No. 178

Heden zesentwintig Maart negentienhonderd veertien

zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam verschenen, ten einde een

huwelijk aan te gaan:

Simon Tremseler, koopman ge„

boren en wonende alhier, oud tweeen„

twintig jaren meerderjarige zoon

van Mozes Premseler, oud zevenen„

zestig jaren, koopman en Saartje

Corper, oud negenenvijftig jaren,

zonder beroep beiden wonende alhier, en

Pietje Kroonenberg, zonder be„

roep, geboren en wonende alhier, oud

eenentwintig jaren, meerderjarige

dochter van Barend Kroonenberg,

oud drieënzestig jaren, koopman

en Roosje Walvis, oud tweeënzestig

jaren, zonder beroep, beiden wonen„

de alhier. Beider ouders verklaarden

door mij tegenwoordig, toe te stemmen

in dezen echt,

De afkondiging tot dit huwelijk is onverhinderd geschied, alhier.

den achtentwintigsten Februari laatstleden.

Ik heb bruidegom en bruid afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en

getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat

verbonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden, heb ik, in naam

der wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.

Als getuigen waren tegenwoordig: Abraham Cozijn.

zwager des echtgenoots, kleermaker

oud achtentwintig jaren en Joref

Kroonenberg, broeder der echtgenoo

te, koopman, oud drieëntwintig

jaren, beiden wonende alhier.

De moeder des echtgenoots en de ou„

ders der echtgenoote verklaarden niet

te kunnen naamteekenen, als hebben,

de geen schrijven geleerd.

Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen.

Echtscheiding, uitge-

sproken bij wanrs

der Reihsbank te

Amsteldam van

27 Februari 1947,

iageschreven te

Amsterdam, heden

5 Juni 1997

J2 Mo

Heden een April negentienhonderd veertien

zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam verschenen, ten einde een

huwelijk aan te gaan:

e. Pieter Koster, bankwerker, geboren

en wonende alhier, oud drie en twintig

jaren, meerderjarige zoon van Pieter Kos-

„ter, oud acht en vijftig jaren, bootwerker

en Marianna van der Spaa, oud zeven

veertig jaren, zonder beroep, beiden wonen

de alhier en

beroep, geboren en wonende alhier, oud een

Willemijntie Asbeek Brusse, zonder

en twintig jaren, meerderjarige dochter

van Johan Christiaan Asbeek Brusse,

oud vier en vijftig jaren, koetsier, wonende

alhier en Johanna Maria Gerken, over

leden. De ouders des bruidegoms en de va

der der bruid verklaarden, voor mij tegen-

woordig, toe te stemmen in dezen echt

De afkondiging — tot dit huwelijk is onverhinderd geschied, alhier.

den een en twintigsten Maart laatstleden.-

Ik heb bruidegom en bruid afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en

getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat

verbonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden, heb ik, in naam

der wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.

Als getuigen waren tegenwoordig: Johannes Frans Karel Harms

bankwerker, oud zesentwintig jaren, wonende

alhier en Johannes Adrianus Jacob Beuken,

machinist, oud een endertig jaren, wonende

te Hilversum, beiden zwager des echtgenoots

Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen.

Waar-

s Tremsller A Corie

S Sroonenburg.

J. Brivee

M Tremslier

J Kroonenberg.

19eitzeu.

P: Kooter

JJJ Hoans

W. Asbeek Buisse

J. A.J. Bucken.

P Koster tu

Brevee

H. v. d: Strau

WC Aobuk Brusse