No. 432
Heden zes Juni negentienhonderd achttien
zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam verschenen, ten einde een
huwelijk aan te gaan:
Jacob Wind, metselaar, geboren in de
gemeente Medemblik, wonende alhier oud
zes en twintig jaren, meerderjarige zoon
van Pieter Wind oud negen en veertig jaren
aannemer van bouwwerken en Neeltje Bij„
houwer, oud zes en veertig jaren, zonder
beroep beiden wonende alhier en
Huberdina Johanna Frederika van
Boxcel, onderwijzeres, geboren en wonen
de alhier, oud drie en twintig jaren meer
derjarige dochter van Franciscus Petrus
van Boxcel, oud acht en vijftig jaren
kantoorlooper en Bregje Mol, oud zes en
veertig jaren zonder beroep, beiden wonende
alhier. Beider ouders verklaarden voor
mij tegenwoordig, toe te stemmen in dezen
echt.
De afkondiging tot dit huwelijk je onverhinderd geschied, alhier den vijf en
twintigsten Mei laatstleden.
Ik heb bruidegom en bruid afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en
getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat
verbonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden, heb ik, in naam
der wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.
de gebuigen waren tegenwoordg Nicolaas Mol grootva„
der der echtgenoote, zonder beroep oud acht
en zeventig jaren en Eduard Hanze boot„
werker oud drie en veertig jaren, beiden wo„
nende alhier
Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet
No. 433
Heden zes Juni negentienhonderd Achtien
zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam verschenen, ten einde een
huwelijk aan te gaan:
Frederikus Antonius van Rijn archi
tect, geboren alhier, wonende in de gemeen
te Zeist, oud zeven en twintig jaren meer
derjarige zoon van Johannes van Rijn
oud zeven en vijftig jaren, kantoorbediende
en Maria Henn oud zeven en vijftig jaren,
zonder beroep, beiden wonende alhier en
Omma Sophia Heckmann zonder be
roep, geboren te Alsdorf in Duitschland,
wonende alhier oud vijf en twintig jaren.
meerderjarige dochter van Wilhelm Heck
mann, oud vijf en vijftig jaren, — meubel
maker en Omma Noggerath, oud zes en veer
tig jaren zonder beroep beiden wonende al
hier. Beider ouders verklaarden voor mi te
genwoordig, toe te stemmen in dezen echt„
De afkondiging tot dit huwelijk is onverhinderd geschied, alhier en in de ge„
meente zeist, den vijf en twintigsten Mei
laatstleden.
Ik heb bruidegom en bruid afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en
getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat
verbonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden, heb ik, in naam
der wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.
dde getuigen waren tegenwoordg: Johannes van Rijn, oud der
tig jaren en Karel van Rijn, oud negen en
twintig jaren, beiden broeder des echtgenoots,
Eertordekende van hervep en woorende aller
arvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen.
is voorgelezen.
Wind
B. Hol
o
H.J.F v. Breel
KKol
P Wink
V Bijhouwer
L Hansen
F.P. C. Brreel
arvon abte malba naomntig de wet is voorgelezen.
deen tijn Wilhelm Heekmans
E: S. Heekmaan. C. Voöpmworts
CIniemel
Jh vanKye
JWijn
J: Herm
K van Ryn