refereren, en waarbij wij nog de mededee

ding voegen, dat door ons, op den 18e

Januarj 1821 bepaald is, om aan H. Meu„

lendijk, Aen poonschippes Cakhijn en

zijn knecht Arie Scherpenberg, aan ons

opgegeven als zich bijzonder verdienstelijk

gedragen hebbende bij de redding der Man„

schappen van gemelden bodem, de som

van f150: te doen int behalen; de verbee

ling dezes somma onder dene drie personen

overlatende aan den Heer J. Ed: Ga ltus Ed„

te Hellevoetsluis, die, daarvan entreikte

aan Dirk herrebijn Carbip. o:

Avij Meulendijk.50.

„25:

Arij Scherpenberg.

nog aan Marinus staak die als tnee„

de knecht op de poonschuit der

Marine, schijnt te zijn gesteld gemeest, 25: e„

Wij hopen dat deze mededeelingen vol„

doende zullen zijn, ter bereiking van het

oogmerk bij Uiver Excellentie 's uan„

gehaalde missive bedoeld.

De Nederlandsch Handel Maatschappij

l Mimmelpennuk O

acsleicqu.

Collne

Asschrift.

Rotterdam 4 Sept1o2a.

k heb de eer Uwed hiermedte ter

voldoening aan het verlangen aan my mede gedeeld

p billet van 28 8. bekend te makin met het geen

Hapr. Jan Janse Bonn, die myn schip de Vyf

gezlsters gevoerd heeft aan my heeft opgegeven

als voorgevallen met betrekking tot de landing

de militaren na de stranding van het schip

De militairen syn den 7e. January

des voormaddags van boord gehaald door twee

of dre gpslaepen, elk bemand met due a 4

man naar gesping. Elk militais was belast

met zyn eigen draaghaar goed & de hangmatten

zyn later gebongen, naar mate die te voorschre

zyn gekommn vermengd met de lading & de schep

gereedschappen

Het weder was op dien tyd rehlyk

& naar des kapiteins oordeel zonder gevaar

De Kapitein heeft in die aagen

blikkin beraadslaagd met zynin apperstuurman

g noodig geoordeeld om de naepe te ontschep„

in de meening om zulks te daen met de

scheeps bootm & Slaepen, doch dordra was

niet de kommanderend afficier, & ok overige

militaum met het beslent ter ontscheping

Hun de WelEdele Heeren Agenten

der Nederl: Handel Maatschappy

Rotterdam