vergeten goust.
Bij Aunterint in Sopens zult gij mijne
groeten overbrengen Aan Aen Dctie van P0=
„peng en Aan de 46aaat.
e beschruw niet gendeling, dat ik U
een Aubbelen lait opdrang, maar vertrouw
U blechto toe, den overbreng van eene memo„
rie. C
Wat betreft de woorden, door den Datre
en de Hlaaat van Popeng, tot overbranging
aan U opgedragen, gij gijn met genoegen
vernomen.
Abij kunnen en vermogen miets te hande„
=len veel minder ons van de plaats te ver„
wijseren, Aan met voorkeennis van de Blanda.
Ite herinner wij wvel en heb geergins ver„
geten, dnt il eene dlarin (t ken van Sopeng„
doeh de Datoe begrijpt ook geer wel, dat il
gevestigd ben Aan de strand Aistricten; ile
kan Mij niet verroeren, goeder dat de Gouver„
neur het weet, wij Aurven gelfs geene gense„
lingen af te gensen, gonder zijne voorseennis, wat
dan
Dit gesegde is gebegegd, om sat mejt eenen derugkeerenden
genseling, niet met den overbreng van brieven aan
sijnen vorst mag belasten.
t ligenlijk eene onderdane. Barroe (: als dangepa
Oedijveng) is eene der randoliesen van Sopeng.
Ni: dfis.
Ge
121
141, 59, 85, 43.
Coloniual Berf depot
Ton formgtie.
Aan, Axanneer woij ons van de plants verwij„
=deren, gonser gijne vergunning.
ote heb aljoo den Koninge in wetenschap
gesteld, met de Aansermit van U, gendelin„
van den Datve, en gulks omdat ik Aange=
Aaan ben Avor de woorden mijner verwanten
in Sopeng; Gij mist eerlijk gerdeling, de
hansteekening van Oen Datol.
De Knninggeijt ook, Het verheugt mij
,dat een gendeling van Datoe Sopeng, tot
„M. Arve Warroe gekomen is, wij noemen
„dit goes en niet sewand, Aoeks naar mijne
„gienswijger sijn de blanda nimmer te over„
winnen, jegt dit aun datre Lopeng als
mijne drijge van gien.
Legt vole, dat naar mijne gienswrijge de
verstandhousing tusschen den Gouverneur
en den Koning niet te verbreken is, en ooke
Aut het voornemen vanden Gouverneur en
Aen Kolmel is, om de Landen gelegen bin„
nen het geberijte geheel plat te maken,
met hunne serachten;
dat orle mijne Aenkwijge ris, dat wanneer
het land gal breken door seracht van wa„
„penen, geen stule Aaarvan te aegt gal komen.
Mogt echter der overwinning slechto plants
hebben, Oloor woorden off ingegten, Aan goude
averlligt het ongelute van Aoni niet zoo
groot wegen.
Nu Boni echter het Gouvernement met
de
van Goa.