No. 126
Heden vyfentwintig October negentienhonderd negen en dertig
verschenen voor mij, Ambtehaar van den Burgerlijken Stand van Amsterdam, ten einde
een huwelijk aan te gaan.
Roskam, Willem, kapper,
geboren te Disteln in Duitschland
wonende alhier, oud zesentwintig jaar,
meerderjarige zoon van: Rookam,
Reyer, overleden en: de Leeuw, Grietje
oud zeven en veertig jaar, zonder beroep,
wonende alhier en
Kleine, Hilligje Jentje,
zonder beroep, geboren en wonende alhier,
oud een en twintig jaar, meerderjarige
dochter van: Kleine, Geert, oud vijf-
en vijftig jaar, havenarbeider en:
Onvlee, Jentje, oud achten vijftig
jaar, zonder beroep, beiden wonende
alhier. De moeder des bruidegoms en
de ouders der bruid verklaarden mij toe
stemming tot dit huwelijk te geven
De afkondiging tot dit huwelijk is onverhinderd geschied, alhier
Bruidegom en bruid verklaarden mij, elkander aan te nemen tot echtgenooten en
getrouwelijk alle plichten te zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken
staat zijn verbonden.
Daarop heb ik, in naam der wet, verklaard, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn
verbonden.
Als getuigen waren tegenwoordig: Kleine, Willem
Roelof, broeder der bruid, makelaar.
oud zesen en twintig jaar en
30
Roskam, Fokke, broeder des brui-
de goms, hypograaf, oud drie en twintig
Jaar, beiden wonende alhier.
Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen.
No. 127
Heden zesentwintig October negentienhonderd negen en dertig
huwelijk aan te gaan
verschenen voor mij, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand van Amsterdam, ten einde
een hy
Ladug Martinus Stephanus
Maria, kantoorbedierde, geboren en
wonende alhier ond vijf en twintig jaar,
meerderjarige voor van Hang Martinus
Stephanus, oud drie envijftig jaar
drukker wonende alhier en: Smit,
Margoretha Helira, overleden en
Vermorken, Bertha
zonder beroep, geboren en wonende al hier.
oud een entwintig jaar, meerderjarige
dochter van Jermorker, Petrus
Augustinus ondvijf envijftig jaar
behrisch ambtenaar en roppelrath
Elisabeth Maria, onddrie envijftig
jaar zonder beroep beiden wonende
alhier De vader desbruidegomsen de ou„
ders der bruid verklaarden mij toestem
„ming tot dit huwelijk te geven.
De afkondiging tot dit huwelijk is onverhinderd geschied, alhier
Bruidegom en bruid verklaarden mij, elkander aan te nemen tot echtgenooten en
getrouwelijk alle plichten te zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken
staat zijn verbonden.
Daarop heb ik, in naam der wet, verklaagd, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn
verbonden.
Als getuigen waren tegenwoordig: Hang, Johannes
Stephanus Maria, broeder des
bruidegows, onderwyzer, oud negen en
twintig jaar en Vermorken Tieter
Francis, broeder der bruidijke
bij de geweenkelechuiteitswerken
oud zevenentwintig jaar, beiden
wonende alhier
Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen.
Boskampp
J Onvlee
N
H.J Kleine
Vansoest.
G de Leeuw
Drosham
G Kleine
P Vermorken
M S.M. Hauf
E M tKoppelrath
BVermorken
J Oertee
—
J. Smslang
MSlans
PF. Vernaken.