1 de gedachten

in verlangd, terwijl ik tevens

gaarne, van U. L. Lan

vernemen, omtrent den

lt

419 121

d Villeri

Prou

Actrou

i mnt 10 0ct

It voy Eetel Gestrengen Htur.

Rottirelam. 8. November. 1849.

Naders 19 Jan 1650 Nes

Ait het geeprese het welte in de Eer had tt katurdag

met Ume Excillentie te hebben is my ten duidelyveete gebleken

dat Uwe Exe Heer genegen is eene partikuliere Stoomvaart

onderneming in de Nad. Oost Indieche wateren kracht da„

dig te ondersteunus, wanneer dezelve slechts op solide grond,

slagen rust en de fondsen voir toodanige onderneming kunnen

worden aangewezen, terwyl daarby tevens wordt in acht

genomen dat eene nieuwe onderneming niet trecdt ins de

regten der reeds bestaande van dien aard

Hangenaens is het my uwe Exc. voorloopig te kunnen mede„

olulus, dat by my geen den minsten twyffet bestaat, of ite zal

slagen in het byeenbrengen der benoodighe fondeen voor de

door my voorgestelde, Horngemeenschap in Ned: Andie.

lenigen myner vermogende vrienden hebbus dicts becreid ver„

klaard daartoe zoo krachtdadig mede te werken dat ik

op dat punt tur gerust kanhyn

Vuds sedert geruimentyd leertond by die Heeren het voor„

nemen, om my behulpstaans te zyn, in de uutvoering myner plans,

en wazen wy slechts wachtende op een antwoord op mynen brief

aan den Minister van Kolonien van 3 Aug: fl:, bij gelegenheid

van de terugkending der Indieche schrifturen op myne taak

betrekking hebbende; nadat de nu afgetreden minister

den 19 Septen syn ontslag als minister van Holonien had ver„

zocht, kwans het my ongepart voor by dien minister op

een antwoord aan de dringen in eene taate welke bepaalde„

lyve toch urst door AExc, opvolgen ten uitvoer konde

Den Hooghd Gectr Heer.

Co. V. Pahud.

Miniiter van Kolonieu

is Hage.

Ge