Schiedam, bijgestaan door de Heeren Hendrik Willem Marius
Roelants, Candidaat Notaris, en Willem - Christiaan Kemmysen
Junior, Hijter, beiden mede te Schiedam woonachtig en mij
bekend, als getuigen, ter bewaring der regten en belangen zoo„
wel van genoemde requiranten en minderjarigen, als van
ieder ander, dien zulks zou mogen aangaan, ten sterfhuize
van nagenoemden overledene aan de Tuinlaan wyk B,
Numero 107, te Schiedam, overgegaan tot de beschrijving, wel=
ke hieronder zal volgen, van den gemeenschappelijken boedel,
bestaan hebbende tusschen de eerstgenoemde requirante en
wijlen den Edel Achtbaren Heer Johannes Albertus- Jacobus
Nolet, in leven lid van den gemeenteraad van schiedam, dis-
tillateur, scheeps reeder en koopman, ter laatstgenoemde stede
woonachtig, doch op den vierden Junij Jongstleden aldaar ge
storren, en van de nalatenschap van laatstgenoemden, die tot
zijne eenige en algeheele erfgenamen bij versterf heeft nagelaten
zijne elf uit zijn meergemeld huwelijk gesproten kinderen,
de onder nummers twee (2), drie (3), vier (4) en vyf (5) genoem
de requiranten en de Zeven onder numero een (1) genoemde
minderjarigen, en bij zijn voormeld testament heeft vermaakt
1o Aan ieder zijner vier Jongste kinderen, genaamd Arnoldus
Cornelis Aloijrius Nolet, Albertine, Anne, Catharina Nalet
Wilhelmus Adrianus, Henricus- Aloysius Nolet en Hele
na Maria Arnoldina Nolet, bij vooruitmaking en vrij
van de verpligting tot inbreng, eene som van drie duizend
gulden en zulks tot vergoeding van hetgeen door zijne overig
kinderen is genoten uit de nalatenschappen hunner groot ouder
van vaderszijde, bij wier overlijden genoemde zijne vier jongst
kinderen nog niet geboren waren, en —
2:o Aan zijne voornoemde echtgenoot Vrouwe Catharina Reeker
te Harer Keuze of in vollen eigendom zijn aandeel in hun
na gemeenschappelijke onroerende goederen en inboedel, be
nevens al datgene, waarover zijn Edele bovendien ten tijde
van zijn overlijden en met inachtneming van hetgeen hy
aan zijne vier jongste kinderen gelegateerd heeft, te haren
behoeve zal mogen beschikken, niets hoegenaamd uitgezonderd,
of het vruchtgebruik zijner gansche nalatenschap (de voor=
melde gelegateerde twaalf duizend gulden daaronder begrepen,
Haar levenlang gedurende en vrij van de verpligting tot het
stellen van zekerheid deswege, doch onder gehoudenheid om
ten aanzien van het beheer der in vruchtgebruik bezeten goede
Een te raadplegen met den Heer Wilhelmus- Adrianus
van der Burg, koopman en te schiedam woonachtig;
geschiedende deze beschrijving overeenkomstig de aangifte en
aanwyzing, die daarvan gedaan werd door de eerstgenoemd
en vierde genoemde requiranten als tijdens het overlijden het
perfhuis bewonende en vervolgens in het bezit der goederen
geweest en gebleven, en overeenkomstig de schatting, die,
voor zooveel den inboedel betreft, geschudde op grond van
de innerlijke waarde der goederen in verband met den koop
prijs van soortgelijke bij openbare verkoopingen, in den
laatsten tijd te schiedam gehouden door den Heer Willem
Christiaan Kimmijser, winkelier en ondernemer van open
bare verkoopingen van roerende goederen, wonende te schil
dam en mij bekend, als deskundige door de voogdes en den
toezienden voogd ter schotting verzocht en als zoodanig
vooraf beëedige door voornoemden Heer Kantonregter, blyken
acte op den tweeden Julij Jongstleden daaraan opgemaakt
behoorlijk geregistreerd en waaraan een authentiek afschrift
Aan deze minute is vastgehecht; hebbende onmiddelijk
na voorlezing de comparanten, onder protest tegen, en
voorbehoud van al datgene waartegen regtens geprotesteerd
En wat naar regten voorbehouden kan worden met der
Schatter de getuigen en mij, notaris, dit hoofd van boedelbe=
schrijving geteekend.
C: Reekers
W C Kimmyser
wed: J:A:J: Nolet
J J H M Nolet.
J.W.A. Roelanz.
C:J: Nolet
Wyme
Jacob J.G. Nolet
Witseniers
Joh=s: J: Nolet
K.A. Poortman
Beschrijving
Baten.
Op den zolder.
negen en dertig kleerstokken, waardig vijf en twintig gul
25.
Een koussen drager een plakts fel en vier kleerbakt
waardig vijf gulden,
Een schuiftafel, waardig zes gulden,