December Fl. Lt. C N. 11, had„

ck de eer Umer Majesteit

aan te bieden, het uit Oost

vindt zich het besluit

van den Gouverneur Generaal

van

van Nederlandsch Indie, do„

25 Augustus 1649 Da Da

behelzende de maatregelen

welke hij, in Verband met

den afloop der jongste Ba„

Eische expeditie, heeft ver„

ordend.

Ten aanzien van die ver„

rigtingen is tot dus der Ulwen

Majesteits Welmeenen nog

niet aan den meergenoemden

Landvoogd mede gedeeld„

Wel is bij het thans nog

in Oerking zijnde regerings

reglement in Nederlandsch

Indie, aan den Gouverneur

Generaal de beslissing over

gelaten in Welke gevallen

tegen de indische Vorsten

of dolken oorlog zal worden

gevoerd, en is daarby aan

hem tevens de bevoegdheid

toegekend tot het sluiten

van Vrede, zoodat de

meerbedoelde maatregelen

niet volstrekt eene hoogere

bekrachtiging, vereischen,

doch in eene aangelegen„

heid van zulk een hoog

gewigt als de ondernerpe„

lijke, is het boven allen

twijfel, dat door den Gou„

verneur Generaal de meas„

te prijs op de goedkeuring

des