2
hat directeuren te overgezonden
papieren met het schip de Jonge
Juuffrouw martha wel hebben
ontfangen, dog dat directeuren
vinden, dat de overgezondene
rekening met het Jaar 1746 sluyt,
en dat vervolgens daar aan
nog manqueert het verdiende
—
in de jaren 1747 en 1748 dat
hy Heer zal gehouden zyn van
zyn gehele administratie tot de
tyd toe dat zyn successeur in
functie zal reden, een behoorlyk
rekening optemaken, en zyn ver„
antwoording te doen aan die
geen, die dierecteuren zullen
goedvinden daar toe te qualif
n dat
seeren, onne daar op naar inge
kome berigt by directeuren zoda
nig zal werden gedisponeert
als dezelve zullen oordelen te
behoren, werden de immiddels aan
zeer enftig
hem Teer „gerecommandeert de
voorsz: rekening en verantwoording
hoe eer hoe beter in gereedheyd
te brengen een copie daar van
per naaste aan directeuren te
zenden en teffens de schuldige
remises voor iyn ontfangst en
het geen hy op zyn rekening ten
zynen laste genomen heeft, ten
promste te doen
dat directeuren wel hebben ge„
remarqueert, dat hy, om het
doen van verdere rekening te
ontgaan, voorgeeft zig schynt
te willen deklen daar mede
dat hy niet verder als tot het
eynde van het jaar 1746 de re=
rening zelfs zoude hebben ge„
—
houden, dog dat directeuren
tot wegneming van die gezogte
uytvlugt alleen mn moeten
zeggen dat het hem nooit ge
permitteert is geweest, een ander
tot het houden der rekening te ge„
bruijken dat directeuren ter con„
trarie hem p2 by derselver reso„
lutien van den 21 Novemb= 1745: art:
14 en van den 2 9b=r 1747 arte 165 en 19
7
—
2
1
hebben gelast zijne boeken zelfs
te houden, en dat hy dierhalven
tot het doen van rekening en
verantwoording verpligt blift tot
die tyd, dathy zyn postt dadelyk
zal hebben gequiteert, en zin
successeur daar en zal zyn g
teden
4 dat directeuren voor de overzen
ning der„ enirurgijns behoeften en
gereedschappen met dit schip
hebben zorg gedragen, en in
het gebrek aan Chirurgijn,
mede voorzieninge hebben gedaan
zyn gelezen twe miss=en van
den herwaarden Predicant Fan
Joh: Christiaan Franendorp de
1=e geschreven te Berbice den
Jann: 1749 en door Cap=m volkert
kanningh overgebragt en de 2=e
geschreven den 430 daareenvol
gende, en met cap=n dirk Bos
overgezonden, houden de commu
nicatie van een twede huwelik
door hem aangegaan, en voorts
een beklag over de hem toegezo
de res=te van directeuren van do
den 11 Junij 1748
waar op gedeubereert zynde is
goedgevonden en verstaan aan
gem: predicant tot antwoort
op zin voorsz: miss=e toetevoegen
dat directeuren hem met zyn
voltrokken huwelyk feliciteren
en wenschen dat de almagtige
daar over zinen zegen zal gelie„
ven te gebieden, en hem en zyn
huysvrouw Lange in gezondheijd
envoorspoed by den anderen te
pparen
dat het directeuren wonderlyk
is voorgekomen uit zijn eerw=s
miss=e te vernemen, dat hy de
personen, die zijn tractament
arresteren, niet zoude kennen
dewyl zy hem ingevolged by
hare res=te van den 11 Juni 1748
uytdrukkelyk saat gemelt