December f La. C N: 14, had„

ck de eer Umer Majesteit

aan te bieden, het uit Oost

Indie ontvangen algemeen

verslag dan de derde Ba„

lische expeditie; terwijl bij

mijn rapport van den 31e. daar„

aanvolgende de. A No. 21, aan

Hoogst dezelve is overge„

legd geworden een brief van

den Gouverneur Generaal

van Nederlandsch ondie, ddt

25 Augustus 1549 geheim

827 De Dt., bevattende, met

de basaarkeiaepente aropen Bijlagen

het resultaat het welk de

gemelde expeditie, uit een

Staatkundig oogpunt, heeft

opgeleverd.

Al deze stukken van

Wege Ulme Majesteit, bij par„

ticulier schrijven van den

Directeur van Hoogst Derzel.

verkabinet, do. 3 dezer, h

aan het departement van ho„

conien lerug gezonden zijnde,

zij het mij veroorloofd de„

zelven hiernevens op nieuw

onder de oogen van Ulwe

Majesteit te brengen,

Onder die stukken be„

vindt zich het besluit

van den Gouverneur Generaal

van

Hoog Edel Gestrengen Weer.

van Nederlandsch Indie, Ao

25 Augustus 1619 La D2

behelzende de maatregelen

welke hij in Verband met

's Guavenhage, den 3e Maart 1350.

van 's Honingswege, heb ik de eer aan U Excellentie

hiernevens, ook in Antwoord op Uw eigenhandig b. Elek van

den 28 fe bauary El, te doen te ruggeworden, de, bij Une rap„

„piorten van den den 31 de camber te litta C114 t Litt A28

lange bodene stukken betrekkelijk de der de Baliieke

appeditie, met intzondering echter van twee Calques,

welke eerst later aan Ulwe Excellentie zullen kennen

worden teruggezouden.

Wet de meeste hoogachting ben ik

Uwer Excellenties zeer dienstwillige dienaar

Alstranl Capppar.

te prijs op de goedkeuring

des

Zyne Excellentie,

den Heere Lahud,

Minister van Holomien,

lx. Cnt. eng.