absolut is verboden op poene van confixcatie der inge„

„bragte slaven, en dat op Curacao voor ieder slaaff door

Vreemde ingebragt werd betaald een somma van twintig

stukken van agten, waar uijt uw Hoog Mog: wel

zullen kunnen opmaken dat derzelver invoer te Curaiao

zeer zeltzaam geschied.

Vervolgens vinden wij, dat de supp:m zig beklagen

dat de Engelsen zomtijds inde Colomien van daeren saat

ladingen komen in te neemen, en na deeze Landen over

voeren, dat zij wijders alle soorten van Europeansche

Manufacturen in dezelve Colonien aanbrengen begrijpende

zij supp:l vervolgens, dat belet behoorden te werden

dat de Engelschen, inde Colonien van deezen staat, inkopen

retouren, en voegende zij (mogelijk niet sonder Epageratie)

daarbij dat zulks bevorens zoo verre was gegaan,

dat men op s=t Eustatius honderden Kuijpers hadden

sien werken, aan gedequiseerde Engelsche vaten, om

2

stansche suijkeren daar in over te storten, en der voor

Engelsche producten na England over te brengen.

Dog uw Hoog Mog: gelieven ten opzigte van alle de

voorgemelde bezwaarnissen, te admitteeren eene zeer

notable differentie, tusschen de Colonien van deesen staat,

hun bestaan hebbende uijt hare eigene gewassen en

producten, zoo als zijn, suriname, de derbice en

andere, omtrend alle dewelke niet alleen reedelijk

en billijk, maar ook met de reedenen van hare

Erablissementen ende aan haar verleende octroijen

over

D

over een komstig is, dat alle de daarvallende vrugten en

producten werden gebragt nadeere Landen en al zulke Colonien

eijlanden off plaatzen die zelve genoegsaam geene producten

voort brengen, maar hun bestaan alleen vinden moeten

uijt den handel met vreemde natien, zoo als Curacao,

S=t Eustatius en onderhorige Eijlanden, aangezien zoo

Wanneer absolutelijk was verboden, eenige vande

aldaar aangebragte wersjndinke producten te mogen

uijtvoeren, dan alleenlijk na dezavenen vandeezen

staat, met absolut verbod van invoer eeniger waren, zulks

zeekerlijk van nadelige gevolgen voor den handel van

gemelde Eijlanden zoude zijn, overmits de vreemde

natien, dezelve tegenwoordig frequenteerende, zig in hunn

handel, door sodanige verbod, uudende gegeneert en hunne

producten tot mindersrijzen, en niet aande geene, die zij

wel wilden moetende verkopen, zonden ophouden, van dezelve

aldaar te brengen, maar veel eerder verkiesen andere plaatsen

daar zij hunnen handel, met meerder Vrijheijd en hope

van Petere Winsten zeuden kunnen doen.

Uw Hoog Mog: gelieven egter te Conndereeren dat de

uijtvoer van Westjndische Vrugten en Producten, uijt de

Colonien van deezen staat; na vreemde plaatzen, van

Wijnig belang kan zijn, aangesien sulks, naar plaatzen

in Europa geleegen absolut is verboden, hebbende uw hoog

Mog: bij derzelver resolutie van den 2 September 1749

gewet, dat, zoo op Curacao, als t=t Euntatuis en onderJonge

Eijlanden, geene Expeditie aanscheepen na Europagaande

zoude werden verleent, ten zij dezelve direct na het

vaderlande

d