van 'toverige vanden gemelten Boedel van hen
Com aranten vader ende Schoonvader respective
ende in gevolge vandien elx sijne contingente
portie ende gedeelte, tot ijders volcomen contente
ment ende genoegen ontfangen ende genoten,
waervan, beneffens tgene d'eene ende de anderen
tot lasten vande voorss. Boedel over moeders
Erffenisse ende anderssints metten aencleven
vandien, te eijsschen ende te pretenderen gehadt
heeft, als mede van goede ende deughdelijcke
schiftinge scheijdinge ende deelinge vande
voorsz. Boedel metten gevolge ende aencleven
vandien, sijluijden Comparanten in qualite voorsz.
malcanderen ende d'eene den anderen mitsgaders
malcanders ende d'een des anders Erffgenamen
ende nacomelingen, bedancken ende quiteren
bij desen Belovende oversulx sijluijden Compa¬
ranten in qualite voorsz. malcanderen ende d'eene
den anderen mitsgaders malcanders ende d'eene
des anders Erffgenamen ter saecke voorsz.
metten gevolge ende aencleven vandien
namaels niet meer te manen, eijsschen
off molesteren binnen noch buijten rechten
directelijck noch indirectelijck in eeniger
2
308
maniere, Maer ter Contrarie deselve daervan
tegen een ijder te Indemneren, vrij costeloos
en schadeloos te houden, Onder verbant van hen
respective persoonen ende goederen geen exemt,
d'selve submitterende alle Rechten ende Rechteren,
Welverstaende dat sij Comparanten in qualite
voorsz. metten anderen in't gemeen ende ijder van
hen voor een vierde part sijn houdende seeckere
Obligatie van Drie hondert Guldens Capitael
houdende tot laste van eenen Spraekel
Horologia maecker, ende de liquidatie die te doen
staet tusschen hen stieffmoeder de voorsz. Marritgen
steen, ter eenre, ende hen Comparanten in qualite voorsz.
ter andre zijde, Sulx dat alla 'tgens ter saecke dies
ontfangen off uijtgekeert sal werden bij hen Compa¬
ranten in qualite voorsz. te samen ende elx vooreen
vierde part genoten ende gedragen sal werden;
Alles ter goedertrouwen ende onder verbant als boven
Ende versochten zij Compten., wedersijts hiervan
acte, Aldus gedaen binnen Amstel. ter presentie
van Isaacq Junius ende Thomas wtenbogaert
Inwoonders deser stede, als getuijgen hier over
gestaen den xviiien. Decemb. xvic. ende 'tsestich
int regart vand drie laeste Compten., ende opden xxiii febri. 1661:
bij den voorsz. dr. gerrard Brant
Jan Steen
sijn
int vogart Gerandin Brandt
Quod attestor Rogalus Huijberk vander par
anna brandt
Bdt P pcub.
t: Junnius wtenbgaent
68
1661