No. 270

negen

1

waalf

zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken stand van Amsterdam verschenen, ten einde een

huwelijk aan te gaan:

Frederik Wilhelmus Meijer,

kantoorbediende, geboren en wonende

alhier, oud drieëntwintig jaren, meer„

derjarige zoon van Wilhelmus Jonas

Meijer, magarijnknecht, en Magda„

lena Willemina Mulder, wonende

alhier, en

Meensina Oppinga, zonder

beroep, geboren en wonende alhier, oud

vijfentwintig jaren, meerderjarige doch„

ter van Wijtze Eppinga brandmees„

ter, en Elisabeth Berkhout, wonende

alhier. De ouders der bruid verklaarden

voor mij tegenwoordig, toe te stemmen in

dezen echt. De ouders des bruidegoms

hebben blijkens hierbij overgelegde nota„

rieele akte, in dezen echt toegestemd.

De beide afkondigingen tot dit huwelijk zijn onverhinderd geschied, alhier den

tweeden en negenden dezer

Ik heb de aanstaande echtgenooten afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten

en getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat

verbonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden, heb ik, in naam

der wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.

ss getuigen waren tegenwoordig: Hendrik Witze Oh„

penga, broeder der echtgenoote, tramwa„

genbistuurder, oud vierendertig jaren,

Frederik Johan Gabel, zwager der echt„

genoote, zadelmaker, oud tweeendertig

jaren Willem Eggersman,passage

beambte bij de Holland Amerikalijn, oud

negenentwintig jaren en Gerard David

Reijndorp, winkelier oud zevenentwin„

tig jaren, allen wonende alhier.

Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen.

No. 271

twaalf Me

negentienhonderd negen zijn voor mij Ambtenaar van den burgerlijken

stand van Amsterdam verschenen, ten einde een huwelijk aan te gaan:

Gerard Johann Gerdes,

knecht in een verkooplokaal,

geboren en wonende alhier;

oud drieëntwintig jaren, meer„

derjarige zoon van Johann Harms Ger„

des, machinist bankwerker, wonende al„

hier, in Maria Agatha Mulder, over

leden en

Catharina Margaretha Buth

fer, zonder beroep, geboren en wonende

alhier, oud vyfentwintig jaren, meerder

jarige dochter van Hermann Dietrich

Buthfer, overleden en Alida Ahtbornn

zonder beroep, wonende alhier. De vader

des bruidegoms en de moeder der bruid

verklaarden, voor mij tegenwoordig, toe

te stemmen in dezen echt

De beide afkondigingen tot dit huwelijk zijn onverhinderd geschied, alhier den

tweeden ennegenden dezer

Ik heb de aanstaande echtgenooten afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten

en getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat

verbonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden, heb ik, in naam

der wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.

als getuigen waren tegenwoordig: Eevert Hendrik Mul¬

der, oom des echtgenoots brandmeester,

oud zevenenveertig jaren, Carl Arthur

Eivert, winkelbediende, oud vyf en„

twintig jaren Casper Diederik Roe„

lof UTitteveld scheepmaker, oud vyf.

envijftig jaren, en Eibertus Johannes

Mendel, letterzetter oud achten dertig

jaren, allen wonende alhier

enkomstig de wet is voorgele

P Wappenje.

fwider

A. Appoes

J: Gabeel

WEggenman Drevee

W. Eppingq

JJ JReijndoon

E Berthieut

OHunhen

GJ Gerdis.

Buthfer.

0

Cd Ewert Breeeee

J H Gerdes

CDR. Wittevel

D Aklberner

E: J. Mendel Mr