No. 149

adzijde Oi

Heden zestien April.- neg

nhonderd een en veertig

verschenen voor mij, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand van Amsterdam, ten einde

een huwelijk aan te gaan:

Wilms, Gerrit straatmaker,

geboren en wonende alhier, oud

vyfentwintig jaar, meerderjarige

zoon van: Wilms, Gerrit, oud-

achtenveertig jaar, straatmaker en:

Boer, Johanna Magdalena, oud

vijfenveertig jaar, zonder beroep, beiden

wonende alhier, en

Kerkhoff, Adriaantje

zonder beroep, geboren en wonende

alhier, oud tweeen twintig jaar,

meerderjarige dochter van

Kerkhoff, Anne, oud drie en

zestig jaar, bouwvakarbeider en

Aansink, Bertha Johanna

Christina, oud zestig Jaar

zonder beroep, beiden wonende alhier.-

De ouders des bruidegoms en de

auders der bruid verklaarden mi

toestemming tot dit huvelijk te geven

De afkondiging tot dit huwelijk is onverhinderd geschied, alhier

Bruidegom en bruid verklaarden mij, elkander aan te nemen tot echtgenooten en

getrouwelijk alle plichten te zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken

staat zijn verbonden.

Daarop heb ik, in naam der wet, verklaard, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn

verbonden.

Als getuigen waren tegenwoordig: Kerkhoff, Jacoba

Anna, zuster der bruidzonder

beroep, oud zeven en twintig jaar

en: Wilms, Hilbert Gijsbertus,

broeder des bruidegoms, metaaldraaur,

oud drie en twintig jaar, beiden wo„

nende alhier. De vader der bruid heeft

niet geteekend, omdat hij niet kon schrijven,

Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen.

B J C Aansink

G Vilia

8

A. Kerkheff.

J. A. Kerkhof

G Wilsm

H: G: Wiln

J H Valen