de handhaving van het bestaande

Helsel, ten Aanzim van de

Buitenbezittingen, alsnog van

1

voestrekte noodzaklijkheid

toeselijnt en dat vertrouwe

wordt, dat mitsdien gene af„

wijkingen Aanwan zullen plaats

grijpen, honder voorkennis en

mugtigung van het opperbestuur„

daar ex toek geen redelijke grond

bestaat, om voor sliands de be„

Schikbaarheid te verwachten

van de buitengewone middel„

vereischt voor de uitbreiding

van ons gezag in den Ondisch

etrelipel, en bevettiging van

het verworvene, ommisken„

baar en de eertte plants. onze

„zorgen vordert.

Ve, de Gouverneur van Celebes

en onderhoorigheden dien

overuukomstig, ten vervolge

1

op het geleun Besluit van 21

aclaart 1651 2r. V. is aangeschre„

ven om, bij eene slip te hund„

huving en verzekering van een

maal voor evederland vertre„

gen regten en bij het zooveel

mogelijk streven naar eene

vernieuwing en verduidelij„

king van bestaande ovireen„

„kvindten

„komtten met de inlanxsatie

vortten, voortdurend aan te

kleven het beginsel van ont„

houding van immenging in de

Winnenlandsche aungclegente

den van de gewesten niet Haan

de vnder het reytstreckten Gera

van het evederlandsch boiiver

mant; alsmede het beginsel

van uut uitbreidincg van gerond

gebied, zoo als die beginselen

aanbevolen zijn bij de Reso„

lutie van 30 evovember 1633W.

1, het besluit van 10 Junij 1645

Lt. Vt, en het Besluit van 26

deptember 1745 A. 8r, nader

toegelicht bij de erota van be„

behouwingen verhanded bij

Nabinets brief van 14 october

119 2. U, met dien verstande,

dat het Gvuivernement zich

voorbehoudt, om ten aanzien

van het begindel van niet uit

breiding van groudgebied, zoo„

danige uitzonderingen te make

als zullen kunnen dtrekken tot

verkerijging van eene caneen,

behakeling van geond gebied

langs de keusten; met last

op den Gouverneur van Celebes

en onderhoorigheden, om, tel

„Neius