Bruijn, voor haar neven en nichten, Jan Adriaansen, actief soldaat, Antonie Adriaansen, dienstbode wonende te Breda en Petronella Adriaansen, dienstmeid wonende te Teteringen. In aanwezigheid van de getuigen Jacobus van Miert, herbergier en Antonie de Graaff, schoenlapper, beiden wonende te Ginneken.
  • Wouter Janssen, wonende te Oosterhout, schoenlapper van beroep, Intrekking en machtiging afgegeven in opdracht van Petronella Janssen en haar man Antonij de Bruijn, dagloner, beiden wonende te Teteringen, aan Francois Maurice Clement van Steenzel, burgemeester van Gilze en Rijen. Namens hen trekt de burgemeester alle procuraties in die door haar als erfgename op 9 juli 1813 zijn afgegeven, waarin de ontzegeling was vastgelegd van de nalatenschap van haar neef Jean Baptist Janssen, rentenier, overleden te Gilze op 10 mei 1813, betrekking hebbende op Hendrina van de Langerijt, dienstmeid wonende te Prinsenhage, Johanna Janssen, dienstmeid wonende te Bavel en evenzo voor haar zelf als voor haar broer en zussen, Wouter Janssen, schoenlapper wonende te Oosterhout, Maria Janssen en Jacoba Janssen, dienstmeiden wonende te Ginneken en betrekking hebbende op haar man Antonij de Bruijn, voor haar neven en nichten, Jan Adriaansen, actief soldaat, Antonie Adriaansen, dienstbode wonende te Breda en Petronella Adriaansen, dienstmeid wonende te Teteringen. In aanwezigheid van de getuigen Jacobus van Miert, herbergier en Antonie de Graaff, schoenlapper, beiden wonende te Ginneken.
  • Jan Adriaansen, soldaat van beroep, Intrekking en machtiging afgegeven in opdracht van Petronella Janssen en haar man Antonij de Bruijn, dagloner, beiden wonende te Teteringen, aan Francois Maurice Clement van Steenzel, burgemeester van Gilze en Rijen. Namens hen trekt de burgemeester alle procuraties in die door haar als erfgename op 9 juli 1813 zijn afgegeven, waarin de ontzegeling was vastgelegd van de nalatenschap van haar neef Jean Baptist Janssen, rentenier, overleden te Gilze op 10 mei 1813, betrekking hebbende op Hendrina van de Langerijt, dienstmeid wonende te Prinsenhage, Johanna Janssen, dienstmeid wonende te Bavel en evenzo voor haar zelf als voor haar broer en zussen, Wouter Janssen, schoenlapper wonende te Oosterhout, Maria Janssen en Jacoba Janssen, dienstmeiden wonende te Ginneken en betrekking hebbende op haar man Antonij de Bruijn, voor haar neven en nichten, Jan Adriaansen, actief soldaat, Antonie Adriaansen, dienstbode wonende te Breda en Petronella Adriaansen, dienstmeid wonende te Teteringen. In aanwezigheid van de getuigen Jacobus van Miert, herbergier en Antonie de Graaff, schoenlapper, beiden wonende te Ginneken.
  • Jacobus van Miert, wonende te Ginneken, herbergier van beroep, Intrekking en machtiging afgegeven in opdracht van Petronella Janssen en haar man Antonij de Bruijn, dagloner, beiden wonende te Teteringen, aan Francois Maurice Clement van Steenzel, burgemeester van Gilze en Rijen. Namens hen trekt de burgemeester alle procuraties in die door haar als erfgename op 9 juli 1813 zijn afgegeven, waarin de ontzegeling was vastgelegd van de nalatenschap van haar neef Jean Baptist Janssen, rentenier, overleden te Gilze op 10 mei 1813, betrekking hebbende op Hendrina van de Langerijt, dienstmeid wonende te Prinsenhage, Johanna Janssen, dienstmeid wonende te Bavel en evenzo voor haar zelf als voor haar broer en zussen, Wouter Janssen, schoenlapper wonende te Oosterhout, Maria Janssen en Jacoba Janssen, dienstmeiden wonende te Ginneken en betrekking hebbende op haar man Antonij de Bruijn, voor haar neven en nichten, Jan Adriaansen, actief soldaat, Antonie Adriaansen, dienstbode wonende te Breda en Petronella Adriaansen, dienstmeid wonende te Teteringen. In aanwezigheid van de getuigen Jacobus van Miert, herbergier en Antonie de Graaff, schoenlapper, beiden wonende te Ginneken.
  • Antonie de Graaff, wonende te Ginneken, schoenlapper van beroep, Intrekking en machtiging afgegeven in opdracht van Petronella Janssen en haar man Antonij de Bruijn, dagloner, beiden wonende te Teteringen, aan Francois Maurice Clement van Steenzel, burgemeester van Gilze en Rijen. Namens hen trekt de burgemeester alle procuraties in die door haar als erfgename op 9 juli 1813 zijn afgegeven, waarin de ontzegeling was vastgelegd van de nalatenschap van haar neef Jean Baptist Janssen, rentenier, overleden te Gilze op 10 mei 1813, betrekking hebbende op Hendrina van de Langerijt, dienstmeid wonende te Prinsenhage, Johanna Janssen, dienstmeid wonende te Bavel en evenzo voor haar zelf als voor haar broer en zussen, Wouter Janssen, schoenlapper wonende te Oosterhout, Maria Janssen en Jacoba Janssen, dienstmeiden wonende te Ginneken en betrekking hebbende op haar man Antonij de Bruijn, voor haar neven en nichten, Jan Adriaansen, actief soldaat, Antonie Adriaansen, dienstbode wonende te Breda en Petronella Adriaansen, dienstmeid wonende te Teteringen. In aanwezigheid van de getuigen Jacobus van Miert, herbergier en Antonie de Graaff, schoenlapper, beiden wonende te Ginneken.
  • Francois Maurice Clement van Steenzel, wonende te Gilze, burgemeester van beroep, Intrekking en machtiging afgegeven in opdracht van Petronella Janssen en haar man Antonij de Bruijn, dagloner, beiden wonende te Teteringen, aan Francois Maurice Clement van Steenzel, burgemeester van Gilze en Rijen. Namens hen trekt de burgemeester alle procuraties in die door haar als erfgename op 9 juli 1813 zijn afgegeven, waarin de ontzegeling was vastgelegd van de nalatenschap van haar neef Jean Baptist Janssen, rentenier, overleden te Gilze op 10 mei 1813, betrekking hebbende op Hendrina van de Langerijt, dienstmeid wonende te Prinsenhage, Johanna Janssen, dienstmeid wonende te Bavel en evenzo voor haar zelf als voor haar broer en zussen, Wouter Janssen, schoenlapper wonende te Oosterhout, Maria Janssen en Jacoba Janssen, dienstmeiden wonende te Ginneken en betrekking hebbende op haar man Antonij de Bruijn, voor haar neven en nichten, Jan Adriaansen, actief soldaat, Antonie Adriaansen, dienstbode wonende te Breda en Petronella Adriaansen, dienstmeid wonende te Teteringen. In aanwezigheid van de getuigen Jacobus van Miert, herbergier en Antonie de Graaff, schoenlapper, beiden wonende te Ginneken.
  • Maria Janssen, wonende te Ginneken, dienstmeid van beroep, Intrekking en machtiging afgegeven in opdracht van Petronella Janssen en haar man Antonij de Bruijn, dagloner, beiden wonende te Teteringen, aan Francois Maurice Clement van Steenzel, burgemeester van Gilze en Rijen. Namens hen trekt de burgemeester alle procuraties in die door haar als erfgename op 9 juli 1813 zijn afgegeven, waarin de ontzegeling was vastgelegd van de nalatenschap van haar neef Jean Baptist Janssen, rentenier, overleden te Gilze op 10 mei 1813, betrekking hebbende op Hendrina van de Langerijt, dienstmeid wonende te Prinsenhage, Johanna Janssen, dienstmeid wonende te Bavel en evenzo voor haar zelf als voor haar broer en zussen, Wouter Janssen, schoenlapper wonende te Oosterhout, Maria Janssen en Jacoba Janssen, dienstmeiden wonende te Ginneken en betrekking hebbende op haar man Antonij de Bruijn, voor haar neven en nichten, Jan Adriaansen, actief soldaat, Antonie Adriaansen, dienstbode wonende te Breda en Petronella Adriaansen, dienstmeid wonende te Teteringen. In aanwezigheid van de getuigen Jacobus van Miert, herbergier en Antonie de Graaff, schoenlapper, beiden wonende te Ginneken.
  • Jacoba Janssen, wonende te Ginneken, dienstmeid van beroep, Intrekking en machtiging afgegeven in opdracht van Petronella Janssen en haar man Antonij de Bruijn, dagloner, beiden wonende te Teteringen, aan Francois Maurice Clement van Steenzel, burgemeester van Gilze en Rijen. Namens hen trekt de burgemeester alle procuraties in die door haar als erfgename op 9 juli 1813 zijn afgegeven, waarin de ontzegeling was vastgelegd van de nalatenschap van haar neef Jean Baptist Janssen, rentenier, overleden te Gilze op 10 mei 1813, betrekking hebbende op Hendrina van de Langerijt, dienstmeid wonende te Prinsenhage, Johanna Janssen, dienstmeid wonende te Bavel en evenzo voor haar zelf als voor haar broer en zussen, Wouter Janssen, schoenlapper wonende te Oosterhout, Maria Janssen en Jacoba Janssen, dienstmeiden wonende te Ginneken en betrekking hebbende op haar man Antonij de Bruijn, voor haar neven en nichten, Jan Adriaansen, actief soldaat, Antonie Adriaansen, dienstbode wonende te Breda en Petronella Adriaansen, dienstmeid wonende te Teteringen. In aanwezigheid van de getuigen Jacobus van Miert, herbergier en Antonie de Graaff, schoenlapper, beiden wonende te Ginneken.
  • Antonie Adriaansen, wonende te Breda, dienstbode van beroep, Intrekking en machtiging afgegeven in opdracht van Petronella Janssen en haar man Antonij de Bruijn, dagloner, beiden wonende te Teteringen, aan Francois Maurice Clement van Steenzel, burgemeester van Gilze en Rijen. Namens hen trekt de burgemeester alle procuraties in die door haar als erfgename op 9 juli 1813 zijn afgegeven, waarin de ontzegeling was vastgelegd van de nalatenschap van haar neef Jean Baptist Janssen, rentenier, overleden te Gilze op 10 mei 1813, betrekking hebbende op Hendrina van de Langerijt, dienstmeid wonende te Prinsenhage, Johanna Janssen, dienstmeid wonende te Bavel en evenzo voor haar zelf als voor haar broer en zussen, Wouter Janssen, schoenlapper wonende te Oosterhout, Maria Janssen en Jacoba Janssen, dienstmeiden wonende te Ginneken en betrekking hebbende op haar man Antonij de Bruijn, voor haar neven en nichten, Jan Adriaansen, actief soldaat, Antonie Adriaansen, dienstbode wonende te Breda en Petronella Adriaansen, dienstmeid wonende te Teteringen. In aanwezigheid van de getuigen Jacobus van Miert, herbergier en Antonie de Graaff, schoenlapper, beiden wonende te Ginneken.
  • Petronella Adriaansen, wonende te Teteringen, dienstmeid van beroep, Intrekking en machtiging afgegeven in opdracht van Petronella Janssen en haar man Antonij de Bruijn, dagloner, beiden wonende te Teteringen, aan Francois Maurice Clement van Steenzel, burgemeester van Gilze en Rijen. Namens hen trekt de burgemeester alle procuraties in die door haar als erfgename op 9 juli 1813 zijn afgegeven, waarin de ontzegeling was vastgelegd van de nalatenschap van haar neef Jean Baptist Janssen, rentenier, overleden te Gilze op 10 mei 1813, betrekking hebbende op Hendrina van de Langerijt, dienstmeid wonende te Prinsenhage, Johanna Janssen, dienstmeid wonende te Bavel en evenzo voor haar zelf als voor haar broer en zussen, Wouter Janssen, schoenlapper wonende te Oosterhout, Maria Janssen en Jacoba Janssen, dienstmeiden wonende te Ginneken en betrekking hebbende op haar man Antonij de Bruijn, voor haar neven en nichten, Jan Adriaansen, actief soldaat, Antonie Adriaansen, dienstbode wonende te Breda en Petronella Adriaansen, dienstmeid wonende te Teteringen. In aanwezigheid van de getuigen Jacobus van Miert, herbergier en Antonie de Graaff, schoenlapper, beiden wonende te Ginneken.
  • Hendrina van de Langerijt, wonende te Prinsenhage, dienstmeid van beroep, Intrekking en machtiging afgegeven in opdracht van Petronella Janssen en haar man Antonij de Bruijn, dagloner, beiden wonende te Teteringen, aan Francois Maurice Clement van Steenzel, burgemeester van Gilze en Rijen. Namens hen trekt de burgemeester alle procuraties in die door haar als erfgename op 9 juli 1813 zijn afgegeven, waarin de ontzegeling was vastgelegd van de nalatenschap van haar neef Jean Baptist Janssen, rentenier, overleden te Gilze op 10 mei 1813, betrekking hebbende op Hendrina van de Langerijt, dienstmeid wonende te Prinsenhage, Johanna Janssen, dienstmeid wonende te Bavel en evenzo voor haar zelf als voor haar broer en zussen, Wouter Janssen, schoenlapper wonende te Oosterhout, Maria Janssen en Jacoba Janssen, dienstmeiden wonende te Ginneken en betrekking hebbende op haar man Antonij de Bruijn, voor haar neven en nichten, Jan Adriaansen, actief soldaat, Antonie Adriaansen, dienstbode wonende te Breda en Petronella Adriaansen, dienstmeid wonende te Teteringen. In aanwezigheid van de getuigen Jacobus van Miert, herbergier en Antonie de Graaff, schoenlapper, beiden wonende te Ginneken.
  • Johanna Janssen, wonende te Bavel, dienstmeid van beroep, Intrekking en machtiging afgegeven in opdracht van Petronella Janssen en haar man Antonij de Bruijn, dagloner, beiden wonende te Teteringen, aan Francois Maurice Clement van Steenzel, burgemeester van Gilze en Rijen. Namens hen trekt de burgemeester alle procuraties in die door haar als erfgename op 9 juli 1813 zijn afgegeven, waarin de ontzegeling was vastgelegd van de nalatenschap van haar neef Jean Baptist Janssen, rentenier, overleden te Gilze op 10 mei 1813, betrekking hebbende op Hendrina van de Langerijt, dienstmeid wonende te Prinsenhage, Johanna Janssen, dienstmeid wonende te Bavel en evenzo voor haar zelf als voor haar broer en zussen, Wouter Janssen, schoenlapper wonende te Oosterhout, Maria Janssen en Jacoba Janssen, dienstmeiden wonende te Ginneken en betrekking hebbende op haar man Antonij de Bruijn, voor haar neven en nichten, Jan Adriaansen, actief soldaat, Antonie Adriaansen, dienstbode wonende te Breda en Petronella Adriaansen, dienstmeid wonende te Teteringen. In aanwezigheid van de getuigen Jacobus van Miert, herbergier en Antonie de Graaff, schoenlapper, beiden wonende te Ginneken.

Opmerking


Notaris: J.L. Wiercx


Bronvermelding

Stadsarchief Breda te Breda, Notariële archieven
Notariële archieven Ginneken en Bavel 1811-1841, Bron: repertoire, Deel: 4874, Peri..., Ginneken en Bavel, inventaris­num­mer 4874, 8 oktober 1813, J.L. Wiercx, Repertoire, 1813, aktenummer 132, folio 11


Deze gegevens zijn voor het laatst op 28 januari 2014 door de bronhouder bijgewerkt en voor het eerst gepubliceerd op Open Archieven op 5 juli 2016.



Webadres

  • https://stadsarchief.breda.nl/collectie/archief/genealogische-bronnen/deeds/2f7525f4-7676-7c47-7646-c639c00198c6
  • https://www.openarchieven.nl/brd:2f7525f4-7676-7c47-7646-c639c00198c6



Commentaar

Bent u de eerste persoon die aanvullende informatie levert?


Scan

Scan

Klik op de afbeelding om het te vergroten of download de afbeelding

Meer uitleg over Notariële archieven

Zoek uw voorouders en publiceer uw stamboom op Genealogie Online via https://www.genealogieonline.nl/