Op heden den Zeventienden der maand April Achttienhonderd Negen-en-Dertig,
zijn voor ons ondergeteekende
Ambtenaar van den Burgerlijken Stand in het huis der Gemeente verschenen, ten einde een
Huwelijk aan te gaan Apton Friedrich Drieling
Metselaar geboren te Hude, Oldenburg wonende Alh
ond tweeen dertig Jaren, meerderjarige zoon van Johann
Hinrich Drieling en Margarethe Garms, beide over
„leden ter Eene Ex.
Helena Frevel, zonder beroep, geboren en wonende
Alhier oud Negenen twintig Jaren meerderjarige lochte
van Carel Willem Frevel, overleden, en Sophia Maria
Hendrictta Roozerkrans, groen te verkoopster, wonende
Alhier ter andere zyde LEn consenteerde de Moeder der Bruid personeel
mbert tot dat einde aan ons overgelegd, vooreerst: de Akten waaruit blijkt, de
17 24
de beide afkondiging en onverhinderd zin geschied, alhier den zeven Ciert in
Veertien den Dezer ten tweeden de Doop cedullen der
Verlootden- ten derden de doorcedul van den Vader
der Bruid.
Waarna wij hun hebben afgevraagd of zij elkander aannemen tot Echtgenooten, en getrouwelijk
alle de pligten zullen vervullen, welke door de Wet aan den Huwelijken Staat verbonden zijn:
hetwelk door hen, uitdrukkelijk met JA, beantwoord zijnde, hebben wij in naam der Wet
uitspraak gedaan, dat zij door het Huwelijk aan elkander zijn verbonden. In tegenwoordigheid van:
Teunis Schoeg. Metselaar, ou Pier en Veertig.
Johannes Hendricus Pooters, SchipDeriknecht
oud Negen entwintig Jan Willem Aldekamp, zonder
beroep onso twee en Veertig en Ian Spoel, Zeeman, oud
tween veertig Jaren. wonende alle Alhier
En is hiervan door ons opgemaakt deze Akte, welke na voorlezing, door de Komparanten,
de Getuigen en ons is onderteekend verklarende de Moeder niet te kunnen
schryven..-
A: D Drieling
Deutz
H: Frevel
tschoute J: Spoel.
J H Pooter
I.W. Aldekamp
VN. 104.
Op heden den Zeventienden der maand April Achttienhonderd Negen-en-Dtutig,
zijn voor ons ondergeteekende
Ambtenaar van den Burgerlijken Stand, in het huis der Gemeente verschenen, ten einde een
Huweljk aan tegaar Johann Behrens, Kleermaker, gebo„
„ren te Ganderkesee oldenburg, wonende Alhier, ondzes
en dertig Iaren meerderjarige zoon van Johann Behrens
dagloner, en Beeke Margrete Otken, wonende te Granderkesed en
ter Eene en
Maria Drewecke, zonder beroep, geboren en wonende
Alhier oud Zeven en Veertig Iaren Weduwe van Jacob van
der Vaardt meerderjarige Dochter van Johan Godliel
Drewecke, en Amelia Anna Marias de Ruyter.-
beide overleden. — ter andere zyde.
En zijn tot dat einde aan ons overgelegd, vooreerst: de Akten waaruit blijkt, dat
de beide afkondiging en onverhinderd zijn geschied, alhier van zevenden en
Veertienden Dezer ten Tweeden de doop cedal der Brui
„de goms. ten der den acte van bekendheid van de ge„
„boorte der Bornid ten Vier den de Doopcedal van haren
vorigen Echtgenoot
Waarna wij hun hebben afgevraagd of zij elkander aannemen tot Echtgenooten, en getrouwelijk
alle de pligten zullen vervullen, welke door de Wet aan den Huwelijken Staat verbonden zijn;
hetwelk door hen, uitdrukkelijk met JA, beantwoord zijnde, hebben wij in naam der Wet
uitspraak gedaan, dat zij door het Huwelijk aan elkander zijn verbonden. In tegenwoordigheid van
Jacobus Filiakus neef der Echtgenoote Timmerman
oud drie en Vyftig Lourins Andries Monroy, papier
„kooper ond zeven en veertig Fredrik Hendrik Lodewyk e
buiten beroep, oud tweee Vijftig, en Hendrik Sneltjes
timmerman oud tweee vijftig Iaren. wonende allen Alhier
En is hiervan door ons opgemaakt deze Akte welke na voorlezing, door de Komparanten,
de Getuigen en ons is onderteekend
Deutz
J Behrens
M: Drewecke
J Fliakus Hsnettyen
L: A: Monroi