zo als gearresteert werd mits deezen, het nader Regle„

„ment op de vrije Vaart op de Kuste van Africa voor de

onderdaanen van den staat, onder de betaalinge

van Recognitie zodanig als het voorschreve naden

Reglement aan het einde deezes staat geinsereert.

zullende het zelve in forma gedepescheert, gedrukt

en afgezonden werden, ont Publiceert en de geaffi

geert te werden, daar zulks gebruijkelijk is.

Nader Reglement op het

Subject van de Vrye Vaart op de Kust

van Aprica, voor de onderdaanen

der Vereenigde Nederlanden, onder

betaaling van Recognitie openge

stelt bij het Reglement van haar

Hoog Mogende van den Agsten

Augusti Zeventien honderd dertig.

Art: 1

Alle onderdaan en van deeze Republiek zullen

geduurende den tijd van twintig achter een volgende

jaaren, en zulks tot den jaare Zeventien honderd vier

en Vijftig in cluijs, ook mogen navigeeren ende negotie

„eeren op en langs het District van omtrent Zestig mijle

waar op de West Indische Compagnie bij het eerste Arti„

cul van het Reglement van den Agtsten Auguste Ze„

ventien honderd dertig de privative negotie voor haar

hadde gereserveert, welke reserve of uijtzondering hier

mede in zo verre wordt Vernietigd.

77

Doch zullen de voorschreve onderdaanen van deze

Ropubliek, binnen het voorschreve District van omtrent

Zestig

4

zestig mijlen niet mogen handelen of negotieeren

met eenige scheepen, die volgens de ordres van de

Compagnie op de voorschreve Kust niet mogen navi„

„geeren of te negotieeren, noch ook met andere sche„

pen, die volgens dezelve ordres, zonder alvoorens vertolt

te hebben, aldaar niet mogen handelen, ten zij dezelve

alvoorens behoorlijk aan het Kasteel Delmina, of zo„

danige andere Plaatzen, als door Bewindhebberen

in der tijd nader mogten worden geordonneert, zullen

zijn Vertolt, en daarvan haar Pasport zullen hebben ge„

„toont, zullende de acte van Cautie bij de Rheeders van

ieder schip, ingevolge het Een en twintigste Articul van

het Reglement van den Agtsten August Zeventien

honderd dertig te stellen, ook daarmede moeten wer„

den geamplieert.

M

De Bewindhebbers, Reekenmeesters, suppoosten of

Bediendens van de West Indische Compagnie zullen opgeene

Plaatsen in Africa, onder de Limiten van het Octroijaan

dezelve Compagnie verleent, gelegen, mogen nairgeeren,

of negotieeren, noch voor haar noch voor anderen, het zij

direct of indirect, in geen erlije Manieren, op de Penen

daarteegens bij het een en dertigste Articul van het

Octroij gestelt; des zal het interrest, dat bij eenige der

voorschreve Bewindhebben, Reekenmeesters, suppoos„

„ten of bediendens, regds in de voorschreve vaart of Han„

„del zoude mogen zijn genomen, mogen Continueeren

en afloopen tot en met de thuijskomste, van de Schepen,

waar in zij geinteresseert zouden mogen zijn en voor

zoo