E

Rep. no 102.

Contract van Erfpacht.

Op den vierden Mei negentien honderd negen,

Compareerden voor mij Agathon Carel Roeloffs Valk, notaris,

ter standplaats Uithoorn, in tegenwoordigheid van de na te

noemen getuigen.

1 de Heer Johannes van Leeuwen; en

2 de Heer Cornelis van Leeuwen;

beiden werkman, wonende te Nieuwer Amstel;

die verklaarden in erfpacht uit te geven aan:

1 den Heer Cornelis van Leeuwen Bartholomeuszoon; en

2 den Heer Petrus Johannes Jacobus van Leeuwen Bar

tholomeuszoon;

beiden arbeider, wonende te Nieuwer Amstel;

welke laatste twee genoemden-beiden te deze mede com

pareerende - verklaarden gezamenlijk te hunnen behoeve

in erfpacht aan te nemen;

Een perceel grond te Nieuwer Amstel, aan den Bovenkerker

dijk, in den Noorderlegmeerpolder; kadastraal bekend ge

meente Nieuwer Amstel sectie O. als een gedeelte op het

terrein uitgebakend, ter grootte van ongeveer vier aren

vijftig centiaren, of zooveel minder of meer als bij de ka

dastrale hermeting zal blijken van het perceel nommer

1249 geheel groot zeven aren dertig centiaren.

De comparanten Johannes van Leeuwen en Cornelis van

Leeuwen, hebben van bovengemeld perceel grond den

eigendom verkregen, blijkens eene acte van scheiding

verleden voor den destijds te Nieuwer Amstel gevestigden

notaris Jean Frederik Herbschleb, den zeventienden

Mei achttien honderd vier en tachtig, welke tenzelfden

dage bij uittreksel werd overgeschreven ten hypotheef

kantore te Amsterdam, deel 1260, nommer 35;

Verklarende de comparanten Cornelis van Leeuwen Bar

tholomeuszoon, en Petrus Johannes Jacobus van Leeuwen

Bartholomeuszoon, dat de op den bovengemelden grond

aanwezige opstallen in eigendom toebehooren aan hen

comparanten, als eenige erfgenamen krachtens de wet

van hun vader, wijlen den heer Bartholomeus van Leeu

wen, die den negentienden Januari negentien hon

derd negen te Nieuwer Amstel, is overleden, zonder be

schikkingen van uitersten wil te hebben gemaakt;

Deze erfpacht wordt aangegaan voor den tijd van vijf en

twintig jaren, die zullen ingaan den eersten Mei negentien

honderd negen, en alzoo zullen eindigen den dertigsten

mil negentien honderd vier en dertig.

Onder de navolgende Bepalingen en Voorwaarden,

dat deze grond in erfpacht wordt uitgegeven in den staat

vaarin hij zich op heden bevindt, en zooals hij reeds ingebruik

1909

4 Mei

Goedgekeurd de

doorhaling van

twee woorden in

den een en veertigsten

regel dezer eerste

bladzijde met in de

plaatsstelling van

onderstaande twee

woorden:

„zijn ingegaan

P V

C v L

PSSr

A

G.R.V.