401.
U ondergschreeren Johann Heinrich Blockert
saande jegenwoordig of myn vertrek, om voor soldaat,
te vaaren na de Colonie de Berbice„
met het betig Berbice Planters Cap=t Jan Driwes
bekenne mits deezen deugdelyk schuldig te weezen aan de Ed. Achtb.
Heeren Directeuren van de Geoltroyeerde Colonie de Berbice
de somm van Hondert en Vijfftig Guldens
voor de waarde van dien bij mi van de zelven genooten en ontfangen,
verzoeke over zulks dat d’ Ed. Achtb: Heeren Directeuren de voornoemde
gelieven intehouden
—
Somma van ƒ 150:
van myne eerste te verdienen Gagie, te weeten, zoo wanneer de
Soldy Boeken, mine Reekeninge, ofte andere genoegzaame be-
schyden overgekomen zullen zyn, en daar by blyke dat ik op myn
verdiende Gagie zoo veel te goede hebbe, zullende ’t zelve haar
Ed. Achtb. voor goede betaalinge verstrekken. ’t Oirconde dee-
zen onderteekend ten Comptoire van de Colonie de Berbice„
tot Amsterdam den 9. September 1788.
Johann Heinrich Blocken,