229

In den Jare agttien honderd twee

en twintig, den agttiende Mei, in den naam en

ten verzoeke van de Heren van Bolts, Goetzee & C; Koop

Commissionairs, wonende binnen deeze Stad, zich over

dezen jare behoorlijk hebbende aangegeven tot het

obtineren van patent, heb ik Mr. Jan Daniel Hoek

74.

N.

water xxx geadsisteerd met mynen ondergetekenden

Ambtgenoot, beide openbare Notarissen te Schiedam

Hoofdplaats van het fanton Provintie Holland,

Zuider kwartier, mij vervoegd aan het Schip genaamt

Concordia, liggende in de Korte haven dezer Stad, en

aldaar sprekende tegen een persoon zich noemende

Harm Harms Lucht, en zeggende de kapetein van

hetzelve schip te zijn denzelven aangezegd dat den

voornoemde Heeren van Bolls, Grietzee H: de in het

voorschreven schip zich bevindende lading van

agt en veertig lasten rogge en een honderd en vyf¬

tig stuks matten tot garnering afgezonden den

Zeven en twintigste April laatstleden door de

Heren Perlmann en Henckhuizen te Liban, uit

hoofde van schade die daaraan door water als

andersints kan zijn aangekomen of door de ver¬

mindering die daaraan sedert de inlading van

de aan hun opgegevene quantiteit kan zijn toe¬

gebragt ofte ook ter zake van alle andere geval¬

len, welke tot nadeel of bezwaarder gemelde

lading zouden kunnen strekken, met anders ont¬

vangt dan onder protest en tot voorkoming van

verdere of meerdere schade die uit het niet

ontlossen dier granen zoude kunnen proflueeren

en hebben wy bovendien tegen denzelven Harm

Harms Lucht expresselijk geprotesteerd van

alle kosten, schaden en interessen by meergenoemde