Eas
aa
aaij de
E
Heden tien Juni negentienhonderd vijftien t
zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam verschenen, ten einde een
huwelijk aan te gaan:
Adriaan Leendert Overdijk, magarijn
bediende, geboren en wonende alhier, oud
vijf en twintig jaren, meerderjarige zoon van
Abraham Piulus Johannes Overdijk, over
leden, en Adriana Heijnsdijk, oud een envijftig
jaren, - zonder beroep, wonende alhier, en
Gesina Balledux, zonder beroep geboren
en wonende alhier, oud vier en twintig jaren
meerderjarige dochter van Pieter Balledux,
overleden, en Maria Margaretha Blom
oud vijftig jaren, — zonder beroep, wonende
alhier. De beide moeders verklaarden voor
mij tegenwoordig, toe testemmen in dezen echt„
De afkondiging tot dit huwelijk is onverhinderd geschied, alhier den negen
en twintigsten Mei laatstleden
Ik heb bruidegom en bruid afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en
getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat
verbonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden, heb ik, in naam
der wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.
Als gebuigen waren tegenwoordig: Abraham Paulus Johannes
Overdijk, broeder des echtgenoots timmerman,
oud zeven en twintig jaren, en Pieter Balledux,
broeder der echtgenoote, tramwagenbestuurder
oud acht en twintig jaren, beiden wonende
alhier.
welke overeenkomstig de wet is voor
AOJ Overdijt
AL Overdijk.
PBovant
G Balledux
f
K Heijnsdijk
MM Blom