No. 1046
Heden twaalf November negentienhonderd negentien
zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam verschenen, ten einde een
huwelijk aan te gaan
Johannes van Rijn, kantoorbediende
geboren en wonende alhier, oud twee en der
tig jaren meerderjarige zoon van Johan
nes van Rijn, kantoorbediende en Maria
Henn, zonder beroep, beiden wonende alhier
en
Aaltje Antonia Meijer, zonder beroep
geboren en wonende alhier, oud zes en
twintig jaren, meerderjarige dochter
van Gerhardus Meijer, oud twee en zestig
jaren - winkelier, wonende alhier en-
Neeltje Boll, overleden. De vader der bruid
verklaarde, voor mij tegenwoordig toe
te stemmen in dezen echt
De afkondiging tot dit huwelijk is onverhinderd geschied, alhier den eersten
dezer maand.
Ik heb bruidegom en bruid afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en
getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat
verbonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden, heb ik, in naam
der wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.
Als getuigen waren tegenwoordig: Jheodoor van Rijn broe
der des echtgenoots, kantoorbediende
oud vijf en twintig jaren en Pieter Meyer
broeder der echtgenoote schoenfabrikan
oud acht en dertig jaren, beiden wonende
alhier
No. 1047
Heden twaalf November negentienhonderd negent
zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam verschenen, ten einde een
huwelijk aan te gaan
David Overste diamantslijper gebo
ren en wonende alhier, oud dertig jaren
meerderjarige zoon van Simon Overste
diamantslijper, wonende alhier en
Esther van Collem, overleden en
Rebecca Rodriguls, zonder beroep
geboren en wonende alhier, oud acht en
twintig jaren, meerderjarige dochter
van Himan Rodrigues oud negen en
vijftig jaren, winkelier en Roosje Tool, oud
acht en vijftig jaren —zonder beroep
beiden wonende alhier. De ouders der
bruid verklaarden, voor mij tegen
woordig, toe te stemmen in dezen echt
De afkondiging tot dit huwelijk is onverhinderd geschied, alhier den eersten
dezer maand
Ik heb bruidegom en bruid afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en
getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat-
verbonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden, heb ik, in naam
der wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden
Als getuigen waren tegenwoordig: Nathan Staliaander, zwa
ger des echtgenoots meubelmaker, oud
acht en twintig jaren en Stidar Pekel
zwager der echtgenoote handelsreiziger
oud drie en dertig jaren beiden wonende
alhier. De moeder der echtgenoote verklaar
de niet te kunnen naamteekenen als hebben
de geen schrijven geleerd
Waarvan akte, welke overgenkomstig de wet is voorgelezen.
vzijn
Shranstin
F Meyer.
A. A. Meijer
A. BRahy
G Meijen
Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen.
D. Overste
N Galiaare
Wetel
R. Kodrigues
H Rodrigus
AZahy