Cautie stellende, in opzigte van de twee overige derden

dog deezer uwer Hoog mog: resolutie bij derzelver nadere

dispositie van den 15 februarij 1754: indiervoegen geenter„

„preteert, dat de verschuldigde twee derden parten aande

meer voorn: Comp: zeude moeten werden voldaan afschoon

de scheepen opde uijt of thuijs reijze mogten komen te

verongelukken, en bij welk uw hoog mog nadere

interpretatie wij eerbiedig versoeken dat moge werde

gebleven zoo als het ons insgelijks voorkomt, dat uwer

Hoog mog: attentie niet is menteerende der supp:l

propositie omme namentlijk, bij sterfte der slaven

of eenige andere onvoorsiene fataliteijten verschoont

te zijn, na rato van het verlies, aangesien uw hoog

mog: ligtelijk zullen begrijpen dat van de wesznd Comp:

niet is te vergen, deelgenooten te werden inder naiiganten

handel, en waar omtrend dezelve daar en boven op

allerlije uijren zoude kunnen werden gefrandeert.

Der supp:m vierde versoek, om verlenging van tijd,

die hunne scheepen na africa gedestineert mogen

uijt blyven zonder te vervallen in napremien

moeten wijerkennen niet onbillijk te zijn, waarom

wij dan ook wel mogen lijden dat tot encouragement

van den handel en aan de Naurganten in Cas van Lang,

„durige reijze, in hunne schadens te gemoet te komen

inder supp:l verzoek bewilligt werden, en dat mitsdien

de tijd dat sodanige scheepen mogen uijtblijven werden

verlengt tot twintig maanden, voor scheepen direct

vande Kust repatneerende, en voor die geene, welke

oversteeken op America tot Vier entwintig Maanden

behendende

behondens dat de schipper na hun repatnieeren, bij behoorlijke

beledigde verklaringen zullen moeten doen blijken dat zij

in het geheel often deele direct of indirect geene twee

Voijagien, op een en het zelve paspoort hebben gedaan

Op der supplianten laaste versoek ompermissie te

bekemen tot de vaart en handel op eenige plaatzen

geleegen op de Kusten van Africa ter inhandeling

van hout en andere Klijnigheeden onder betaling van

veel mindere Lastgelden als de ordinaire hebben wij

ome Connideratien en vreed vreeze, dat onder pretext

vandien handel de wertjns Compagnie grootelijks

zende werde gefrandeert in ons meer voorn: beuigt

hier bij gevoegde berigt op de Requeste der Rotterdamon

Kooplieden bereijds aan haar Ed groot mog: gecom„

„municeert en waar aan wij de vrijheijt neemen ons

te refereren.

Vervolgens overgaande tot der supp:l bezwaar„

„nitsen, nopens den handel op america komen

ons voor in de eerste plaatse klagten dat door de

Engelschen inde Colonien van den scaat slaven werde

aangebragt, en het welk de supp:r vermeende

dat geheellijk behoorden te werden verboden,

of wel daar op sodanige belastinge gelegt die

hen buijten staat stelden om hunne slaven tot

minder prijzen te verkopen, als de ingezeetenen

van deezen staat, dog waar op wij de hare hebben

uw hhoog mog te informeeren, dat de invoer

van slaven door vreemde natien op s=t Eustatius

absolut