Cauueel
kegee Capro
en 8 Hun
16, 4428.
Aan
ix
C. en A
836462
zyne Exellentie een Minister
van Kolonien
s'Gravenhage.
Ala.
Venr G54
1
Ddur. C. No. 3648.
x
Ter verdlere behandeling aan A
's Gravenhage, den 9 Julij 1874.
114, 74 N53
Edlam 15 Juni 1874.
Ggeclispaoneerd, hynde Reatwoord
hy den heerenliggenden
tras van Oen des Eed. det 9 Juli
1674, Lr. Ci Ar, 8, 1428.
Esellentie.
De vader, van Jacob Meyer, gedoren te Amsterdam
in het jaar 1837, zoon van Jacob Meyer en Maria, Men
garetha de Hoop; ongeveer 13 jaar geleden naar Soerabape
vertrakken; heeft later te Grissee scheepsbouwmeester ge„
,weest; en volgens de laatste berigten (die echter twee
jaren oud syn) Vloutkooper te Soerabaja; wenochte, en
het belang van syne doester, te weten af genoemele Jaeab
Meyer nog leeft; en soo ja, waar hy verblyf houdt„
By de teveede Espeditie naar Atehin is een J. Meyer
geblesseerd; kan dat bedoelde persoon ook dynE.
zoude; Uwe Exellentie wel zoo goed willen zyn, ge„
,noemde Jacob Meyer, te laten opsporen, en daarvan aan
de ondergeteekende, berigt denden; daarmede zoude uwe
Exellentie de vader zeer verpligten.
Met verschuldigde hoogaasiting verblyve
Eyellentie
Uwe Egellentie Wrter.
. Winkenberg f2.
Winkelier te Edum