1889

14 Februari

N:o 2659

Kocesverbaal van openbare verkooping,

Uitteksel uit het register der aangiften voor openbare

verkoopingen van roerende goederen, deel 18, nommer 100

Heden den Tweeden Februari Achttien honderd negen en tach

tig is verschenen ten Kantore van de registratie te Haarlem, de na

taris Johannes te Hoffsteede, gevestigd in de gemeente Bla

mendaal, die verklaarde voornemens te zijn om over te gaan

tot de navolgende verkoopingen van roezende goederen

als:

Op, enzoovoerts

Op Donderdag, den Veertienden Februari eerstkomen

de, des voormiddags te tien uur, ten sterfhuize van den Heer

Hendrik Ebbing te Haarlem in de Dubbele Buurt, van

Hee, hooi, wagens, gereedschappen, huisraad, enzoovoert

ten verzoeke van: a. Moejufvrouw Honrica van Opzeiland

weduwe van den Heer Hendrik Obbeng, b Nicolaas Eb

bing en C. Matthijs Ebbing, allen te Haarlem, zoomede

d. Jan van Bruggen, te Haarlemmerliede en Spaarnwoude

als in algeheele gemeenschap van goederen gehuwd met

Mejufvrouw Johanna Helena Eobing, gezamenlijke eige

naars

De comparant heeft van deze verklaring akte verzocht

en haar onderteekend.

Geseekend - Joh:s te Hoofsteede

- voor eensluidend Uittreksel

De Ontvanger der registratie te Haarlem

Geteekend = C. ter Kuile

verte

In den Jare Achttien honderd negen en tachtig den Veertienden

Februari, des voormiddags te tien uur, ben ik Johannes

ter Koffsteede Notaris, in het arrondissement Haarlem, ten

standplaats de gemeente Bloemendaal, als zoodanig voorzien

van een akte van Suppletoir patent voor de gemeente Haarlem

over het loopende dienstjaar, in tegenwoordigheid der na

te noemen getuigen, overgegaan te Haarlem ten sterfhuis

van den heer Hendrik Ebbing in de dubbele buurt tot de

opbare verkooping van Oed, hoor, wagens, gereedschappen

huisraad, en zoovoorts, ten verzoeke van a. Mejufvrouw Hen„

rica van Opzeeland, weduwe van den Heer Hendrik Ebbing

zonder beroep, b den Heer Nicolaas Ebbing, landbouwer

en C. den Heer Matthijs Ebbing, Canobouwer, allen wonend

te Haarlem, zoomede a, van den Heer Jan van Bruggen, lan

bouwer, wonende te Haarlemmerliede en Spaarnwoude, als

in algeheele gemeenschap van goederen gehuwd met Mejute

vrouwe Johanna Helena Ebbing, gezamenlijke agenaars,

ieder voor een vierde gedeelte. —

1 „