2.
missekening op het geen onder de respective
hoofden geraamd werd, zyn:
de Woesdgelden ter somma van f 30, 779, 147
het Zegelregt,,, 21, 001, 607
de Venduregten,,, 8, 420, 327
de inkomsten van de Moutvelling, 27, 274, 51.
De accyns van dranken, die (13, 611, 257
minder heeft opgebragt dan het daarvoor ge„
„raamde, kan niet daarby in aanmecking, komen,
om dat met de nieuwe wet op den handel en
scheepvaart van Duuname, welke den 1e.
Mei 1648 in wecking is gekomen, de accynsen
zyn komen te vervallen, terwyl daarentegen
op dranken een verhoogd inkomend reqt
werd gesteld.
De inkomende en uitgaande regten
hebben nu daarentegen 19. 472, 747 meer
opgebragt, dan hetgeen daarvoor weid geraamd
zoodat per slot van rekening, de mindere op„
„brengst van de geealculeerde aeeyns en de
meerdere opbrengst der geschatte en en uitgaande
regten, een verschil aanuyst van f 4144, 54.
ten nadeele der koloniale kas.
Wat aangaat de inning van vaststaande
of beschrevene middelen, zoo als in het byzonder
de Hoofdgelden, mag men gelooven, dat daarop
zeer ongunstig heeft gewerkt, de conversie van
het gecirculeerd hebbend bankpapier voor rente=
gevende
gevende schathestbelletten en zelveren specce,
De eerste worden grootendeels in portefeuille
gehouden en de laatste werd dadelyk uit de
wandeling getrokken, zynde verreweg het meeren,
,deel uitgevoerd. Wet achterstallige der
hoofdgelden, moet dus opootendeels worden
geweten aan de schaarste van specie of ander
geld representatief, hetwelk de schatpligtegen
die de betalingen moeten bewerkstellegers, ten dere
belemmert.
Wet minder opgebragte dan het be„
,drag der naming, voor het zegelregt, is voorna„
„melyk te wyten aan het minder vertier en de
gedruktheid van zaken, die zich duidelyk overal
en deze kolonie laat waarnemen, en waarvan
de vermindering der zich voorgedaan hebbende
regtskwestien naar het schynt, als een neven=
bewys zou mogen aangemerkt worden, terwyl
daarenboven de mindere opbrengst der vendu„
regten daarvan een ander en meer stellig
bbewys oplevert
Met te kort opde geraamde inkomsten
van de Houtvelling, was te voorsien; ck heb
nimmer in de begoocheling kunnen deelen van
het groote voordeel dat die onderneming zou
spleveren, en zoo als door my werd vooreen en ook
voorspeld, wordt het debiet van het hout voor
den uitvoer gevraagd, gaande weg, mindel.
Een