No. 207
Heden achtentwintig April negentienhonderd zes en twintig
zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam verschenen, ten einde een
huwelijk aan te gaan:
Lion van Dal, monteur, geboren en
wonende alhier, oud achtentwintig jaren, meer-
derjarige zoon van Isaac van Dal, overleden
en Flora Vleeschdrager, oud zevenenzestig
Jaren zonder beroep, wonende alhier en
Jansje Granade, zonder beroep,
geboren en wonende alhier, oud vierendertig ja-
ren, meerderjarige dochter van JacobGra
nade, overleden en Betje Wans, zonder
beroep, wonende alhier De moeder des brui
degoms verklaarde, voor mij tegenwoordig, toe
te stemmen in dezen echt
De afkondiging tot dit huwelijk is onverhinderd geschied, alhierden zeven-
tienden dezer maand
De bruidegom verklaarde mij de identifect
van zijnen vader wegens onvolledigheid van
diens overgelegde akte van overlijden
Ik heb bruidegom en bruid afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en
getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat
verbonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden, heb ik, in naam
der wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.
Als getuigen waren tegenwoordig: Izak Vleeschdraager
zwager des echtgenoots, koopman oud
achtentwintig jaren en IsaƤc Stibbe,
koopman, oud zevenenveertig jaren,
beiden wonende alhier
Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen.
No. 208
Heden achtentwintig April-
ihonderd zes en twintig
zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam verschenen, ten einde een
huwelijk aan te gaan:
Haurits Bronkhorst, colporteur
geboren alhier, wonende in de gemeente s Graven
hage, oud dertig jaren, meerderjarige zoon
van Joseph Bronkhorst en Louise
de Jjong, beiden overleden en
Saartje Norden, zonder beroep;
geboren en wonende alhier, oud zevenendertig
jaren, meerderjarige dochter van Mozes
Norden, zonder beroep, wonende alhier en
Vrouwtje Polak, overleden
De afkondiging tot dit huwelijk is onverhinderd geschied, alhier en in de ge
miente 's Gravenhage den zeventienden dezer
maand
Ik heb bruidegom en bruid afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en
getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat
verbonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden, heb ik, in naam
der wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.
Als getuigen waren tegenwoordig: Herman Norden.
vroeder der echtgenoote, colporteur oud
eenenveertig jaren, en Hartog Bronk
horst, broeder des echtgenoot bloemen
koopman, oud veertig jaren, beiden
wonende alhier.
JAli
L van Dal
V
J Granade
J
J.J. Stebbe
F: Vleeschdrager
M. Bronkhorst H. Norden
S: Norelen H: Brinkhort
D