van zyne verrigtingen aan het Departement van
Marine papport doen
Art 2.
Loodra hij Oice Admiraal het Kommandement
zal hebben overgenomen, zal hij de bevelen van
den Gouverneur Generaal, als Opper bevelhebber
der Zee= en Landmagt in Nederlandsch Indie.
betrekkelijk de gevorderde dienst van Kijner
Majesteits Schepen en vaartuigen van Oorlog. be„
hoorlijk nakomen en doen uitvoeren; dorgende,
dat de schepen onder zyn bevel altijd gereed
dijn tot de diensten, welke de Gouverneur.
Generaal van hem zal voroleren.
Art: 3.
Hij zal in achtnemen en nakomen alle zoo
danige wetten, instructien en verordeningen
als voor Lijner Majesteits Zeemagt in het
Algemeen en voor de Rommandanten van Ed.
haders en schepen in het bijdonder zijn vastge„
steld, dich voorts houdende aan de voorschrif
ten aan zijnen voorganger den Vice- Admiraal
Machielsen, en den tijdelijkens Kommandant
van gemelde deenragt gegeven, en dich wijders,
in alle voorkomende omstandigheden gedragen, als
een ijverig, en kundig Vlag Officier, gebruikende in
onvoorziene gevallen de noodige soldaat en
Zeemanschap.
Aldlus Gearresteerd.
s Gravenhage den 20 Februarij 1650.
De Minister van Marine
geteekend. E. Lucas.
Voor een sluidend afschrift.
De Secretaris Generaal bij het
Departement van Marine.
naer Apord