No. 445
Heden zevenentwintig Mei negentienhonderd twintig
zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam verschenen, ten einde een
huwelijk aan te gaan:
Arend Kruithof, letterzetter, geboren in de
gemeente Veendam, wonende alhier, oud vierenvijftig
jaren, weduwranr van Geertruida Hermina Cornelia
Van de Berg, meerderjarige zoon van Jan Polkes Kruit-
hof en Trijntje Andries Post, beiden overleden en
Wilhelmina Christina Muller, zonder be-
roep, geboren alhier in de gemeente Rotterdam, wonende
alhier, oud achtenveertig jaren, weduwe van Jacob de
Lange, meerderjarige dochter van Johan Christoffel
Maller, en Anna Maria Langehorst, beiden overleden.
De afkondiging tot dit huwelijk is onverhinderd geschied, alhier den vijftienden
dezer maand.
Ik heb bruidegom en bruid afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en
getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat
verbonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden, heb ik, in naam
der wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden
Als getuigen waren tegenwoordig Engbert Rozeboom, zonder beroep,
oud tweeentachtig jaren en Aaldrik Lamain, matroos,
oud vierentwintig jaren, beiden wonende alhier. Goedge-
keurd de doorhaling van een geschreven woord in den tien
den regel van boven
No 446.
Heden zevenentwintig Mei negentienhonderd twintig
zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam verschenen, ten einde een
huwelijk aan te gaan:
Gerrit Hendriksen, kantoorbediende, ge
boren in de gemeente voormalige gemeente Ambt-Almelo
thans gemeente Almelo, wonende alhier, oud zesentwintig
jaren, meerderjarige zoon van Hendrik Jan Hendriksen,
oud vijfenvyftig jaren, — kleermaker en Benjami
na Fredrika ter Braake, oud achtenveertig jaren,
zonder beroep, beiden wonende in de gemeente Almelo en
Cornelia Groeneveld, zonder beroep, geboren
en wonende alhier, oud drieentwintig jaren, meerderjarig
dochter van Gerrit Groeneveld, overleden en Dorothea
Louisa Drost, oud zesenveertig jaren, — zonder
beroep, wonende alhier. De ouders des bruidegoms en de
moeder der bruid verklaarden, voor mij tegenwoordig
toe te stemmen in dezen echt.
De afkondiging tot dit huwelijk is onverhinderd geschied, alhier den vijftienden
dezer maand.
Ik heb bruidegom en bruid afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en
getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den buwelijken staan
verbonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden, heb ik, in naam
der wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.
Als getuigen waren tegenwoordig: Arend Drost, grootvader der
echtgenoote, zonder beroep, oud vijfenzeventig jaren en Alber„
tus Johannes Drost, oom der echtgenoote, timmerman
oud zesen dertig jaren, beiden wonende alhier. Goedgekeurd
de doorhaling van een geschreven woord in den vijfden
regel van boven.
Eigebeon
A. Kruithaf A. Kaman
AKaki
W C Muller
Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen.
Gttendukoen
A Drost
C. Groenents.
A. J. Diost)
H J Hendriksen
Bzah
B F ter Braake
D. Z. Dwst