gelegd worden, en dus waarschynlyk aan duns beeleing tende

worden overgelaten.

Voor zyn aftreden vond de Minister evenwel goed, een 3o vetr

dien aangaande nog en berluit te nemes By hetzelve is naar

myn inzien weinig regard geelagen op mynen brief van 3 Aug, of wel

is dezelve, zoo ite vermeen, verkeerd begrepen Bepaaldelyk toeh

heb ik in denzelven gezegd,aan de bezwaren tegen eene toezeggins,

„aan de op te rigten Maatsch, tot den overvoer van Gouvernements

,goederen en producten, te willen toegeven, wanneer het Gouvt

,vuerigens ele onderneming wil ondecotennene=Mlyn wenech was

zwarigheden uit den meg te rucime en geenzins, om nieuwe te doen

Contstaen. Nargens vindt ik dan vite, en mynen brief, de vol„

gende Ainsnede welke men my ten laste legt. ml., dat eene sub„

„sidie van f 150000 1s jaars, elan alleen voldoende kan worden ge„

„acht, wanneer daaraan verbonden worden de overige der verlangde

„concessien Zultes waze te Heer in Hryd met de boven aan„

gehaalde periode

Gunzins kan ik den Minister ten kwade duiden dat tzyc eenig

bewys wenschte te hebben, dat ik by magte was, het benodigde tapiteal

aan te wyten; maar had dan depaaldelik in antwoord op myn

laatste schryven, verwracht, dat my sultes te kennen ware gegeven,

met bepaling binnen weltens tyd men zoodanig bewrys van my

verlangde Ware ik in gebreken gebleven daaraan te voldoen dan

eeret zoude ik een besluit als ect van 30 vetr. L. A Norxt verwicht

hebben.

Alet regt houde de regeering dan kunnen teygen zwarigheid te

makenyby de algeheele ontstentenis van eenig klyk, dat de onder„

,geteckende is geclaagd of zal slagen in de byeenbrengins van

,het Mapiteil; Hoolang evenwel dat blyv niet gevraagd was

is dat beeluit myns intiens niet billyx

Waar het nu evenwel eenmaal bertaat, eiecht het belang

myner onderneming, dat ik trachtte het, voor my, zoo onschadelyk

moyelyk te maken. Waartoe vertrouw ik het best te zullen ge„

raken door pooveel en Hoo spoedig mogelyk aan de by hetzelve

gestelde eischen te voldoenGjaarne houde in ter bereikeng

van dat dael met Uwe Excellentie aboucheren over de hoofdpun„

Aen.

En het begin der volgende trecke komen myne vriendus kamen

om definitief over de byeenbrenging van het kapitaal te delibe„

reren, en ite durf my met den gunstigsten uitslag, vleyen.

2

Dan zal evenwel ook ter sprake komen, welke voorstellen aan Uwe

Ette gedaan moeten worden In hoeverre nu, kan Uwe lxe Hich ver„

eenigen met die welke door my aan den Gouv: Gen: gedaan werden,

en met de Heges dezelue door Elxe gemaakte bedenkingen. hun„

nen elcke ten grondslag strekken van een nieuw voorstel.

een derde punt waarover gesproken moet worden is, de tinsnede

uit het besluit van 30 vetr, betreffende de regten der Ned Ind Ht Mt.

doen myn voorstel vur Hoomvaart in den Indischen Archipel ge„

dlaan werd, voir de Sromboot, Koningin de Nederlanden slechti tus„

schen Samarang, en Batavia, en heb ik, by myne berekeningen, bepaal„

delyke opgegeven wat die bost door den overvoer van Cixicle en

militaire passagiers verdiende, en die vaart, in zekeren tin, als

het eigendom der Ned Ind Ht. M1. beuhouwd

sedert werd die Maatscht. door de Regeering in Staat gesteld om

eene tweede boot te bouwen. Ly kan, wanneer dat voornemen

wordt verwetenlykt, hare dienst uittreiden tot sourabaya en zae

dan het lucratiefst gedeelte van de Indische Hoomvaart hebben

en zoude dunte my, willyker wryke, niet meer kunnen verlangen ean

voor vracht en passagiers, in concurentie, met alle andere booten

te kunnen komen, en is dan nog, boven allen, bevoordeeld door haar

renteloos voirschot om langs Savao Noordkurt met voirdul

te varen is waarlyk gouvernements hulp onnoodig

Wannur de regeering had goedgevonden te bepalen, dat de

Hormboot Koningin der Nederlanden voortdurend soude begun„

stigd blyven met een overvoer van Gouvernements passagiers,

tuschen Batavia en Samarang, zoude ik tultes niet anders

dan billyk kunnen vinden Verdere aanspraken geloof ik

niet dat gl Nid Ond. H Mr. kan doen gelden

Die Martrck7 bestaat sedert 1812, en huft, tot nog toe, Heer

weinig gedaan voor den bloci van Ned. Ond. Wy myne

krst in Indie, in Dans 1848, had de Wirectie nog Heer weinig

dentebuld van Uitbreiding van haren werktering Door den

8 B3 N. Nas on Bosch werd, in het Rapport van 17 Maart,

het eirst het dentebeeld geopperd om du Maatacht, door

Nentelooze voorschotten, in staat te stellen om unctwreede

boot te bouwenDe Alerectie had evenwel zoo meinis

idé van de resources welke Indie voor Htoomvaart aan„

biedt, dat hy tot den beurs van une enkelde boot beypeep

en