volgens dat Reglement zyn al de deelne„
mingen ten behoerg van Melumen en Weeren,
welke voir 1838 zyn geschied, vapwillig geweest,
om dat die deelnemingen toen facultateef
waren gelaten.
hoereer uit eigen beweging, op een doe ten sol„
gens te voorschriften van het vroegete
gevallen waaren
Reglement. De restitutien van pen.
ningen weree mogen plaats hebben
zyn aangeweren bij art: 25 van hetzelve en
art 7 der amplicitie, goedgekeurd by kon: best.
van 22 December 1821, Hlo 15. Die gevalle
hebben geene betrekkenig hoegeneeemd op de
beweegzedenen, welke de Heer van Raate te
renscht te doen gelden. Wyders mag„
neet onopgemerckt worden gelaten, dat
wanneer aan het verlangen van dien,
Heer mogt woedlen toegegeven, en als dan
een bedenkelyk anteredlent wordt
daargesteld, daaer het wel vovi zekete
kan wielen aangenomen, dat door
vele ancteren, die door het neeuwde
reglement, in eene min voorchelige
shelling zyn gebregt, al mede restitufien
zullen worden gereclameerd, welke
moegelyke zullen kunnen waelen affgwer„
wanneer en een voorbeeld bestaat.
Hierby widt verkocht om de intemtie op„
zigtelyk deze eereck te mogen teenemen.
Muls.
ale Elur van Nadeer bungt zyne
dul name= of punsioens cntri„
bectie wer hees en nu zyn
minderjarij kend, en mibans
met zaken, die daarmede
niets gemeens hebben, namelyk
de hoogen bezoldynng en toezessers
tur penieren in du tyd aan
den Gouveneuu Generaal Eleas
Uland. Nelcken mit
de verrnaarden Ense bewem
tot Gommnen eun Seernams
oos
di queestie is aenvoudrij
dezeof de Elier van Radur
ondurspen is aan de
kertirg bi art. 16 var het
neuwe pensoins rglement
berolm= Uln neemt eene
resolutie mraarts hy ziet
aan die kerteg inttrcht=en
reclamunt eens tewg betulig
lan alles mat hy oyer
voer hies en uw Eyne menen
junie dochter tft aan
het inptistlen pensoen
gendt huft betaalel
let Noch het nieuwe noes
het oude reslement geeft
tot hoodanige hondeling en
riclame Niheid
Nostums ahuit de Elun
van Rades en een exciptiml
toisland Uit dein hoofde
zou, by argte aan dispencatie
de anzochte rgstilli en
restitutie hun keunnen
mlune miden; maar
lijumatij mogt by daartoe
nit biluiten
kle zaak dent aen de
berliising van Eypahacellen in
den Mimiten tenden
ondunnpen
88.
de Huase pooitie van den Her van
Ohaaden, had hemn myns inzeens hur
uit een min verheden oogpauk
muilis doen houdelen.
Arast
ma
zyne exceptionile poritu