5t. Hendrick Jan Bakker, minderjange zoon

van des erflatens broeder Coenraad Bakker,

uit diens eerste huwelijk met Wilhelmina

Margaretha de Zager, vertegenwoordigd door zijnen

voogd Jan de Boer, concierge aan het Entrepstdok

alhier; benevens Issbrand en Johanna Bakker,

de beide minderjange kinderen van genoemden Coenraad

Bakker uit diens tweede huwelijk met Christina

Johanna van Dijk, thans zijne Weduwe, zijnde

naaister en wonende alhier in de vinkestraat bij

de dommerstraat in Ne. 524; door welke Weduuwe als

wettige voogdesse beide laatstgenoemde minderjangen

vertegenwoordigd worden;

6e. Jannetjé van Liendert en Maria van Liendert,

huisvrouw van Chrrctiaan Loman, Gouwerman, en

gezamenlijk wonende alhier in de sint.nicolaaistrant

boven No. 421, zijnde meerderjange dochters van wijlen

Martinus van Liendert en Johanna Schuuman

welke laatste was een voorkind van des erflaters

moeder Jannetje Barends uit derzelver eerde

heuwelijk met Schuumman; zijnde dere Johanna

Schumman mitsdien geweest eene halve zucter

des erflaters van moedenszijde

Je. Vina Henderica Bakker, huissrouw van

van de Maart en met denzelven wonende op den

hoek der korte princen en brouwesgrachten, onder

Ne 775; zijnde het eenis kind van des erflaters

vader uit diens tweede huwelijk met Cathanna Buijs,

8e. Maititilda Hendrica Bakker, huievouw

van Nicolaas Nottet, wonende op de St. Anthonies

Breestrant N2 4.

9e. Jannetje Bakker en tJohannes Hendricus

Bakker, zijnde deze beiden minderjans en met

voormelde Machtilda Hendrica Bakker de eenige

kinderen uit het derde huwelijk van des Erflaters

Vader Hendrik Bakker met diens nagelatene

Weduwe Johanna Cornelia van der Maaden,

thans wonende op den N2. 2. Achterburgwal bij de

Molitee, N057, door welke moeder als wettige

voogdes de beide minderjansen vertegenwoortgd worten

en dat mitsdien genoemde Johannes Borghart

als zusters zoon; Hendrik, Geertrui en Arnold

Brrchorn, benevens de minderjangen Johanna en

Coenraad Bishorn, vertegenwoordigd door kunnen

Vader en voord Arnold Bruyhorn voormeld, als

zutters kinderen; Roelof Bakker en Hendtik

Bakker, ieder als volle broeder; de minderjange

Hendrik Jan Bakker, vertegenwoordigd door zijnen

voogd Jan de Boer, benevens de minderjangen Isbrand

en Johanna Bakker, vertegenwoordigd door hunne

Moeder Christina Johanna van Dijk, Weduwe

Coenraad Bakker, als de drie eenige kinderen

van dezen des erflaters vollen broeder;

voorts Jannetje en Maria van Liendert, als

kinderen vertegenwoordigende wijlen des erflatens

halve zuster van moederszijde Johanna Schuurman„

eindelijk Dina Henderica Bakker, Machtilda

Hendrica Bakker, en de minderjarige Jannetje

en Johannes Hendricus Bakker, vertegenwoordige

door hunne moeder, de Weduwe van des erplatens

vader Hendrik Bakker, als zijnde vier halve

zusters en broeder van vadenzijde; te zamen

unteluitend geregtigd zijn tot alle gelden, na

gelaten door wijlen den Lergeant Pieter Bakker,

Ten, blijke der waarheid wordt deze verklaning, na

voorlesins, door genoemde Arnold Drughorn den Vader„

en Christina Johanna van Dijk, Weduwe Coenraad Bakker,

met Ons onderteekend te Amsterdam den acht en twintigster

January 1800 vier en vijftig.

Herruried

Kantonrester

Gene

5d. Drughorn

Wed: 6. Bakker