No. 289

Heden negen Mei negentienhonderd twaalf

zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam verschenen, ten einde een

huwelijk aan te gaan:

Hendrik Euwe, smid, geboren en wonen

de alhier oud veertig jaren, weduwnaar

van Susanna Christina Oort meerderja

rige zoon van Willem Euwe en Elizabeth

Johanna van Baarenburg beiden over

leden, en

Elisabeth Maria Geertruida Lotze

zonder beroep, geboren en wonende alhier

oud negen en veertig jaren weduwe van

Karel Marinus Treiture meerderjarige

dochter van Roelof Lotze en Hendrika

semminga, beiden overleden:

De beide afkondigingen tot dit huwelijk zijn onverbinderd geschied, alhier den

acht en twintigsten April laatstleden en den

vijfden dezer

Ik heb bruidegom en bruid afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en

getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat

verbonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden, heb ik, in naam

der wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.

Als getuigen waren tegenwoordig: Willim Euwe karrenver

huurder, oud acht en dertig jaren, Jan buwe

broodbakker, oud twee en dertig jaren, beiden

broeder des echtgenoots en wonende alhier

Karel Marinus Preiture, zoon der echtgenoo

te matroos bij de Koninklijke Marine oud drie

en twintig jaren, wonende te Helder en

George Peter Scheerboom, smid, oud negen

en dertig Jaren, wonende alhier.

Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen.

No. 290

Heden negen Mei n0

nderd twaar

zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam verschenen, ten einde een

huwelijk aan te gaan:

Jelle van Deursen expeditieknecht

geboren en wonende alhier, oud vijf en twin

tig jaren, meerderjarige zoon van Hermanus

van Deursen, hofmeester ter koopvaardi en

Aafke Bierma, zonder beroep, beiden wo

nende alhier, en

Antje de Vries, zonder beroep, geboren

te Rancker, wonende alhier, oud vier en

twintig jaren meerderjarige dochter van-

Pieter de Vries, opperman en Tierkje van der

Werf, zonder beroep, beiden wonende te Fancker

Beider ouders verklaarden, voor mij tegenwoor

dig, toe te stemmen in dezen echt.

De beide afkondigingen tot dit huwelijk zijn onverbinderd geschied, alhier den acht

en twintigsten April laatstleden en den vijf„

den dezer

Ik heb bruidegom en bruid afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en

getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat

verbonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden, heb ik, in naam

der wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.

Als getuigen waren tegenwoordig: Harmen Molenmaker

zwager des echtgenoots, bankwerker, oud zeven

en twintig jaren, Jacobus Venverloo, werkman,

oud zeventig jaren, David Halmans, stads

reiziger, oud vier en dertig jaren en Hendrik

Anthonie Iiemerink, werkman, oud zeven

tig jaren, allen wonende alhier

De moeder der echtgenoote verklaarde niet te kun

nen naamteekenen, als hebbende geen schrij

ven geleerd

Waarvan afte, welke overeentomdig de wet is voorgeleren.

Jl

W Euus

H Eunver

bZwoterse

E M G Potze J: Guwe

J:H. M. Treiture.

J. J. Scheertoor

is voorgelezen.

J van Deursen & Wolemmaker

A d Vries

J Venveeloo

N DDeuren D Halmans Zeoirg

A Bierma

HA Seemerum.

P: de Vres